Veeg sociaal overleg niet weg
In zijn column over wat er in een ‘echte arbeidsdeal’ zou moeten staan, meent Ive Marx (DS 20 november) dat er het best komaf wordt gemaakt met het principe van de algemeen verbindendverklaring van cao’s.
In de wet op de collectieve arbeidsvoorwaarden en de paritaire comités van 5 december 1968 is het sectorale en ondernemingsoverleg geregeld. Sinds de publicatie in het Belgisch Staatsblad is deze wet al negentien keer gewijzigd. Laten uitschijnen dat er gedurende 50 jaar amper iets is veranderd, strookt niet met de werkelijkheid. De twintigste wijziging die Ive Marx voorstelt, is geen ‘cosmetische opfrisbeurt’, maar een amputatie.
Het collectief overleg dat in de wet is vastgelegd, houdt rekening met een aantal uitgangspunten. De optie om het overleg een gevarieerde uitwerking te geven, is een bewuste keuze. De paritaire comités zijn ingedeeld op basis van sectorale homogeniteit, waardoor de mogelijkheid om op dat niveau collectieve afspraken te maken, de economische en sociale diversiteit respecteert en benadrukt. Er zijn specifieke noodwendigheden en situaties die maken dat een bepaalde regeling voor de ene sector wel geldt en voor andere sectoren niet.
Er is ook een hiërarchie van rechtsbronnen vastgelegd, waardoor regelgeving op een hoger niveau dwingender is dan die op een lager niveau. Die hiërarchie garandeert het respect voor waardige loon en arbeidsvoorwaarden. Ze voorkomt ook dat individuele werkgevers en werknemers de keuze zouden maken om ‘onder de prijs’ te (laten) werken. Deze beschermende bekommernis is nog altijd eerbaar, zowel sociaal als economisch. Collectieve afspraken beschermen de zwaksten en temperen het recht van de sterkste.
De algemeen verbindendverklaring van een (sector)cao, zoals dat in deze wet is vastgelegd, stoelt op dat principe. In een paritair comité zetelen ‘representatieve organisaties’. De representativiteit van de vakbonden kan je gezien de zeer hoge syndicalisatiegraad moeilijk betwisten. En ook het lidmaatschap van werkgevers bij werkgeversorganisaties op sectorniveau is van een navenante sterkte in België. Afspraken die zij maken in cao’s, en waarvan zij de algemeen verbindendverklaring vragen aan de minister van Arbeid, stoelen op een zeer bewuste keuze die in deze wet is vastgelegd. Je kan de cao’s maar veralgemenen als ze niet strijdig zijn met wettelijke bepalingen en als ze aan de nodige vormvereisten voldoen. Er zijn in het kader van bijvoorbeeld de loonnormwet en de discriminatiewetgeving ministeriële beslissingen geweest waarbij de algemeen verbindendverklaring achterwege bleef.
Wie ervoor pleit om dat veralgemeningsprincipe ongedaan te maken, spreidt de rode loper voor wie zich willens en wetens aan het sociaal overleg onttrekt, om zo onder geldige loon en arbeidsvoorwaarden uit te komen. Dat is geen arbeidsdeal, zo delete je sociaaleconomische afspraken.