Dus toch nog: de smartwatch
Zes jaar geleden werd er veel ver wacht van smartwatches. Viel dat tegen! De eerste modellen deden dezelfde dingen als je smartphone, maar minder goed. Bovendien waren ze duur en hield hun batterij het met moeite tot ’s avonds uit. Zelfs Apple, dat er vaak in slaagt het juiste product op het juiste moment te brengen, miste zijn start. De klant toonde terecht weinig interesse.
Maar warempel: beetje bij beetje hebben smartwatches hun plekje op de markt gevonden. Er zullen er dit jaar 74 miljoen worden verkocht, zegt marktonderzoeker Gartner. Dat is nog altijd maar één smartwatch voor elke 20 verkochte smartphones. Maar bij de smartphones valt geen groei meer te verwachten. Smartwatches groeien met 25 procent per jaar. En nog een verschil: bij de smartphones domineert Android, bij de smartwatches is alles nog mogelijk.
Dat maakt die smartwatch plots weer belangrijk. Google heeft zijn Wear OS, de smartwatchversie van Android, een paar jaar laten verkommeren. Maar deze week vernamen we dat Google een merkwaardige deal sluit met Fossil, een van de interessantste makers van smartwatches. Fossil maakt onder meer horloges die helemaal werken zoals een klassiek model – tandwieltjes, wijzertjes – maar die ook een klein beeldscherm bevatten voor meldingen van je smart phone. Het grote voordeel: zelfs als de batterij te leeg is om dat beeldscherm pje te doen oplichten, blijven de wijzers draaien – je watch is niet smart meer, maar geeft nog wel de tijd aan.
Wat er nu precies gebeurt tussen Google en Fossil is niet echt duidelijk. Google neemt een deel van het bedrijf over, mensen en patenten incluis, en de rest van Fossil blijft onder eigen naam doorwerken. Iets gelijkaardigs deed Google in 2017 met HTC: het kocht er het topteam weg dat de Pixel smartphones ontwikkeld had. Krijgen we nu een door Fossilmedewerkers ontworpen Google Pixelhorloge? Dat zit er dik in, al suggereert Google dat de Fossiltechnologie ook bij andere makers van Wear OSsmartwatches terecht kan komen. Hoe dan ook: er gaat wat gebeuren.
Bij Apple beweegt er ook wat. Na de slappe start van de Apple Watch had Tim Cook flink bijgestuurd. Eerst door er een fitnesshorloge van te maken, met sensoren die al je activiteiten nauwkeurig in kaart brengen. De volgende stap: van fitness naar gezondheid. Het nieuwste model kan een elektrocardiogram nemen en detecteert ook dat de eigenaar valt.
Daardoor wordt de Apple Watch plots interessant voor een heel nieuwe markt. Deze week geraakte bekend dat het bedrijf onderhandelt met ziekteverzekeraars. Die zouden geïnteresseerd zijn om kwetsbare bejaarden te voorzien van een door de verzekering betaalde Apple Watch. Mensen die nooit op het idee zouden komen zelf een Apple Watch te kopen en daar misschien ook geen geld voor hebben.
Daarmee voltooit Apple een enorme bocht. Want aanvankelijk zag Cook ‘zijn’ horloge als luxegoed. Hij droomde ervan Apple om te toveren tot een modemerk. Daarom nam hij bijvoorbeeld Angela Ahrendt van Burberry in dienst. De eerste Apple Watch was beschikbaar in een gouden uitvoering die 17.000 euro moest kosten, maar is stilletjes afgevoerd. Apple besefte dat wat lukt voor een duurzaam luxegoed, niet werkt voor een technologieproduct dat na twee jaar totaal achterhaald is. Cooks nieuwe verkoopstrategie: een Apple Watch is essentieel voor je gezondheid, en kan zelfs je leven redden. Dat blijkt wél aan te slaan (of het waar is of niet).
Als nu ook de lieden van Louis Vuitton die les eens zouden willen leren – dat technologieproducten niet thuishoren in de luxemarkt. Het Franse modemerk brengt draadloze oortjes uit die in de VS 1.000 dollar kosten. De website The Verge zocht uit dat zo goed als identieke oortjes al te koop zijn voor zo’n 300 dollar. Louis Vuitton plakte er alleen piepkleine lettertjes ‘L’ en ‘V’ op, die je dus 700 dollar extra kosten.
Warempel: beetje bij beetje hebben smartwatches hun plekje gevonden