De American dream op doek
‘Hodgkin’s house’ van (1928).
Helemaal op het eind van Es war einmal in Amerika komen we op vertrouwd terrein. De krachtpatsers van de naoorlogse Amerikaanse kunst, zoals Mark Rothko, Jackson Pollock en Barnett Newman: ze hangen ook prominent in de grote Europese musea. Hun abstracte schilderstijl was onverschrokken en rolde met de spierballen. In hun thema’s grepen ze naar het hogere, het sublieme, het tragische. Ook hun formaten waren overrompelend. Maar wat kwam er vóór hen? Waar zetten ze zich tegen af?
Met de geschiedenis van de Amerikaanse kunst, die haast alleen in musea in de VS na te trekken valt, zijn we weinig vertrouwd. Het is dus een prima idee van het WallrafRichartzMuseum om ons mee te nemen op een goed gestoffeerde ontdekkingstocht van drie eeuwen.
De bijbehorende stelling luidt dat het traject getypeerd wordt door ‘levendige kunst, die vernieuwend is en openstaat voor experiment’. Maar het prille begin valt alvast dik tegen. Wat een academisme, wat een bordkartonnen taferelen! Bij de vroegste Amerikaanse kunst was de schatplichtigheid aan de Oude Wereld groot. De Spanjaarden, Nederlanders, Britten en Schotten: de eerste settlers op de oostkust brachten elk hun tradities mee. Maar in stijl en in onderwerpen zinderden vooral het strenge puritanisme door en het geloof in de eigen uitverkoren status. Wat de Nieuwe Wereld inpalmde, was God’s own country.
Kostuumdrama
Vooral statige portretten en historieschilderkunst kwamen aan bod. De ingehuurde kunstenaars werden beschouwd als limners, simpele ambachtslui. Ze waren geschoold in Europa, leefden van opdrachten en hanteerden de vertrouwde modellen. Benjamin West, die later de medestichter van de Royal Academy in Londen zou worden, was een van de bekendste namen. Zijn Drie musicerende dames lijken zo weggelopen uit een antiek kostuumdrama.
Het GrieksRomeinse gedachtegoed en de klassieke idealen boden een houvast voor de nieuwe natie die haar identiteit zocht. Ook in kunst en literatuur leverden ze de passende beeldtaal. Zoals bij de Slapende Ariadne van John Vanderlyn, waar al meteen ophef over ontstond omwille van het prominente naakt. Hét icoon van de pas veroverde onafhanke