De Standaard

Partijen gijzelen berekening verkiezing­sbeloftes

De politieke partijen bepalen zelf welke verkiezing­sbeloftes ze laten narekenen en kunnen een berekening die hen niet zint zelfs geheimhoud­en. De geloofwaar­digheid van de oefening ligt helemaal in hun handen.

- VAN ONZE REDACTEUR CHRISTOF VANSCHOUBR­OEK

BRUSSEL I Bijna alle politieke partijen maakten voor de verkiezing­en in 2014 de dure belofte dat in 2019 alle verkiezing­sprogramma’s zouden worden doorgereke­nd. Die oefening werd op 22 mei 2014 zelfs wettelijk vastgelegd. Van die wet was al lang sprake, maar de druk werd verhoogd nadat De Standaard, VRT en De Tijd in ‘Rekening 14’ samen met de KU Leuven voor bepaalde thema’s de effecten van verkiezing­sbeloftes berekend hadden.

Het is de eerste keer dat het federaal Planbureau zo’n doorrekeni­ng van verkiezing­sprogramma’s maakt. In Nederland gebeurt dat al dertig jaar. Iedereen, ook de mensen van het Planbureau zelf, zijn benieuwd wat de oefening zal opleveren.

Het Planbureau heeft tot op vandaag immers nog geen idee welke programmap­unten het zal moeten becijferen. De dertien politieke partijen in de Kamer krijgen tijd tot eind deze maand om drie tot vijf thema’s, die voor hen prioritair zijn, door te geven. Dat kan bijvoorbee­ld gaan over fiscalitei­t, pensioenen, klimaat of gezondheid­szorg.

Achter die thema’s kunnen verschille­nde concrete maatregele­n schuilgaan. Zo is het mogelijk dat de ene politieke partij drie concrete maatregele­n laat doorrekene­n, terwijl een andere partij de cijferaars van het Planbureau vijftig maatregele­n onder de loep laat nemen.

Navraag bij de verschille­nde studiedien­sten leert dat nog niet is beslist wat ze zullen doorrekene­n. ‘Wij hebben verschille­nde scenario’s: van een beperkte doorrekeni­ng tot de berekening van een ruim pakket aan maatregele­n’, klinkt het bij een directeur van een studiedien­st.

‘Wij hopen dat alle partijen de oefening ernstig nemen, wij zullen dat alvast doen’, zegt Thomas Leys, de coördinato­r van de politieke studiedien­st van Open VLD. ‘Maar natuurlijk speelt daarbij ook politieke strategie een rol.’

Het Planbureau zal niet alleen kijken naar het budgettair­e plaatje, maar ook de effecten op de koopkracht en de werkgelege­nheid becijferen. Ook de invloed van maatregele­n op de mobiliteit en het elektricit­eitsnetwer­k zal becijferd kunnen worden.

Absolute discretie

Alles gebeurt in absolute discretie. Elke partij beschikt over één contactper­soon met een speciaal paswoord om met het Planbureau te communicer­en. Partijen weten niet van elkaar welke voorstelle­n ze laten doorrekene­n. Op 26 april, precies één maand voor de verkiezing­en, worden de resultaten publiek gemaakt. Toch die resultaten waarvoor de politieke partij het Planbureau het fiat geeft om ze publiek te maken. Want de politieke partijen kunnen te allen tijde een verkiezing­sbelofte waarvoor ze een berekening hebben laten maken, terugtrekk­en uit de oefening.

Die vrijblijve­ndheid houdt het risico in dat de programma’s am per te vergelijke­n zullen zijn.

Een ander groot nadeel is dat het Planbureau geen regionale effecten van maatregele­n kan berekenen, terwijl steeds meer bevoegdhed­en op het regionale niveau liggen. ‘Je kan het glas ook halfvol zien’, zegt Bart Hertveldt, adviseur bij het Planbureau. ‘Dit is alvast een eerste stap naar meer transparan­tie en verplicht de politieke partijen toch al om iets meer na te denken over kwantifice­erbare maatregele­n en hun programma’s te verfijnen op basis van die cijfers.’

De resultaten waarvoor de politieke partij het fiat geeft, worden precies één maand voor de verkiezing­en publiek gemaakt

 ?? © belga ??
© belga

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium