NIEUWE COLUMNIST DAVE SINARDET: WAT ZIJN LANDEN NOG WAARD?
Toen ik de voorbije week de beelden zag uit Westminster, waar Theresa May roemloos ten onder ging in een amechtige poging om stemmen bijeen te schrapen voor haar Brexitdeal, dacht ik aan een Londense excursie die ik maakte in de herfst van 2015. Er waren nog veel maanden te gaan tot de beslissende datum van het referendum. De algemene teneur was dat die Brexit wel zou worden weggestemd. Zelf was ik daar niet meer zo zeker van. De vluchtelingencrisis was net losgebarsten en je kon er gif op innemen dat de brexiteers niet zouden aarzelen daarop in te spelen, ook al had de EU daar weinig invloed op.
Nee, die Brexit kon niet worden uitgesloten, begreep ik, vooral tijdens het debat dat de Britse Kamer van Koophandel voor ons had georganiseerd. De man van ‘Business for new Europe’ bracht een weinig bevlogen, maar rationeel en zakelijk proEuropees betoog, gestoffeerd met talrijke facts and figures. Die waren totaal afwezig in het romantische verhaal van zijn tegenstrever van ‘Business for Britain’, die met tremolo in de stem de trots en glorie bezong van de Britse natie, waarvan de soevereiniteit schandelijk geschonden werd door Brusselse faceless bureaucrats. ‘Let’s take back control!’ Hij gaf de indruk dat het Britse wereldrijk opnieuw zou opdoemen na een Brexit.
Ik dacht dat de man door het publiek van vooral internationale ondernemers buiten zou worden gedragen. Maar nee, hij kon op best wat bijval rekenen, zelfs bij wie er totaal niet aan dacht om voor de Brexit te stemmen.
Populistische saus
Toen begreep ik dat beide kampen niet met gelijke retorische wapens streden. En dat een terugkeer naar de gloriedagen van de natiestaat een almaar meer mobiliserende gedachte is in een complexe wereld. En al zeker als je ze overgiet met een populistische saus die het Britse volk tegenover de Brusselse elite plaatst. Dat bleek de daaropvolgende maanden tijdens de nationale campagne die het Brexitkamp ontplooide. Totale nationale controle moest en zou herwonnen worden. Dat idee culmineerde toen Ukipleider Nigel Farage de dag van de Brexitvote uitriep tot ‘Independence Day’. Daar stonden de remainers dan, met hun facts and figures.
Theresa May probeert vergeefs dat visioen van zuivere soevereiniteit te verzoenen met de morsige en weerbarstige realiteit die zich manifesteert in de deal die ze sloot met de 27 overblijvende lidstaten. Haar tegenstanders hebben gelijk als ze zeggen dat die deal van geen kanten de beloofde nationale zelfstandigheid levert. Maar dat ligt niet aan die deal. Wel aan het nationalistische droombeeld dat de Britten tijdens de referendumcampagne werd voorgespiegeld.
Want volledige soevereiniteit veronderstelt een harde Brexit. Die dreigt er aan te komen op 29 maart. Het Verenigd Koninkrijk valt dan abrupt uit het Europese economische systeem. Volgens zowat alle studies leidt dat zeker op korte termijn tot economische teloorgang, zo niet rampspoed en chaos. Maar goed, je nationale lot opnieuw in eigen handen kunnen nemen, daar DAVE SINARDET Is professor politieke wetenschappen (VUB). In ‘Voorbij de grens’ buigt hij zich maandelijks over de staat van de naties. moet je iets voor overhebben. Zeker als je zelf niet behoort tot de bevolkingscategorieën die daar het grootste slachtoffer van zullen zijn. (Nigel Farage nam afgelopen week nog een privéjet van Londen naar Straatsburg.)
Oude demonen
Maar soevereiniteit veronderstelt ook grenzen. Harde grenzen. Als er één ding is waarover het diep verdeelde Westminster het nog min of meer eens raakt, dan wel dat het tot elke prijs moet vermijden dat er tussen NoordIerland en Ierland zo’n harde grens getrokken wordt. Die zou oude demonen oproepen die het al bij al broze NoordIerse vredesproces bedreigen. Een ‘probleempje’ van oorlog en vrede dat tijdens de campagne vrolijk genegeerd werd. Geen harde grens dus. Maar dat kan alleen als het Verenigd Koninkrijk op de een of andere manier in een Europese douaneunie blijft. En dan kan het geen onafhankelijk handelsakkoorden afsluiten met andere landen.
