Kruideniers?
van maatschappelijke ambitie. En ging het betrokken ontwerpbureau niet al met de grove borstel door het Caemersklooster?
SintAnna is niet de eerste de beste kerk. Louis Roelandts ontwierp als stadsarchitect de SintAnnakerk en plein én de Keizerkarelstraat. Geert Bekaert, ooit architectuurcriticus voor deze krant, herinnerde er ons in 2004 aan dat de kerk het SintAnnaplein moest verankeren, zowel ruimtelijk als symbolisch. De kerk sluit op een waardige wijze het perspectief van de Keizer Karelstraat af. Een straat die voor Roelandt de verbinding moest maken tussen de voor zijn tijd moderne SintAnnakerk en de middeleeuwse SintJacob.
Bekaert noemde SintAnna ‘een monument van heimwee en verlangen’. ‘In zijn vreemdheid en uniciteit blijft dit interieur ons uitdagen’, schrijft Bekaert. ‘Alles aan en in dit gebouw kunnen we uitleggen en verklaren, we kunnen er een spannend verhaal rond weven, maar de kern van dat verhaal blijft toch de geweldige behoefte van de mens om zichzelf te overstijgen, om afstand te nemen van zijn onmiddellijkheid en zijn gebondenheid aan tijd en ruimte en een andere wereld te scheppen die blijkbaar nergens toe dient, maar de mens wel in een hem transcenderende geschiedenis opneemt.’
Gent is een fiere historische kunststad. Maar als een armlastige drommel ziet het de kunsthistorische waarde van SintAnna niet
Rustplaats
In 2004 maakte het Gentse Stadsmuseum een fototentoonstelling over de 46 parochiekerken van Gent, waarover ik toen een toekomstvisie schreef. Vanuit de vaststelling dat de geschiedenis van de kerkbouw én de architectuur teruggaat op begraafplaatsen, die uitgroeiden tot piramides of tempels waar relikwieën worden bewaard, zijn veel parochiekerken vaak voorchristelijke heiligdom men waar stil werd gestaan bij de dood.
Die symbolische betekenis herwaarderen kan een concrete vertaling krijgen in de herinrichting van kerken tot columbaria. Urnes vragen weinig plaats en het is een functie die een terugverdienmodel genereert. De premisse moet ook zijn dat elke ingreep omkeerbaar is en dat de centrale ruimte open blijft voor uitvaarten, concerten of andere bijeenkomsten.
Door kerkgebouwen gedeeltelijk te transformeren tot columbaria, krijgen ze hun historische plaats terug. Tegenover het commerciële geweld van deze hyperkinetische tijd kunnen ze als ‘rustplaats’ leven en dood uniek met elkaar verknopen. Overal in het land worden commerciële funeraria gebouwd met de symbolische uitstraling van een kapperszaak. SintAnna verzoent architectuur en toegepaste kunst, leven en dood. Het slaat nergens op om uitgerekend zo’n gebouw uit te leveren aan de commercie.