Fransen geven Afrikaanse kunst terug
Dat Frankrijk Afrikaanse kunst gaat teruggeven aan Afrikaanse landen, leidt er tot veel onrust. ‘Wat blijft er straks nog over in onze musea?’
‘Jongeren in Afrika hebben het recht hun eigen erfgoed te kunnen zien’
BÉNÉDICTE SAVOY Kunsthistorica
Franse musea hebben zeker 90.000 kunstwerken uit Afrika, 70.000 daarvan bevinden zich in het Musée du Quai Branly in Parijs. Twee derde van die werken werd naar Frankrijk gebracht in de koloniale tijd en zou daarom terug moeten verhuizen naar het Afrikaanse land van oorsprong. Dat blijkt uit onderzoek over ‘Afrikaans cultureel erfgoed’, besteld door Emmanuel Macron. Het kloeke werk van ruim 200 pagina’s wordt morgen aan de Franse president overhandigd.
De onderzoekers stortten zich de afgelopen acht maanden in stapels dossiers en bezochten onder meer Senegal, Mali en Benin. Ze inventariseerden enorme hoeveelheden beeldhouwwerken, objecten, maskers en sieraden. ‘Iedereen is het erover eens dat zo’n 85 tot 90 procent van alle Afrikaanse kunst zich niet meer in Afrika zelf bevindt. Dat is niet goed’, zeggen econoom Felwine Sarr en kunsthistorica Bénédicte Savoy. ‘Jongeren in Afrika hebben het recht hun eigen erfgoed te kunnen zien.’
Gestolen, geroofd, ‘geleend’
Macron kondigde vorig jaar een nieuw beleid aan. ‘Binnen vijf jaar moet alles in gereedheid zijn om Afrikaanse kunst tijdelijk of permanent terug te geven aan Afrika’, zei hij in november 2017 tijdens een toespraak in Burkina Faso. Eerder dat jaar noemde hij het koloniale beleid van Frankrijk al ‘een misdaad tegen de menselijkheid’.
Veel van de kunst bevindt zich in nationale musea in Frankrijk. Daarmee zijn ze ‘nationaal bezit’ en mogen ze volgens de wet niet het land uit. De onderzoekers willen daarom de wet veranderen. ‘Een groot deel van de kunst is naar Frankrijk gekomen tussen 1885 en 1960, dus in de koloniale tijd’, zegt Felwine Sarr. ‘Daardoor kun je ervan uitgaan dat de verwerving van die kunst niet op juiste wijze is gebeurd.’
Kunst werd buitgemaakt door Franse militairen, gestolen of geroofd, aldus de onderzoekers. Ook werden werken ‘uitgeleend’ aan de koloniale grootmacht, maar daarna nooit meer teruggegeven. En als er wél voor werd betaald, was het vaak ver beneden de marktprijs.
In Frankrijk is inmiddels een flink debat losgebarsten over de conclusies van het onderzoeksrapport. ‘We moeten (bijna) alles teruggeven’, kopte het weekblad Le Point.
‘Wat blijft er straks nog over in onze musea?’, schreef Le Monde. Kunsthistorica Hélène Leloup vindt dat Frankrijk ten onrechte alleen maar als boosdoener wordt afgeschilderd. ‘Je kunt niet zomaar zeggen dat álles gestolen of oneerlijk verkregen is.’
In etappes
De twee onderzoekers die het rapport schreven, bestrijden dat ze een uitverkoop willen houden. ‘Er is geen sprake van dat wij Franse of Europese musea leeg willen halen om Afrikaanse musea te vullen’, zegt Savoy. ‘We willen alleen de verhoudingen weer in evenwicht brengen.’
De teruggave zal in etappes en onder voorwaarden verlopen. Volgend jaar zullen in een eerste fase enkele beroemde kunstschatten worden teruggegeven aan landen die daar al om hebben gevraagd. Het gaat onder meer om tronen, beelden en poorten die Franse militairen meenamen tijdens plunderingen van het koninklijk paleis in Benin in 1892. In daaropvolgende fases kunnen Afrikaanse landen verzoeken indienen, die dan door onderzoekscommissies worden onderzocht. Het moet gaan om kunst ‘die met geweld of op onrechtmatige wijze is verkregen’.