RADICAAL-RECHTS STROOPT DE MOUWEN OP
ProEuropese partijen hebben de daver op het lijf. Rechtse eurosceptici scharrelen rond op het continent en zoeken uit of ze na de verkiezingen een grote fractie kunnen vormen. Sommigen zien een groep ontstaan die de Europese politiek zal lamleggen. Zover komt het niet. Deze krant wees er al op dat de onderlinge verschillen in stijl en inhoud groot zijn(DS 9 januari). Beschaafde nationalisten van het Geert Bourgeoisgenre zouden een alliantie moeten vormen met grimmige neonazi’s. Zelfs met veel alchemie is dat onmogelijk.
Dat neemt niet weg dat er op de radicale rechterflank een en ander in beweging is. In het Europees Parlement waren de zaken eenvoudig: extremistische partijen voerden campagne met de boodschap dat ze de Unie wilden slopen. Hun vertegenwoordigers namen een goeie tien procent van de zitjes in en nestelden zich vervolgens in de rol van dood gewicht. Daar lagen ze dan vijf jaar. Hun activiteiten beperkten zich tot onkostenformulieren invullen en maandelijks een magnifiek salaris opstrijken. Door de jaren heen is die kliek gestaag gegroeid, maar minder spectaculair dan ze zelf laat uitschijnen. Zelfs in de meest gewaagde prognoses komen deze partijen ook straks niet boven een vijfde van de zetels uit.
Wat er wel verandert, is dat ze in sommige lidstaten intussen meebesturen. In Italië en Oostenrijk leveren ze ministers en in Andalusië geven ze gedoogsteun aan de coalitie. In Hongarije en Polen zijn de regeringspartijen in woorden en daden dermate opgeschoven naar rechts dat ze nu ook tot de radicale stal gerekend kunnen worden. Bestuursverantwoordelijkheid dragen gaat kennelijk gepaard met kronkelingen en verstrooidheid. In Italië vergaten de populisten dat ze de euro weer wilden inruilen voor de lire en in Oostenrijk werd het aangekondigde Öxitreferendum afgeblazen. De grootste idiotieën verdwijnen op die manier uit de planning, maar er blijft genoeg over om zich op te profileren. Zeker in de rayon van de migratiepolitiek is er nog ruimte.
In radicaalrechtse middens zijn sommigen het beu om voor eeuwig aan de kant te gesticuleren voor de eigen parochie. Hoe hard ze ook staren in de koffieprut, de wil van het hele volk kunnen ze er niet in lezen. Ze realiseren zich dat de absolute meerderheid niet in het verschiet ligt. De krankzinnigste onderdelen worden bijgevolg uit het programma gehaald en op de aanpalende percelen zoeken ze naar bondgenoten. Ze tonen zich bereid om hier en daar compromissen te aanvaarden en dat vraagt om een zekere omslag, in boodschap en in stijl.
Bij Vlaams Belang twijfelen ze en flitst de strategie nog alle kanten uit. Eerst komen ze met een campagnefoto van een lachende boreling en een aardige moeder in een witte jurk, om een paar dagen later een liegende griezel in een kostuum naar voren te duwen. Of VlaamsBrabant massaal sym
Ook de ambulancedienst in Straatsburg weet dat het speciaal volk is, aan die extreme zijde
pathie zal tonen voor iemand die achter elke lettergreep een uitroepteken zet, valt nog af te wachten.
Maar hoe zit het dan in Europa? Dit soort partijen zegt steeds minder dat ze de Unie uit elkaar wil hameren. Het draait nu blijkbaar om hervormingen van binnenuit. Dat is nieuw. Het geeft aan dat radicaalrechts bereid is om, net als in Italië en Oostenrijk, de mouwen op te stropen.
We zijn nog niet op dat punt. Als ze actief aan politiek willen doen in dat grote Europees Parlement, moet er worden samengewerkt. Dat is in die hoek niet vanzelfsprekend. Ook bij de ambulancedienst in Straatsburg weten ze dat het speciaal volk is, aan die extreme zijde. Niet zo lang geleden klopte een obscure Britse gekozene in het parlement een al even louche partijgenoot in het ziekenhuis. Over dit soort lieden hebben we het dus. Hun vermogen tot samenwerking is betrekkelijk beperkt.
Het lijkt er evenwel op dat ze nu toch een poging zullen doen om mee het beleid te bepalen. Dat is wat anders dan in de marge tetteren dat alles in gruzelementen moet. Het stelt andere fracties voor een ongewone en meer uitdagende situatie. In de zoektocht naar allianties zal de grens worden afgetast. Talrijke klassieke partijen zijn de voorbije jaren in hun programma’s dit zootje achterna gehold. De vraag rijst of ze er straks ook stemafspraken mee zullen maken. De meest onuitvoerbare quatsch verdwijnt uit de campagne, maar er blijft genoeg over om bezorgd over te zijn.