‘Mensen boden zich spontaan aan om te werken’
ONDERNEMEN GOMAD, STARTUP IN BEREIDE GROENTEN
Christophe De Mey (r.): ‘Iedereen verdient hier
Het Antwerpse Gomad is pas een jaar oud, levert aan ’t Zilte en BioPlanet, en draait volledig op erkende vluchtelingen.
ANTWERPEN I In een koelcel wassen werknemers in witte werkkledij jonge sla in grote blauwe manden. Zakjes spruitjes, fijngehakte sjalotten, stukken knolselder en mooi egaal gesneden blokjes paprika staan klaar om de deur uit te gaan. Samosa’s, oosterse hapjes in bladerdeeg, liggen op een stalen tafel klaar om in restaurants in de frietketel te gaan. En aan de muur hangen foto’s van groenten met de Nederlandse benaming eronder, want zowat alle werknemers in het bedrijf zijn erkende vluchtelingen. Vooral Afghanen en Syriërs vonden hier een baan.
Zaakvoerder Christophe De Mey had verre van de bedoeling met een sociale onderneming te beginnen toen hij in de zomer van 2017 startte met Gomad. Toch kreeg zijn bedrijf vorige week de Award Inclusieve Onderneming, een prijs die voor het eerst werd uitgereikt door de Werkplekarchitecten, een koepelorganisatie van een honderdtal nietwinstgedreven organisaties die aan jobcoaching doen. Een inclusieve onderneming is een bedrijf dat mensen die ver van de arbeidsmarkt staan, toch een kans geeft.
Blinkende ogen
‘Het was in de eerste plaats opportunisme, geef ik toe’, vertelt hij. ‘Ik had personeel nodig, en Levanto (een sociale onderneming, red.) kwam een aantal vluchtelingen voorstellen. Ik had geen ervaring met mensen aanwerven, en zij spraken geen of amper Nederlands. Ik koos er drie uit bij wie ik de ogen het meest zag blinken. Een van hen is nu ploegbaas. En iedereen verdient hier goed zijn brood.’
De zaken draaien goed voor Gomad, met 14 voltijdse medewerkers vast in dienst, een omzet van 2 miljoen euro en klanten als supermarktketens BioPlanet en Metro, maaltijdbox Foodbag en bekende restaurants en cateraars zoals ’t Zilte, Villa De Torre, Silverspoon en Diner Privé. ‘In convenience zit nog veel potentieel, er is in ons land nog niet veel aanbod aan kwalitatieve bereide maaltijden’, zegt De Mey.
‘Met de komst van de witte kassa is het voor restaurants ook te duur geworden om hun koks zich te laten bezighouden met de mise en place van de koude keuken. Het groenten snijden, vaak met de hand, maar ook het fermenteren en pickelen, en het maken van gegaarde garnituur, dat kunnen ze uitbesteden aan ons. We beperken ook ons afval en doen er iets mee: we trekken groentebouillons en maken kruidenoliën van kruidenafval. We werken ook op maat: wie iets moois wil doen met onze producten, daarvoor willen we een extra inspanning doen.’
De krapte op de arbeidsmarkt voelt De Mey aan den lijve. ‘In mijn ervaring is de werkbereidheid bij erkende vluchtelingen veel groter dan bij langdurig werkzoekenden. Een van mijn ploegbazen kwam ik voor het eerst tegen in het wassalon. Toen hij zag dat ik werkkledij aan het wassen was, kwam hij spontaan vragen of ik geen werk voor hem had. Sommige mensen werken hier duidelijk onder hun niveau. Ik moedig hen aan om te vertrekken als ze een andere kans zien.’
Nederlandse les
De Mey gaat ver voor zijn werknemers. Neemt hun schulden over, legt de productie stil om iedereen een notitieboekje in de hand te stoppen en Nederlandse les te geven, vertaalt OCMWbrieven en zoekt appartementen. In de eerste plaats wil hij een ondernemer zijn. ‘Maar ik vind ook dat iedereen een kans verdient, en wil mijn werknemers zo snel mogelijk uit de armoede trekken.’
In februari verhuist Gomad van de voormalige beenhouwerij waar het nu zit, naar het industrieterrein van Wijnegem. ‘Het is daar een stuk groter, we hebben nog veel groeipotentieel. Alleen al met onze huidige klanten stijgt de omzet volgend jaar met de helft. Maar industrieel gaan wil ik niet. We blijven bewust klein om de kwaliteit en het fijne werk te bieden die industriële groentesnijders niet kunnen leveren.’
‘Ik wil mijn werknemers zo snel mogelijk uit de armoede trekken’ CHRISTOPHE DE MEY
Zaakvoerder Gomad