RUTTE LIJKT DE REGIE KWIJT
Il y a un parfum de crise. Het is een prachtig zinnetje dat geregeld opdook in de jaren waarin ik nog van nabij het boeiende Belgische politieke schouwspel volgde. De zeven woorden beschrijven uitstekend dat onbestemde gevoel, een klein soort niemandsland, in het politieke strijdtoneel. Het parfum ruik je wanneer het niet meer botert in de coalitie, maar over een echte crisis nog niet kan worden gesproken. Er hangt een geurtje van crisis in de lucht. En neen, meestal verdwijnt die geur niet zo makkelijk.
Ik heb de zin nog nooit horen gebruiken in Nederland, dat natuurlijk veel meer met het Engels dan het Frans heeft. Maar de afgelopen week was de parfum de crise er onmiskenbaar. Je kunt de gesprekken in de kroegen rond Het Plein in Den Haag, waar politici en journalisten elkaar graag ontmoeten, dezer dagen samenvatten in twee vragen. Valt hij of valt hij niet? En, gaat hij of gaat hij niet? Met andere woorden: valt de regeringRutte III dit jaar? En vertrekt Mark Rutte naar Brussel om er mogelijk Donald Tusk op te volgen als nieuwe voorzitter van de Europese Raad?
Wat dat laatste betreft, maakte Rutte de grap dat ‘niemand me nog gebeld heeft, dat is het meest pijnlijk’. Maar velen denken dat Rutte, die intussen ruim acht jaar premier van het land is, wel degelijk zijn zinnen heeft gezet op een Europese baan. Dat de weg daarheen bezaaid ligt met wolfijzers, schietgeweren en Belgische concurrenten mocht Ruttes voorganger Jan Peter Balkenende ervaren. Hij moest voor die baan ooit de duimen leggen voor Herman Van Rompuy.
Maar het is niet alleen Ruttes persoonlijke carrièreplanning die een geur van crisis veroorzaakt. De man die het voorbije de cennium het onmiskenbare boegbeeld was van zijn partij en zijn drie opeenvolgende regeringen lijkt de regie over beide kwijt.
Eerst de partij. Met de VVD lijkt te gebeuren wat de PvdA met Wim Kok over kwam en het CDA met Jan Peter Balkenende. De macht en het behoud daarvan worden belangrijker dan waarvoor de partij ook alweer stond. Twee burgemeesters, die van Assen en Purmerend, hadden er de af gelopen tijd zo genoeg van dat ze na respectievelijk 50 en 25 jaar hun VVDlidmaatschap opzegden. Hun collega van Den Helder ging nog net niet zo ver, maar schreef in een opiniestuk in NRC over de ‘schaamte’ die hij voelde over zijn partij en de vele schandalen, en over het ‘gebrek aan moreel besef’. De drie, en met hen naar verluidt vele anderen, voelen zich niet meer thuis in een partij waarin de liberale waarden en het idee van de persoonlijke vrijheid plaats moesten maken voor macht zonder visie en waar de neiging tot plat opportunisme hoogtij viert.
Dan het kabinet. Rutte III, een in Nederland erg ongebruikelijke coalitie van vier partijen, heeft in de Tweede Kamer een meerderheid van amper één zetel. Maar wat nog nijpender is: ook in de Eerste Kamer hebben de vier samen de kleinste meerderheid van 38 van de 75 zetels. Na de
Klaas Dijkhoff (VVD) haalde snoeihard uit naar ‘klimaatdrammer’ D66