SintCarolus Borromeus zet deur naar de ruien open
De barokke SintCarolus Borromeuskerk opent zaterdag een deur die al enkele eeuwen gesloten is. Die deur leidt naar een ruimte van onder de sacristie naar de ruien.
‘Het zou zonde zijn om de verbinding tussen onze kerk en de ruien ongebruikt te laten. Daarom hebben we begin dit jaar besloten om de doorgang van de kerk naar de ondergrondse stad open te stellen voor het publiek’, zegt Olivier Lins, voorzitter van de kerkfabriek van SintCarolus Borromeus.
‘Het is een tocht van enkele honderden meter, die eindigt in de Keistraat in het hart van het Schipperskwartier. Tijdens de wandeling wordt de geschiedenis van de ruien verteld.’
En over de geschiedenis van de ruien valt heel wat te vertellen. Al in de vroege middeleeu wen werd er in de stad een netwerk van ruien, vlieten en vesten aangelegd. Ze dienden als waterwegen en zorgden ervoor dat schepen zo dicht mogelijk bij de stad konden geraken.
Straatnamen
Sommige van die ruien en vlieten zouden tot ver in de negentiende eeuw openblijven, zoals de SintPietersvliet in het Schipperskwartier. De meeste ruien en vesten werden achter al veel vroeger overwelfd. Veel straatnamen herinneren daar nog aan, zoals de SintKatelijnevest, de Lombardenvest en de Steenhouwersvest. Het waren waterwegen die in de dertiende eeuw gebouwd werden, na een nieuwe uitbreiding van de stad. Sommige ervan liepen tot aan de Meir en het huidige Blauwtorenplein, vlakbij de Leien.
De meeste ruien werden ge dempt om hygiënische redenen. Steeds meer stedelingen gebruikten het water als een open riool en dat zorgde voor ziekten en epidemieën. Tegen 1835 was ruim driekwart van de in totaal acht kilometer lange ruien overwelfd. Nu is opnieuw één kilometer van het netwerk toegankelijk voor het publiek. (pvdp)