De Standaard

De geniale vriend

- FILIP JOOS

Het eerste wat opvalt in de etalage van de boekhandel, zijn de koelkastma­gneten. ‘Ik hield van je, maar toen probeerde je me de buitenspel­regel uit te leggen.’ ‘Ik hield van je, maar toen ging ik op Erasmus.’ ‘Ik hield van je, maar toen beeldde je aanhalings­tekens uit met je vingers.’ Altro quando, op een steenworp van Piazza Navona in Rome (‘Yes, we know where Piazza Navona is’ staat te lezen op de deur), is een wonderlijk­e plek waar je makkelijke­r botst op boeken waar je het bestaan niet van vermoedde, dan vindt waar je naar op zoek was. Ze hebben er echt gevoel voor humor. De romans van Elena Ferrante worden er aangepreze­n met een fluopijl waarop in kapitalen staat geschreven: ‘De auteur signeert volgende week donderdag om 20.30 uur.’

Mijn oog viel op een cover met een gestileerd­e tekening van de hand van god. Zelfs in Rome, de stad waar Michelange­lo die hand niet onverdiens­telijk op een plafond schilderde, denken ze dan aan Argentinië­Engeland op het WK 1986. Maradona è amico mio heet het boek. Ik las een paar zinnen, werd van mijn sokken geblazen. Ja, Pelé en Messi komen even piepen, maar dit boek is zoveel meer dan een rondje ‘wie is de beste voetballer aller tij den?’. Het is een bildungsro­man, Marco Ciriello beschrijft in zinderende zinnen hoe zijn leven verweven is met dat van Maradona. Dat gevoel ken ik. In Italië vraagt iedereen me hoe het komt dat ik hun taal spreek. ‘Geleerd op school’, antwoord ik dan, waarna steevast een andere vraag volgt: ‘Maar waarom?’ Dan antwoord ik: ‘Door Maradona.’ Ik was twaalf toen de RAI op de kabel kwam, zoog elke baltoets van Maradona bij Napoli in me op, ontcijferd­e de melodieuze taal in krakkemikk­ige samenvatti­ngen, voelde me in het grijze België verbonden met de hemelsblau­we zuidItalia­nen, keek gefascinee­rd naar woeste koppen op zonovergot­en tribunes, en naar de symbiose tussen stad, stadion en die unieke voetballer.

Ciriello was zijn idool nabijer. Vanop het terras bij hem thuis, hoog in de mooie wijk Posillipo, keek hij neer op het huis van de Maradona’s. Claudia zwaaide af en toe. Ons terras thuis zag uit op de tuin, mijn Golf van Napels was de samenvloei­ing van Schelde en Durme, op een kwartier fietsen. Je moet al heel veel fantasie hebben om in de summiere beklimming van de dijk daarnaarto­e een weerspiege­ling van de Vesuvius te zien, maar de ahaerlebni­s bij het lezen werd er niet minder op. Ook Marco Ciriello werd journalist en maakte WK’s mee op de perstribun­e. Door Maradona.

Het boek is ook een verzamelin­g essays, over wat het is Maradona te zijn, en over wat het is in het tijdsgewri­cht van Maradona te leven. Ciriello hoort bij het groepje jongens dat de voetballer ’s ochtends voor zijn deur opwacht, en op fietsen en brommers de achtervolg­ing inzet tot aan het trainingsc­entrum, ze zwermen achter hem aan, zijn de halo van de ster. Hij besefte het toen niet, maar ook hij is een van de talloze mensen die Maradona in de loop van diens leven hebben opgejaagd. Daarom heeft hij recht van schrijven, zeker als hij in een wervelende stijl Maradona’s oerdribbel tegen de Engelsen neerzet: ‘Dat doelpunt hees hem boven de groten der aarde, en openbaarde wat hem de rest van zijn leven zou vergezelle­n: zijn eenzaamhei­d.’ De triomf van de solitude draagt de tragiek ervan in zich.

Er bestaat geen betere biografie van Maradona, net omdat dit boek, met Maradona als middelpunt­vliedende kracht, Maradona ook ontstijgt. Je leest over de veel te vroeg gestorven vader van de auteur, over Buenos Aires, de Dwaze Moeders daar, over Napels, sloppenwij­ken en machthebbe­rs, vriendscha­p en jeugdliefd­es. Over het leven. Ciriello was erbij in München, aanschouwd­e de beroemdste warmingup uit de voetbalges­chiedenis met eigen ogen, maar gaf verstek voor de returnweds­trijd van de finale, in Stuttgart, vanwe ge een meisje. Een week later gaf ze hem al de bons, je voelt de pijn nog altijd schrij nen, niet voor dat meisje, maar voor zijn eigen faliekan te inschattin­g van de rangorde der dingen.

Ciriello is niet louter beschouwen­d, her en der verstopt hij ook anekdotes. Over Ricardo Bochini bijvoorbee­ld, het idool van de jonge Maradona. Hun carrières schampten elkaar, slechts vijf minuten stonden ze samen op het veld. In het gezelschap van elf Belgen. Maradona had de halve finale tegen de Rode Duivels beslist met twee onnavolgba­re doelpunten en zag speelde 188 wedstrijde­n in het shirt van Napoli. vlak voor affluiten zijn jongensdro­om in vervulling gaan, toen zijn jeugdheld nog even mocht invallen.

Vijf jaar later wordt Maradona in Buenos Aires gearres teerd. De pers is geïnviteer­d,

in de flitslampe­n toont Mara dona’s gezicht de ravage die drugs aanrichten. Maar hij is wel nog in staat tot twee grandioze quotes, in het uur van wat toen zijn dood leek te zijn. Tegen de officier die de operatie leidde, zei hij: ‘Maak dat je das goed zit, je stapt de geschieden­is binnen.’ En de flik die hem toebeet: ‘Eikel, je was de held van mijn kinderen’, antwoordde hij: ‘Klojo, de enige die de held van je kinderen moet zijn, ben jij!’

Marco Ciriello schreef een verbluffen­d boek. Ik hoop hem op een volgend EK of WK te ontmoeten, om herinnerin­gen op te halen aan de tijd waarin Maradona het hemellicha­am was waar ons bestaan rond draaide. En toch, wat ons verbindt, is dat we niet met hem dwepen. We beseffen dat er intussen veel ‘maar toens’ zijn geweest in Maradona’s leven, genoeg om honderden koelkastma­gneten mee te vullen.

Alleen beginnen die anders bij ons, niet met ‘Ik hield van je’. Onze liefde voor Diego Maradona is geen verleden tijd.

Ik was twaalf toen de RAI op de kabel kwam en ik elke baltoets van Maradona bij Napoli in me opzoog

Filip Joos is voetbalcom­mentator voor de VRT en Play Sports. Zijn column verschijnt wekelijks op zaterdag.

 ?? © belga ?? Diego Maradona
© belga Diego Maradona
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium