ONTROERD
‘Gorik pt. 1’ van Zwangere Guy speelt op de autoradio. Ik heb de intense song nog nooit gehoord, deze oude man is niet meer mee. Ellende stapelt zich op boven een zware beat.
De zanger gebruikte drugs om zijn verleden te vergeten. Als kind moest hij op de vloer slapen. Zijn moeder werd door haar partner verkracht en misbruikt, onder het oog van zijn kleine zus. Hij wil de man doodschieten en op zijn graf pissen. Vier jaar al heeft Zwangere Guy geen contact meer met zijn moeder. Hoe verder we komen in het nummer, hoe meer platgeslagen ik ben. Eerder dan ontroerd ben ik murw.
Plots spreekt de zanger zijn moeder rechtstreeks aan. Dat het goed met hem gaat, dat hij bij niemand schulden heeft. En dan komt het precisieschot ontroering: ‘Heb zelfs een beetje gespaard’. Krop in mijn keel. Het zit allemaal in dat ene zinnetje. Zijn vastberadenheid om het beter te doen, de hoop dat het kan, het verlangen om met zijn moeder te praten, het aandoenlijk kleinburgerlijke van het sparen tegenover de gewelddadige structuurloosheid waaruit hij komt.
En hup, we zitten weer eens te blèten achter het stuur. De vrouw naast mij aan het rode licht kijkt verontrust. Huilend steek ik mijn duim omhoog, om aan te geven dat ik iets moois meemaak doordat iemand schoon vertelt dat hij iets lelijks
heeft meegemaakt.