Dan toch maar een zachtere Brexit? Dan komt de Noorse optie in beeld. Die zou economisch alvast veel voordeliger zijn. De voorbije dagen ging ze over de tongen als mogelijke uitweg uit de impasse. Noorwegen heeft toegang tot de Europese interne markt maar is geen lid van de Europese Unie. Het beste van twee werelden, toch?
Integendeel. Als een nietEUland toegang wil tot de Europese interne markt, dan moet het nog steeds de Europese regels volgen. Alleen zit het dan niet meer rond de Europese tafel om die regels mee te bepalen.
De Noorse minister van EUzaken (dat die portefeuille bestaat zegt al genoeg) berekende dat zijn land de voorbije twee decennia driekwart van de EUwetgeving overnam. Dat zijn meer dan 10.000 EUregels of vijf wetgevingsbesluiten per zittingsdag van het Noorse parlement. Allemaal zonder rechtstreekse inspraak te hebben. Het is de democratische prijs die de Noren betalen om een debat te omzeilen over effectief EUlidmaatschap dat hen opnieuw sterk zou verdelen.
Kortom, zo’n zachte Brexit zou de Britse soevereiniteit alleen maar verzwakken. Temeer omdat met de toegang tot de interne markt het vrij verkeer van personen meekomt. Zo kan het dat Noorwegen als nietEUlid in verhouding meer EUmigranten telt dan alle Europese lidstaten, op Luxemburg na. Tot zover de op de mouw gespelde immigratiestop, die volgens onderzoek een sterke impact had op de proBrexitstem.
Poolse loodgieter
Dat onrust over migratie de antiEuropese sentimenten aanwakkerde, is trouwens een wrange speling van het lot. Jazeker, sinds 2004 trokken honderdduizenden migranten uit de pas toegetreden Centraal en OostEuropese landen naar het Verenigd Koninkrijk. De in de Brexitcampagne veelbesproken polish plumber werd daarvan het symbool. Maar anders dan veel Britten dachten was die migratiegolf niet het gevolg van een oekaze uit Brussel. Het was de regering van Tony Blair, gesteund door de conservatieve oppositie, die in 2004 volstrekt soeverein besliste de Britse grenzen open te stellen voor arbeiders uit de nieuwe EUlidstaten, hoewel de EU het mogelijk maakte om die nog acht jaar dicht te houden. Wat bijna alle andere Europese landen ook deden. Waarop alle OostEuropese migranten vooral naar GrootBrittannië trokken.
Waren de Britten niet afgeweken van de buurlanden, of had de EU hen die nationale autonomie niet toegestaan, dan was van zo’n massale migratiebeweging geen sprake geweest. Zo leidde soevereiniteit over de eigen grenzen net tot minder invloed op de migratiestromen dan wanneer algemene Europese regels waren gehanteerd.
Die ironische en paradoxale vaststelling geldt niet alleen voor migratie. In een almaar meer geglobaliseerde wereld is de natie ook op veel andere terreinen niet meer in staat ware soevereine impact te hebben, of het nu is op terreurdreigingen, klimaatuitdagingen of bedrijfsfiscaliteit. Politieke macht opsluiten op nationaal niveau leidt tot steeds verdergaande afbouw van die macht. Dat proces voltrekt zich voor onze ogen.
Ook kiezers voelen perfect aan dat ze de grip op de democratische besluitvorming verliezen. Het is daarom niet verwonderlijk dat ze zich laten verleiden door nationalisten die beweren hen terug te kunnen voeren naar de veilige haven van de natiestaat.
Wist u trouwens dat het door soevereiniteit bezeten Verenigd Koninkrijk onlangs zonder enige ophef het Marrakechpact ondertekende?
Politieke macht opsluiten op nationaal niveau leidt tot steeds verdergaande afbouw van die macht. Dat proces voltrekt zich voor onze ogen