Wat als de politici niet naar onze jongeren luisteren?
De klimaatspijbelaars zijn hun geloof in de politiek verloren. Hoe zal Europa eraan toe zijn wanneer de betogende jongeren veertigers of vijftigers zijn en we er niet in slagen de opwarming tegen te houden?
INE RENSON
BRUSSEL I Om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5 graden, moeten we de inspanningen vanaf vandaag op zijn minst vervijfvoudigen. Over 25 jaar moet de wereldeconomie min of meer klimaatneutraal zijn. Dat lijkt moeilijk te worden. Sinds vorig jaar neemt de CO2uitstoot opnieuw toe. Ondertussen zitten we aan 1 graad opwarming. Als overheden wereldwijd blijven dralen of tegenwerken, koersen we af op 2 graden tegen 2050 en in het ergste geval tot 3 of 4 graden tegen het einde van de eeuw. Dan erven de klimaatbrossers een continent dat gegeseld wordt door droogte, overstromingen, bosbranden en hittegolven.
Europa wordt droger
Als de klimaatnachtmerrie werkelijkheid wordt, is Europa in de tweede helft van deze eeuw een droger continent. Vooral ZuidEuropa wordt getroffen. In het beste geval kreunen regio’s als Andalusië of delen van Griekenland onder droogtes die twee keer zo extreem zijn als in de tweede helft van de vorige eeuw. In het ergste geval zijn ze 14 keer extremer. Dan komen we voorbij een breekpunt:
De kraan vanuit de Alpen zal worden dichtgedraaid door minder sneeuwval en smeltende gletsjers. Skivakanties worden in dat geval iets voor de happy few
we krijgen een verwoestijning van delen van ZuidEuropa. Ook de rest van het continent krijgt te kampen met hevige droogtes. De kans op bosbranden neemt toe, ook in regio’s die daar nu niet mee vertrouwd zijn.
In de steden, waar tegen 2050 naar verwachting 82 procent van de EUburgers woont, kan de waterbevoorrading in het gedrang komen. Dat komt door de hogere temperaturen en de verminderde zomerse neerslag, maar ook omdat de kraan vanuit de Alpen wordt dichtgedraaid door minder sneeuwval en smeltende gletsjers. Skivakanties worden in dat geval iets voor de happy few.
Behalve droge zomers krijgen het noorden en het noordoosten van Europa in de lente en de winter meer hevige regenval te verwerken. Over het hele continent verhoogt de kans op lokale, hevige regenstormen.
Rivieren treden uit hun oevers
Als we de klimaatteugels vieren, dreigt vooral NoordwestEuropa getroffen te worden door overstromingen van rivieren. In GrootBrittannië zou 85 procent van de steden met een rivier fre quenter te maken krijgen met overstromingen. Ook de intensiteit van de overstromingen wordt sterker. Steden als Gent, Brussel of Antwerpen zouden te maken kunnen krijgen met tot 30 procent meer water per vloedgolf.
In het zuiden van Europa krijgen we het omgekeerde fenomeen: rivieren dreigen er grote delen van het jaar droog te staan. Bij een opwarming van 2 graden zou de waterafvoer er met bijna een vijfde verminderen.
Hittegolven worden het nieuwe normaal
In de meeste Europese steden verhoogt de kans op een hittegolf bij 2 graden opwarming met een factor 5 tot 10. De extreme zomers van vandaag worden in het zuiden van Europa het nieuwe normaal. Een zomervakantie in Spanje of Italië wordt dan een pak minder aantrekkelijk. Gaan we over de 2 graden, dan wordt het alleen maar erger. Belgische steden mogen afhankelijk van het scenario tussen de 8 en de 32 procent meer hittedagen verwachten.
Ook de maxima nemen toe. Vooral OostEuropese steden krijgen bij ongewijzigd beleid te maken met hogere temperatuur pieken dan in de tweede helft van de vorige eeuw. Maar ook in ons land zouden ze 4 tot 10 graden hoger kunnen liggen dan in de tweede helft van de vorige eeuw. Vooral ouderen en jonge kinderen dreigen in moeilijkheden te komen door de hitte.
Delen van Vlaanderen onder de zeespiegel
Bij een opwarming van 2 graden mogen we verwachten dat de zeespiegel stijgt met 10 centimeter. Gaan we daar voorbij, dan wordt het dramatischer. Sommige simulaties spreken van een verhoging van de zeespiegel met 80 centimeter in steden als Oostende, Londen of Den Haag. De laatste studies gaan uit van een stijging tot 2 meter tegen het einde van de eeuw. De Belgische kustgebieden en het Scheldebekken tot in Antwerpen komen dan grotendeels onder de zeespiegel te liggen. We kunnen ons beschermen met dijken, maar de vraag is of veel mensen staan te springen nog langer in zulke risicogebieden te wonen.
Infiltratie van zoutwater in zoetwatergebieden beïnvloedt de biodiversiteit en de landbouw in kustregio’s. Veel meersengebieden zouden verloren kunnen gaan, en met hen de planten en diersoorten die daar gedijen. Uitstapjes naar het Zwin of de Camargue zijn tegen dan misschien niet meer aan de orde.
Voedselvoorziening onder druk
Als de opwarming voortgaloppeert, wordt het in sommige streken in het zuiden van Europa moeilijk om nog iets te telen. De invoer van groente, fruit of kazen uit Spanje, Griekenland of Italië valt dan deels stil. Maar ook bij ons dreigen oogsten vaker te mislukken.
De teelt van koffie, cacao of rijst wordt moeilijker als we de opwarming niet tegenhouden. Per graad opwarming zou de rijstproductie in de Mekongdelta – de rijstkom van de wereld – met 10 procent afnemen. Ook de productie van tarwe, maïs, soja en hop vermindert. We kunnen tegen 2050 misschien wijn verbouwen in WestEuropa, maar bier zal duurder worden. Wereldwijd schieten de voedselprijzen de hoogte in.
Ook vee krijgt het zwaar te verduren door hitte en watertekort, of indirect door de invoer van nieuwe ziektes en minder kwalitatief voeder. Bij twee graden opwarming zou de veestapel met 7 à 10 procent afnemen.
Miljarden schade, miljoenen vluchtelingen.
De kosten van klimaatschade wereldwijd zouden volgens het IPCC tegen het einde van de eeuw (en omgerekend naar de waarde van vandaag) oplopen tot 60.700 miljard euro als we stranden op een opwarming van 2 graden – een deel daarvan zijn we nu al aan het betalen.
De EU gaat ervan uit dat bij ongewijzigd beleid jaarlijks gemiddeld 345.000 Europeanen getroffen zouden worden door overstromingen van rivieren en kustgebieden tegen 2050. Dit cijfer zou oplopen tot een half miljoen tegen 2080, met kosten van meer dan 100 miljard euro per jaar.
Kwetsbare gebieden in het Zuiden worden nog harder getroffen. De Wereldbank gaat uit van 142 miljoen klimaatvluchtelingen tegen 2050. Dat zijn mensen die in eerste instantie verhuizen binnen eigen land of regio. Maar als ook daar de druk te groot wordt, bestaat de kans dat velen naar Europa trekken. De migratiecijfers die we nu kennen zouden peanuts zijn vergeleken bij wat ons in dat geval te wachten staat.