Operatie warme handen
De Nederlandse voetballer Virgil van Dijk heeft zijn naam niet gestolen. Niet zozeer omdat hij een dijk van een vent is, maar vooral omdat hij ook met zijn voornaam heet zoals hij heet. ‘Virgil’ is de Engelse versie van Vergilius, de grote Romeinse dichter van de Aeneis, die in Dante’s Divina commedia herhaaldelijk met een epitheton bedacht wordt dat ook voor de Nederlandse voetballer blijkt op te gaan. Vergilius is degene die Dante in het eerste deel van De goddelijke komedie begeleidt in de onderwereld en daar de Italiaanse dichter keer op keer troost biedt. ‘Il mio conforto’ noemt Dante Vergilius herhaaldelijk, ‘mijn brenger van troost’. Hij is degene die Dante steeds opnieuw gerust moet stellen: alles komt goed, niets is zo erg als het lijkt.
Ook de voetballende Virgil is een trooster, weten we sinds kort. Na afloop van de wedstrijd DuitslandNederland (waarin Van Dijk kort voor het affluiten het doelpunt maakte dat Nederland niet alleen een gelijkspel bezorgde, maar ook een plaats bij de final four in de allereerste Nations League) had de kapitein van Oranje voor een van de scheidsrechters niet de gewone handshake paraat, maar een medelevende omarming. Op de foto’s die van het moment werden gemaakt, zien we meteen dat het gaat om een troostend gebaar.
Van Dijk wist dat deze Roemeense scheidsrechter (Ovidiu Hategan is zijn naam, waardoor, inderdaad, ook in hem een Romeins dichter verder leeft) in de rust had vernomen dat zijn moeder was overleden en hij wou de man een hart onder de riem steken. Niet alleen door hem te zeggen dat deze Ovidiu (in Virgils eigen woorden) ‘goed gefloten had’, maar ook door hem de momentane bescherming van zijn arm aan te bieden, een arm die meer kan zeggen dan schamele woorden: ik ben er voor je, ik leef met je mee, jouw leed is mijn leed en ik wil het met je delen.
Toe maar
Meer nog dan door de foto ben ik gefascineerd door de bewegende beelden die van dit troostmoment bestaan. Daarop kunnen we zien dat Virgil meer doet dan de scheidsrechter de tijdelijke bescherming van zijn arm aanbieden (het is de arm die de kapiteinsband draagt, vanzelfsprekend). Hij neemt het hoofd van de Roemeen in zijn ene hand en legt zijn andere op de rug van de scheidsrechter. Hij drukt de moederloze Roemeen aan zijn borst en fluistert woorden waarvan we niet weten wat ze zijn, maar die we wel kunnen vermoeden. Toe maar. Huil maar even. Bij mij kan dat. Bij mij ben je veilig. Het moment is van een oneindig grotere schoonheid dan de vreugdekreet die Van Dijk vijf minuten voordien nog uitschreeuwde na zijn doelpunt van de verlossing. Die kreet straalde iets dierlijks uit – nee, verdorie, we laten ons niet meer verslaan door de Duitsers.
‘Virgil van Dijk showed his human side after Holland’s draw against Germany’ staat er bij de tweede foto op de website van The Telegraph. En daar is voor een keer geen woord van gelogen: troost brengen is de menselijke kwaliteit bij uitstek. Troost is wat mensen onderscheidt van dieren, zegt de Duitse filosoof Hans Blumenberg (primatologen zijn het daar niet noodzakelijk mee eens). In tegenstelling tot dieren hebben mensen besef van hun sterfelijkheid, en het is dat besef dat de mensensoort zowel in staat stelt troost te geven als te krijgen. Momenten van troost zijn momenten waarin verdriet (dat niet zelden veroorzaakt wordt door afscheid) wordt ‘gedelegeerd’, schrijft Blumenberg. Of preciezer: waarin we samen zo authentiek mogelijk doen alsof we dat verdriet kunnen delegeren. Dat is wat in wezen ook in deze troostscène gebeurt: Van Dijk neemt heel even het leed van Ovidiu Hategan over – niet letterlijk natuurlijk, maar fi Een beeld van de troostscène. ‘In de ontmoeting tussen Virgil van Dijk en Ovidiu Hategan zijn er geen winnaars en ook geen verliezers.’