Vierde mobiele speler is olifant in de kamer
Officieel speelt een vierde mobiele operator geen rol in het plan van Proximus. Maar officieus zeker wel.
BRUSSEL I Hoe groot is de rol van de komst van een mogelijke vierde mobiele speler in het herstructureringsplan van Proximus? In het perscommuniqué van Proximus over het plan #shifttodigital wordt er met geen woord over gerept. ‘Het ligt niet aan de basis van ons plan’, stelde ceo Dominique Leroy ook in een interview (DS 11 januari).
Nochtans is het deze olifant in de kamer die aan de basis lag van de beslissing om het plan nu te lanceren. Proximus zit als voormalig staatsbedrijf met een aantal handicaps. De productiviteit en de winst per personeelslid zijn lager, het absenteïsme is hoger en er is een overtal aan personeel. Als Proximus vergeleken wordt met KPN, de historische Nederlandse speler die eveneens een netwerk heeft van koperdraad én eveneens deels in een duopoliemarkt zit, heeft Proximus 4.000 mensen te veel. Ook binnen Proximus maakt men die analyse. Aan dat overtal moet hoe dan ook iets gedaan worden.
De concurrentie neemt toe en zet druk op de prijzen. Proximus moet meer data aanbieden voor dezelfde prijs, of zelfs een lagere prijs. ‘Het is alsof je een rijvak extra moet aanleggen op een autosnelweg om het verkeer mogelijk te maken, maar er geen inkomsten uithaalt’, zei Leroy.
De mogelijke komst van de vierde ceo van Orange België, eind vorig jaar in een gesprek met De Standaard. ‘Dus ofwel trek je de prijzen op, of je laat de kwaliteit zakken, of je krijgt nietduurzame spelers die worden opgekocht. Dat is geen rocket science.’
Trabbia verwijst naar andere landen die van vier mobiele netwerken naar drie zijn gegaan. Zoals de Verenigde Staten, waar de mobiele spelers TMobile en Sprint fuseren. ‘En dat in een markt met meer dan 300 miljoen mensen’, merkt Werner De Laet, innovatiedirecteur van Orange Belgium, fijntjes op. ‘Als je te weinig netwerken hebt, dan zijn er problemen met concurrentie’, besluit Trabbia. ‘Maar heb je te veel netwerken, dan krijg je problemen om die netwerken te laten renderen. Dat zien we over de hele wereld.’
Het is een gedeelde verzuchting van de telecombedrijven, die voormalig minister van Telecom, Alexander De Croo (Open VLD) met vuur bestrijdt (zie interview hiernaast). Maar het verklaart wel de gevoeligheid, en waarom de kwestie van de vierde operator, ook al wordt ze niet officieel als reden meegedeeld voor Proximus’ plan, wel degelijk een belangrijke rol speelt.
Of er een vierde speler zal komen, is nochtans onduidelijk. Heel wat waarnemers achten de kans bijzonder klein. Tegelijk fulmineren oppositiepartijen tegen het voornemen. Zo deelde PSkamerlid Karine Lalieux op Twitter haar teleurstelling mee dat de premier in het parlement niets zei ‘over een definitief kruis over de komst van een vierde operator’.