‘Hier is altijd een priester beschikbaar. Elders ligt dat misschien moeilijker’
SCHERPENHEUVELZICHEM I Steeds minder mensen gaan nog naar de mis, maar de traditie om een bedevaartsoord te bezoeken houdt stand, zeker in Scherpenheuvel. Dat blijkt uit het eerste jaarrapport van de katholieke Kerk. Dat rapport brengt het katholieke leven in ons land in kaart. Het document leert dat de vier grootste bedevaartsoorden in België – Scherpenheuvel, Oostakker, Banneux en Beauraing – samen 1,5 miljoen bezoekers lokken.
Geen drempel
Met 800.000 bedevaarders staat de OnzeLieveVrouwbasiliek van Scherpenheuvel afgetekend op de eerste plaats. ‘In een tijd van onzekerheid en onduidelijkheid, waarin mensen het geloof niet meer op dezelfde manier als vroeger beleven, blijft een bedevaartsoord een uitweg om de religiositeit te beleven’, verklaart Luc Van Hilst, pastoor van de OnzeLieveVrouwbasiliek. ‘Een bedevaartsoord kent geen enkele drempel. Iedereen is hier welkom: rijk of arm, of je nu je geloof heel intens belijdt of veel minder. De deur van de basiliek staat twaalf uur per dag open. Hier worden minstens drie missen per dag opgedragen en er is altijd een priester beschikbaar voor wie een persoonlijk gesprek wenst. Elders ligt dat misschien moeilijker.’
In de manier waarop de mensen op bedevaart gaan naar Scherpenheuvel, ziet de pastoor wel een evolutie. ‘Vroeger kwamen mensen in groep en goed georganiseerd met een afspraak hier ter
plaatse. Dat is nu minder het geval. Nu vormen groepen zich op een spontane manier. Er is iets gebeurd in de familie – iemand is ziek geworden bijvoorbeeld – en ze willen iets doen. Dan komt het voorstel ‘naar Scherpenheuvel gaan’ op tafel. En niet alleen bij oudere mensen. Ook voor veel jongeren is een tocht naar Scherpenheuvel iets wat hen bijblijft.’
Kaarsje branden
Het bedevaartsoord heeft de symboliek van een kaarsje branden ook een nieuw elan gegeven. ‘Dat betekent meer dan de loutere daad van het aansteken van een kaars’, zegt Van Hilst. ‘Elke kaars staat voor een intentie. De bezoekers maken veel gebruik van de intentiekaartjes die hier ter beschikking zijn.’
LUC VAN HILST Pastoor