Een uniek historisch project
Naar aanleiding van de honderdste verjaardag van De Standaard trakteren we u zes weken lang op een unieke historische reeks, waarin historici op zoek gaan naar de identiteit van Vlaanderen.
In 35 afleveringen brengen we een enigszins ingekorte selectie uit het boek
Daarin leggen historici, auteurs en essayisten de rijkdom van de Vlaamse geschiedenis bloot, met bijzondere aandacht voor internationale contacten en verrassende verhalen.
Wanneer de economie opleeft in de jaren 1890, stijgen de prijzen in heel Europa. De prille vakbonden eisen loonsverhogingen, werkgevers en overheden stellen die in vraag, en onderzoekers proberen de stijging op wetenschappelijke wijze te vatten. Dat laatste is niet eenvoudig. Het volstaat immers niet de prijs van enkele voedingswaren maandelijks te volgen, wat bijvoorbeeld het Belgische Ministerie van Arbeid doet sedert 1895. Want hoeveel en welke goederen moeten worden gevolgd? En in welke gemeenten? Een kluif voor statistici.
Arthur Bowley en Georges Wood in Engeland, Emile Levasseur in Frankrijk, Riccardo Bachi in Italië en Hector Denis en Emile Waxweiler in België wagen zich aan berekeningen van de levensduurte, net als de statistische diensten van de Verenigde Staten, Duitsland, Australië en Japan. Op een congres in Den Haag in 1911 promoten ze het idee om ‘verhoudingscijfers’ van kleinhandelsprijzen te berekenen in zo veel mogelijk landen: druk de prijs van producten in het lopende jaar uit ten opzichte van een basisjaar dat waarde 100 heeft, tel de prijs van diverse goederen en diensten bij elkaar, bereken daarvan het gemiddelde, en je krijgt uiteindelijk één cijfer dat de evolutie van de prijzen weergeeft. Simpel en transparant.
Koffiebonen als munt
Het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog laat het monetaire systeem ontploffen. De oorlog leidt overal tot gigantische uitgaven, het vele geld dat in omloop is, beantwoordt almaar minder aan de verminderde hoeveelheid goederen, terwijl de Duitse overheid een verplichte koers invoert in de bezette landen. Inflatie is het gevolg. In België stijgen de prijzen het meest, gevolgd door Duitsland, Frankrijk en Italië. Niet alleen arbeidersgezinnen verarmen, maar ook gezinnen van bedienden, renteniers en ondernemers.
Tijdens de oorlog noteren Belgische wetenschappers, journalisten en medici de evolutie van enkele prijzen. Zij berekenen wat elke Belg aanvoelt: het leven is vier à vijf keer duurder geworden, sommige waren kosten tot tien keer meer. Koffiebonen horen bij die laatste groep en worden zelfs als munt gebruikt. Ook na de wapenstilstand in november 1918 normaliseert het prijzenpeil niet. In april 1919 houdt de Belgische Werkliedenpartij (BWP) haar jaarlijkse congres, het eerste na de oorlog. Een fundamentele eis is de vraag aan de regering om de evolutie van de levensduurte te meten. Het doel is een neutraal en onweerlegbaar argument te hebben om loonsverhogingen te eisen.
De regering heeft daar oren naar. Niet alleen bekleden sociaaldemocraten relevante ministeries, zoals dat van Arbeid en Bevoorrading, met Joseph Wauters aan het hoofd, de regering wil ook en vooral rustige sociale verhoudingen. De wereld is immers volop in beweging. Nog maar net hebben de bolsjewieken de Russische tsaar van de troon gestoten, hebben Duitse soldaten gerebelleerd en zijn er in heel Europa stakingen en onlusten uitgebroken. Ook in België heerst er een zeer woelig klimaat. De belofte om algemeen stemrecht toe te kennen aan mannen vanaf 21 jaar is een stap in de goede richting, maar brengt geen brood op de plank.
Wauters geeft de opdracht testen te doen voor de berekening van een neutrale prijzenmeter. Ambtenaarstatisticus Armand Julin, secretarisgeneraal van het ministerie en deelnemer aan het internationale congres van Den Haag in 1911, gaat onmiddellijk aan de slag. In Het Arbeidsblad (Revue du Travail), het officiële orgaan van het ministerie, verschijnt het eerste resultaat van de berekeningen al op 1 mei 1919: de prijs van 22 producten uit zes gemeenten wordt vergeleken met de prijs uit april 1914 in een ‘nombreindex du coût de la vie’. Het hele jaar 1919 worden de be