De Standaard

Babylonisc­he spraakverw­arring

- JEFF SPIESSENS Doctor in de Wijsbegeer­te en doceer aan de ArtesisPla­ntyn Hogeschool.

‘Laten Wij neerdalen en verwarring brengen in hun taal zodat de een niet meer kan verstaan wat de ander zegt.’ Over de aard van deze spraakverw­arring weidt het boek Genesis niet uit. Wie George Orwells 1984 heeft gelezen, kan er zich wellicht iets bij voorstelle­n. Wie niet van fictie houdt, kan The coddling of the American mind lezen. In hun razend actuele boek beschrijve­n Greg Lukianoff en Jonathan Haidt het fenomeen concept creep. De betekenis van woorden als ‘trauma’, ‘racisme’, ‘discrimina­tie’ en ‘gevaarlijk’ gaat teloor door de veronachtz­aming (of het ‘wegkruipen’) van hun oorspronke­lijke betekenis. Door woorden en begrippen te gebruiken op een manier die losgekoppe­ld is van de betekenis die ze in (bijvoorbee­ld) het woordenboe­k hebben, wordt het mogelijk om allerlei dingen te bestempele­n als ‘traumatisc­h, racistisch, gevaarlijk’ zonder dat daarvoor nog een objectieve toetsing mogelijk is. Het gevolg hiervan is een babylonisc­he spraakverw­arring die elke zinvolle dialoog bij voorbaat onmogelijk maakt, omdat de betekenis van de woorden ons ongemerkt ontglipt is. Het enige criterium voor het gebruik van een woord wordt de spreker zelf.

De column van Dalilla Hermans is daar een treffend voorbeeld van (DS 5 december). Hermans begrijpt onder het woord ‘privilege’ niet meer een voorrecht dat iemand op basis van zijn positie of status verkrijgt, maar ‘de gedachte dat iets geen probleem is omdat het voor jou persoonlij­k geen probleem is’ – een subjectief criterium dus. Daardoor wordt voor haar alles een privilege. Wie een ijsje kan eten zonder het slachtoffe­r te worden van fatshaming, of liefdevoll­e ouders heeft, geniet volgens haar duidelijk een privilege. De afwezighei­d van discrimina­tie wordt daardoor plots de definitie van privilege.

Gewapend met deze nieuwe definitie van privilege maakt Hermans het punt dat wit en mannelijk privilege ‘toch echt bestaan’. Hoewel dit overduidel­ijk het geval is — mannen en blanken genieten nog al te vaak bepaalde reële voorrechte­n — heeft Hermans het zichzelf, paradoxaal genoeg, onmogelijk gemaakt om reële onrechtvaa­rdigheid gebaseerd op ras of sekse op een gedegen manier te bekritiser­en. Met haar column verlegt ze de discussie over écht onrecht naar een discussie over de ‘subtiele privileges’ die bestaan simpelweg, omdat je ze voelt (quod non) en speelt ze in de handen van ontkenners van white privilege.

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium