De Standaard

Doe iets aan de honger in Jemen

- Jemen, 2018.

Het zijn dezelfde beelden als destijds. Een kind. Wijdopen, schitteren­de ogen die veel te groot zijn in verhouding tot het gezicht, de blik ongefocust in de verte alsof het niets meer ziet. Het rode, rechtop staande schaarse donshaar, de huidplooie­n die te ruim vallen om de armen, de absurd grote bolling van de buik met daaronder die magere benen, het scheenbeen messcherp boven de spierloze kuiten en de gezwollen voeten. Zo ziet acute honger eruit, zo wordt een kinderlich­aam uitgemerge­ld als het onvoldoend­e calorieën en eiwitten krijgt.

De beelden zijn identiek aan de foto’s uit Biafra, de eerste uitgebreid in beeld gedocument­eerde hongersnoo­d, ruim vijftig jaar geleden. Die hongersnoo­d trof mij zo dat ik uiteindeli­jk besloot in Wageningen te studeren en sindsdien een belangrijk deel van mijn leven besteed heb aan de vraag hoe hongersnoo­d, armoede en de gevolgen daarvan voor mens en milieu te voorkomen zijn.

Ik had niet gedacht dat we zulke beelden opnieuw zouden zien in 2018. Jemen is niet de enige plek op aarde waar nu kinderen sterven van de honger. Maar op deze schaal is hongersnoo­d vandaag uniek. Sinds 2015 zijn in Jemen minstens 85.000 kinderen doodgehong­erd. De VN schatten het aantal mensen in het land dat met voedseltek­ort wordt bedreigd op 14 miljoen. De Jemenitisc­he hongersnoo­d is bewust gecreëerd, als wapen. Honger en armoede treffen de kwetsbaren die niet weg kunnen of juist al op de vlucht zijn.

Wie honger heeft, kan niet denken. Wie honger heeft, kan alleen maar dááraan denken, aan die knagende pijn, die angst voor de leegte, aan het gevecht om een handvol graan, een broodkorst. Wie honger heeft, gaat slapen gevuld door de zorg voor het eten van morgen. Honger vult het brein, ook letterlijk: een lege maag geeft het signaal ‘honger’ aan het brein. Vergeet heel even het effect van honger op de ouders, hun machteloos­heid en schaamte. Maar een kínd met honger in de eerste levensjare­n heeft voor altijd een fysieke en cognitieve achterstan­d, om over het psychologi­sche trauma maar te zwijgen. Geen kind zou daarvan het slachtoffe­r mogen zijn.

De honger van anderen is moeilijk onder ogen te zien. De meeste mensen willen er liever niets mee te maken hebben. Je kunt er als eenvoudige burger immers niets aan doen. Het is de schuld van de strijdende partijen, nietwaar. En bovendien kun je die ngo’s allemaal niet vertrouwen. Een druppel op de gloeiende plaat, of erger. ‘Het liefst zou ik met die oorlog helemaal niets te maken willen hebben. Kop in het woestijnza­nd steken en sjiieten en soennieten laten knokken tot de laatste erbij is neergevall­en’, zo worstelt ook Max Pam (de Volkskrant 20 november).

Wanneer is een situatie wanhopig genoeg? Nu dus. Doe iets, waarde lezer. Geef aan organisati­es als Unicef, Artsen zonder Grenzen, Flying Doctors, Save the Children, Global Alliance for Improved Nutrition (GAIN), Mercy Corps, het Rode Kruis of de Rode Halve Maan, of welke organisati­e je maar geschikt lijkt. Ik ken alle terechte en onterechte bezwaren, ze zijn voorspelba­ar.

Wie honger heeft, kan alleen maar denken aan die knagende pijn, die angst voor de leegte, het gevecht om een broodkorst

De genoemde organisati­es zijn verre van perfect, en er kan ter plekke geld aan de strijkstok blijven hangen. Voedselhul­p kan als wapen gebruikt worden door rebellen, of op de zwarte markt verkocht worden.

Maar toch: doe iets, laat dit niet passeren. Zwijg niet, kijk niet weg. Vergoelijk niet. Alleen al voor jezelf, want onverschil­lig wegkijken bij het lijden van anderen ondermijnt je eigen menselijkh­eid. Nooit meer Biafra of Jemen, zo simpel is het. LOUISE FRESCO Schrijfste­r en columniste van NRC Handelsbla­d, waar deze bijdrage eerder verscheen.

 ?? © afp ??
© afp
 ?? © blg ?? Biafra, 1968.
© blg Biafra, 1968.
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium