‘Belgisch parlement was al in oktober gewaarschuwd’
Een Syrische lobbygroep waarschuwde Belgische politici al in oktober over ‘criminele activiteiten’. ‘Vreemd genoeg hebben we toen amper reactie gekregen.’
BRUSSEL I Coup de théâtre gisteren in de Kamer: plots zwaaide het oppositielid Georges Dallemagne (CDH) met een brief van de European Syriac Union (ESU), een lobbygroep van oosterse christenen in Europa, over ‘criminele activiteiten’ bij het uitreiken van humanitaire visa aan Syrische christenen. De organisatie had daarover verhalen gehoord en klachten gekregen. De brief, die werd verstuurd per email, spreekt over ‘zes mensen uit België’ die mogelijk betrokken zijn. Een van hen zou een link hebben met een Belgisch parlementslid. Volgens ESU moesten christenen bedragen tussen 3.000 en 14.000 euro betalen.
‘Dit is een criminele activiteit die voor het gerecht moet komen. En dan is er nog de vraag waarom het Belgische consulaat (in Liba
non, red.) samenwerkt met deze “bende”. Dit is een schandaal dat onmiddellijk moet stoppen’, aldus de brief, die al van 11 oktober dateert.
‘Wij hebben de brief naar heel veel Belgische politici gemaild, zo wel van het Europese als het nationale parlement, over alle politieke partijen heen’, zegt Metin Rhawi (ESU), coauteur van de brief, aan de telefoon vanuit Zweden. ‘Wij hoopten vurig dat de praktijk zou worden stopgezet. Het kan niet dat kwetsbare mensen hun huis moeten verkopen om een humanitair visum te betalen dat slechts
350 euro kost. Als lobbyorganisatie zien wij ook liever dat christenen in de eigen regio worden geholpen en beschermd. Vreemd genoeg hebben we op onze mails amper of geen reactie gekregen. Vandaag
(gisteren, red.) moet ik via de media vernemen dat parlementsleden zeggen dat ze de brief niet hebben ontvangen, en dat hij misschien in de spamfilter terecht is gekomen.’ Daar lijkt Rhawi weinig geloof aan te hechten.
De ESU wil niet bevestigen of ook Theo Francken (NVA) als toenmalig staatssecretaris de brief heeft gekregen. ‘Nogmaals, de brief is naar genoeg politieke verantwoordelijken gemaild om er kennis van te nemen.’ Ook de politie zou van de inhoud van de brief op de hoogte zijn geweest. ‘Of het onderzoek daardoor aan het rollen is gebracht, weet ik niet’, zegt Rhawi. Hij wil ook niet zeggen wie de zes betrokkenen zijn naar wie in de brief wordt verwezen. ‘Wij hebben de namen. Als de politie ze wil kennen, kan ze bij ons aankloppen.’ (dey)