Europeanen zijn gewonnen voor grenzeloze solidariteit
Politici beweren vaak ten onrechte dat hun burgers tegen ‘meer Europa’ zijn. Dat geldt alvast niet voor een Europese schokdemper tegen werkloosheid.
De gele hesjes die nu al weken de Franse wegen blokkeren, verwensen de Europese Unie als een instrument van en voor de rijken. Maar een sociaal Europa dat de zwakkeren beschermt, kan op massale steun rekenen bij burgers met een lager inkomen en opleiding. Dat blijkt uit een onderzoek naar de bereidheid van de Europeanen om het risico van werkloosheid over de grenzen heen te spreiden.
Voor deze studie ondervroegen professor Frank Vandenbroucke, de gewezen Belgische SP.Aminister, en zijn team aan de Universiteit van Amsterdam bijna 20.000 Europeanen in dertien lidstaten.
Sinds de crisis van de eurozone maakt de idee opgang dat Europa landen die een ongewone stijging van hun werkloosheid ervaren, te hulp moet komen. Dankzij die solidariteit zouden de getroffen lidstaten niet op andere begrotingsposten moeten besparen om de uitkeringen te kunnen betalen. Het is precies het gebrek aan dat soort van ‘schokdempers’ dat de crisis in de eurozone zo schrijnend maakte.
Beperkte tegenstand
De tegenstand tegen zo’n grenzeloze solidariteit blijkt erg beperkt te zijn: nauwelijks 13 procent van de ondervraagden is er vlakaf tegen gekant. ‘De studie levert een heel ander beeld van de Europeanen op dan het gangbare politieke discours wil doen geloven’, stelt Vandenbroucke vast.
Wel heeft de manier waarop de solidariteit wordt georganiseerd, invloed op de mate van steun. Zo bleken de meest genereuze modellen, waarbij 70 procent van het laatste loon wordt uitgekeerd, het populairst. Verder stijgt de steun als de lidstaten hun werklozen vorming aanbieden en als ze hen verplichten elke gepaste baan te aanvaarden.
Die voorwaarden vinden de Europese burgers veel belangrijker dan de vraag of het aanvaardbaar is dat altijd dezelfde landen steun ontvangen en altijd dezelfde lidstaten betalen. Dit in tegenstelling tot het debat dat de politici de afgelopen jaren voerden.
Maar de EU moet er niet aan denken om zelf, rechtstreeks, de uitkeringen uit te betalen. Dat blijft in de ogen van de ondervraagden een nationale taak. Het Europese systeem moet dus veeleer een herverzekering zijn die de nationale stelsels ondersteunt.
Verzorgingsstaat
De rijkere lidstaten met sterker ontwikkelde verzorgingsstaten staan over het algemeen iets sceptischer tegenover risicodeling – al blijft er ook daar een meerderheid. Bij die landen staat België op de derde plaats na Frankrijk en Duitsland.
In België, zoals in andere rijkere landen, krijgt het minst genereuze systeem de minste steun uit vrees voor sociale afbraak.
De Belgen geven de voorkeur aan een systeem met genereuze uitkeringen, die gepaard gaan met opleiding voor werklozen, herverdeling tussen rijke en arme Belgen, maar – op termijn – niet tussen lidstaten. In Nederland daarentegen wint de optie zonder herverdeling.
‘Het resultaat van de studie staat in schril contrast met het gangbare politieke discours’
FRANK VANDENBROUCKE Professor Universiteit Amsterdam
Een geel hesje in Parijs. De beweging ziet Europa als