Bach hoort niet thuis in de Delhaize
MARLIES DE MUNCK heeft begrip voor de violist die zich verzet tegen de komst van Delhaize in een kerk. Hij zet zich in voor een artistiek ideaal dat onder druk staat.
Muzikant Mikhail Bezverkhni trekt ten strijde tegen de commerciële herbestemming van de SintAnnakerk in Gent (DS 9 januari). Zijn viool gebruikt hij als wapen, Bach is zijn munitie. Het is hem niet te doen om het stenen gebouw zelf. Delhaize was immers de enige kandidaatovernemer die het gebouw intact wilde laten (DS 11 januari). Wat Bezverkhni wil redden is ‘het sacrale’. Maar wat is dat precies? Strijdt hij in naam van de kerk of van de kunst?
Op het eerste gezicht gaat het om een consequente navolging van Jezus zelf, die de handelaren uit de tempel verdreef. In De Afspraak verwoordde Bezverkhni het probleem kort en krachtig als ‘bazaar in de kerk’. De materialistische motieven van de commerce staan haaks op het sacrale. Zelfs de meest ethisch vervaardigde, biologisch geteelde waren kunnen ons leven niet voorzien van zin of betekenis.
Maar is kunst in de kerk dan zoveel beter? Bezverkhni verwijst naar Bach en naar de schilderkunst uit de renaissance om aan te tonen dat kunst en religie van nature samenhoren. Velen zouden nochtans beweren dat de kunst pas echt een hoge vlucht nam toen ze van het juk van de kerk bevrijd was. De neergang van de godsdienst maakte plaats voor de Kunstreligion. Aandacht voor de lichamelijke en materiële dimensie van kunst creëerde ruimte voor experiment. Om die reden kan je net zo goed argumenteren dat kunst niet thuishoort in de kerk. Zo verhuisde Bach naar de concertzaal.
De zeepdozen van Warhol
En toch is het pleidooi van de oude violist niet verkeerd. In De Afspraak viel David Van Reybrouck hem bij door te wijzen op de spirituele crisis waarin we verkeren. We zitten met een soort geestelijke armoede, zo stelde hij, een gebrek aan zingeving. Mensen hebben meer nood aan plaatsen voor bezinning dan aan originele winkelconcepten. Deze week nog maakte de UGent bekend dat al haar gebouwen een aparte ruimte zullen krijgen om te bidden of om te bezinnen (DS 10 januari). O ironie.
De vraag is of kunst weerwerk kan bieden tegen die spirituele leegte. Toen Andy Warhol in de jaren zestig een New Yorkse galerij vulde met Brillo Boxes, toonde hij dat zelfs de meest banale goederen kunst kunnen zijn. Zijn zeepdozen werden zo een statement over wat kunst is. Ze golden als een democratisch gebaar, als een kritiek op de elitaire kunstwereld. Vandaag merken we dat dit gebaar tegelijk ook de deur openzette voor betekenisloze kunst. Kunst die alleen nog haar materiaal is en elke geestelijke dimensie afwijst. Deze kunst laat zich perfect recupereren door de ‘bazaar’. Ze behoeft geen inhoudelijke discussie, ze drijft volledig op haar onmiddellijke effect.
Vandaag zijn we het niet meer gewoon om kunstwerken te beoordelen op hun inhoud. Dat vinden we snel te dogmatisch. Bovendien doet de artistieke vrijheid die kunstwerken genieten ons terugdeinzen
Veel mensen zijn bang om toe te geven dat ze sommige kunst betekenisloos vinden