Als een jongen van 7 de rijkste Youtuber wordt
De best verdienende Youtuber van 2018 is een kind van zeven dat speelgoed uitpakt. Het is reclame met een kind, dat mikt op kinderen. Terwijl Youtube ontsnapt aan alle regelgeving. ‘Het loopt de spuigaten uit.’
Ryan is een schattig kereltje van zeven. Hij heeft al drie jaar een Youtubekanaal – Ryan Toys Review – waar zeventien miljoen mensen op geabonneerd zijn. In zijn filmpjes pakt Ryan, meestal samen met zijn vader, speelgoed uit. In zijn laatste filmpje, dat meer dan twee miljoen keer bekeken is, gaat Ryan met zijn vader op zoek naar een Mystery Egg, een groot ei volgestouwd met speelgoed en prullaria. Walmart heeft er net een op de markt gebracht met Ryans gezicht op de verpakking gedrukt. (Het ding is via Amazon ook in België te krijgen en kost 61 euro.) Volgens het Amerikaanse zakenblad Forbes heeft Ryan in 2018 zo’n 22 miljoen dollar (19 miljoen euro) aan zijn Youtubekanaal verdiend.
Youtubekanalen als dat van de kleine Ryan zijn geen gek fenomeen dat zich tot de VS beperkt. Petit Garçon Adam is een Belgisch kanaal met een jong kind in de hoofdrol. Het is gericht op kleine kinderen en heeft een groot bereik. Volgens de website Social Blade is Petit Garçon Adam – met net geen 1,3 miljoen abonnees – het op vier na best bekeken Belgische Youtubekanaal.
Vreemd genoeg is er ook een Engelse (900.000 abonnees) en zelfs Russische (1,2 miljoen) versie van dat kanaal, met hetzelfde jongetje dat telkens een andere taal spreekt. In zijn filmpjes zien we de kleine Adam speelgoedwinkels bezoeken, in Plopsa Coo rondlopen of een binnenspeeltuin in het Luikse uittesten. Het is onduidelijk of ook Adam met zijn kanaal geld verdient. We hebben geprobeerd zijn ouders om meer uit leg te vragen, maar zijn er niet in geslaagd hen tijdig te bereiken.
Vingertouw
Youtubekanalen zoals dat van Ryan haken in op het mediagedrag van (jonge) kinderen. Die spenderen almaar meer tijd online en kijken gretig video’s via Youtube. Terwijl kinderzenders op tv onderworpen zijn aan strenge richtlijnen, zijn er voorlopig amper regels voor onlinereclame die gericht is op kinderen. Alles kan, alles mag en de rest is niet te controleren. Adverteerders hebben online dus vrij spel.
Ze hebben er overigens weinig schroom voor om kinderen online rechtstreeks tot kopen aan te zetten. Vorig jaar rolde Hema in de zomer een onlinecampagne uit met jonge Instagrammers en Youtubers – onder wie de twaalfjarige
Zita Wauters – om zijn schoolgerei aan te prijzen. De campagne was expliciet gericht op twaalftot achttienjarigen, dat stak het marketingbureau dat Hema inhuurde niet eens onder stoelen of banken.
Speelgoedfabrikant Fun Promotion verklaarde gisteren nog in deze krant dat ‘Youtube tegenwoordig dé manier is om kinderen te bereiken’ (DS 6 december). Om een nieuw soort vingertouw te promoten schakelde de speelgoedfabrikant vloggers en infuencers in en plaatste het bedrijf demonstatievideo’s van het vingertouw op Youtube.
Terwijl (jonge) kinderen dus steeds meer tijd online spenderen – vaak op hun tablet en met een koptelefoon, zonder controle van ouders – krijgen ze daar ook almaar meer reclame over zich heen. ‘Kinderen worden online flink getarget door adverteerders’, zegt Valerie Verdoodt, juriste aan de KU Leuven. ‘Ze hebben een grote impact op het koopgedrag van hun ouders. Het loopt de spuigaten uit. Onlineadvertising is voor kinderen vaak moeilijk te herkennen. Daarom is het voor adverteerders effectief.’
Net vandaag doctoreert Verdoodt met een onderzoek over reclamegeletterdheid in een digitaal tijdperk. ‘Kinderen moeten leren omgaan met reclame en daarvoor moeten ze er natuurlijk mee in contact komen. Maar ze moeten ook beschermd worden tegen schadelijke of verborgen reclame. De huidige regelgeving slaagt er niet in om die twee principes in evenwicht te krijgen. Er is nood aan meer bescherming voor kinderen.’
Beterschap
Er is beterschap op komst, belooft Ivo Belet, Europarlementariër voor CD&V. Want er is net een update van de audiovisuele mediarichtlijnen goedgekeurd. ‘Lidstaten zijn wel pas in 2020 verplicht om die toe te passen. Maar dan mogen platformen als Youtube geen schadelijke reclame – voor tabak of alcohol, bijvoorbeeld – meer aan minderjarigen tonen. En product placement (de meest voorkomende vorm van verborgen reclame, red.)is dan ook online verboden’, zegt Belet.
Al zullen die regels niet alle problemen oplossen, toch gelooft ook Verdoodt dat ze de situatie zullen verbeteren. ‘Videoplatformen dragen dan eindelijk zelf ook een verantwoordelijkheid. Youtube moet er dan zelf voor
zorgen dat de prerolls vóór video’s die gericht zijn op kinderen
(de reclameclips die Youtube zelf
verkoopt, red.) aan de regels voldoen. Als vloggers rechtstreeks door adverteerders betaald zijn om ín hun filmpjes producten aan te prijzen, wordt het ingewikkelder. Youtube zal dat niet zelf monitoren. Maar als er klachten komen en er zijn inbreuken, moet Youtube ingrijpen – want anders riskeert het bedrijf een boete.’
Verdoodt maakt overigens nog een interessante bedenking bij het fenomeen van jonge influencers zoals Ryan. ‘Wat moeten we denken van zijn ouders? Zij maken de filmpjes en verdienen fors geld aan hun kind. Het is een vorm van digitale kinderarbeid. Hoog tijd om ook dat van naderbij te onderzoeken.’
‘Onlineadvertising is voor kinderen vaak moeilijk te herkennen. Daarom is het voor adverteerders zo effectief ’
VALERIE VERDOODT KU Leuven