NAMEN NOEMEN
Standaard
‘Verwonderlijk’, vond een lezer het dat
deze week de volle naam én de foto publiceerde van de teruggekeerde Syriëstrijder die ervan verdacht wordt dat hij de autopsierapporten van de aanslagen van 22 maart in Brussel gestolen heeft.
Het is niet de eerste keer dat er vragen rijzen bij de publicatie van de naam van een verdachte in een gerechtelijk dossier. De (overigens ongeschreven) vuistregel die De Standaard daarvoor hanteert, lijkt nochtans eenvoudig. Van verdachten van een misdrijf worden hoogstens hun voornaam en de eerste letter van hun familienaam vermeld, en eventueel hun leeftijd en hun woonplaats. Zodra ze veroordeeld zijn, mag hun naam voluit in de krant.
Dat is het principe. In de praktijk blijkt het meestal gecompliceerder.
De vuistregel is gebaseerd op de richtlijnen van de Raad voor de Journalistiek ter zake. Maar die richtlijnen omvatten nogal wat uitzonderingen en nuanceringen, onder meer ingegeven door de journalistieke praktijk. Daardoor is de vuistregel zelden eenduidig en automatisch toepasbaar.
Het geval van Ilyass K., over wie het hier gaat, illustreert dat nog maar eens. Ilyass K. wordt nu verdacht van wat misschien niet meer dan een gelegenheidsdiefstal was, maar hij is wel een veroordeelde Syriëstrij der. In 2016 werd hij veroordeeld tot vijf jaar cel, waarvan de helft met uitstel, wegens lidmaatschap van een terroristische organisatie. In een afgeluisterd telefoongesprek vertelde hij ooit dat hij in Syrië iemand onthoofd had, maar daarvoor waren geen bewijzen. En dus werd hij daar ook niet voor berecht – een feit waarover de Belgische pers destijds kritisch berichtte.
Kortom: Ilyass K. is geen onschuldig koorknaapje. Maar, zoals gerechtelijk journalist Mark Eeckhaut uitvoerig uitlegt in zijn artikel (DS 11 januari), daarom is nog niet bewezen dat hij nu ook schuldig is aan de diefstal van de autopsierapporten. Inhoudelijk is Eeckhauts artikel daarmee een mooi staaltje van onpartijdige journalistiek. Wat de lezer onthoudt, is dat Ilyass K. een veroordeelde misdadiger is die nu, mogelijk onterecht, verdacht wordt van een nieuw misdrijf.
Maar volstaat het gegeven dat hij vroeger al eens veroordeeld is om zijn naam én foto nu opnieuw voluit af te drukken in de krant?
Eeckhaut vindt van wel: ‘Toen hij in 2016 veroordeeld werd, is zijn naam integraal in de krant en op de site verschenen’, zegt hij. ‘Niet alleen bij ons, maar in alle media. Zijn foto circuleert op het internet. Het is toch bizar om iemands naam, die je al voluit hebt geschreven, twee jaar later niet meer voluit te schrijven, terwijl je in het artikel wel uitgebreid verwijst naar de feiten en de artikels van toen.’ Als we de logica van ‘verdachten worden niet met volle naam genoemd’ altijd zouden doortrekken, zou vandaag Mehdi Nemmouche, de pleger van de aanslag in het Joods Museum, nog steeds Mehdi N. heten, en Salah Abdeslam zou nog altijd Salah A. zijn als het over de aanslagen van Parijs gaat, aldus nog Eeckhaut.
Met die redenering ben ik het niet eens. Ilyass K. is, hoewel absoluut geen frisse jongen, van een ander kaliber dan Nemmouche of Abdeslam. Volgens de richtlijnen van de Raad voor de Journalistiek is het in het geval van die twee laatsten wél te verantwoorden om hun volle naam te noemen, ook al zijn ze nog niet veroordeeld. In hun geval gaat het immers om ‘ernstige misdrijven’ en is hun schuld ruimschoots ‘aannemelijk gemaakt’. Gezien de aard van hun misdrijven, kan je daarbovenop ook nog beargumenteren dat het ‘maatschappelijke belang’ hun volledige identificatie rechtvaardigt.
Maar in het geval van Ilyass K.? De man is meer dan twee jaar geleden veroordeeld en werkt nu als loodgieter. Hij was in het gebouw waar de diefstal plaatsvond aanwezig in verband met de probatievoorwaarden na zijn vorige veroordeling.