De jeugd van tegenwoordig
koestert vooral oude liedjes
Een onderzoek van het departement Psychologie aan de New York University liet 643 studenten van gemiddeld 20 jaar oud luisteren naar een selectie uit de nummer 1hits van de Amerikaanse hitparade tussen 1940 en 2015. Ze hoorden telkens een stukje van 5 tot 15 seconden, steeds met het bekendste melodische motiefje. Daarna werd gecontroleerd of de millennials het stukje herkenden.
Voor de periode 20002015 bleekt uit de resultaten dat de studenten de tophits van de jongste jaren in hun leven meestal wel kennen, maar dat die herkenning scherp afneemt naarmate de songs ouder zijn.
Songs uit de periode 19602000 worden als groep minder goed herkend, maar er is geen verschil tussen de jaartallen. De periode lijkt een ‘klassiek’ blok te vormen, en millennials herkennen songs van de oudste jaren even goed als die van de laatste jaren. Voor de herkenning van de periode van 1960 tot in 1940 is er wel een afname, maar die verloopt heel geleidelijk.
Identiteit
Het onderzoek bevestigt de bestaande theorie dat de muziek van onze jonge jaren een grote rol speelt in de vorming van onze identiteit, maar voegt een nieuwe nuance toe.
We wisten al dat de ‘reminiscentiehobbel’ bestaat: dat is het effect dat we ons de persoonlijke ervaringen uit de tienerjaren beter herinneren dan die uit latere jaren. Ervaringen die we voor het eerst hebben (seks, een kind, geweld, ...), creëren een soort mentale tijdlijn. Die lijkt vooral herinneringen op te slaan die ons gelukkig maakten, en daarmee versterken we ons zelfbeeld, en winnen we aan zelfvertrouwen. Muziek is een emotionele taal die die ervaringen begeleidt.
Vrij vertaald: we koesteren de muziekjes uit onze jonge jaren graag omdat we ons daar goed bij voelen. Ze bevestigen onze identiteit. Iemand die in zijn of haar jonge jaren nooit freejazz hoorde, zal dus latere ervaringen met freejazz als een bedreiging (of een avontuur) ervaren. Hier zit een deel van de verklaring waarom tieners in de jaren 60 botsten met hun ouders over rockmuziek, en waarom ouders vandaag de dansmuziek van hun kids onbeluisterbaar vinden.
Diversiteit
Maar het nieuwe onderzoek beweert dus dat de millennials de tophits uit hun eigen leven, die hun mentale tijdlijn zouden moeten schragen, niet herkennen tenzij ze heel vers in het geheugen liggen. Hoe komt dat?
De onderzoekers hebben geen echte verklaring. Wel stippen ze aan dat de muzikale oogst van tophits voor 2000 veel ‘diverser’ was dan erna. Volgens hen kan die diversiteit, die dus zorgde voor meer verschillen in stijl, arrangementen, instrumentatie ... de songs langer ‘herkenbaar’ maken.
Eerder suggereerde onderzoekster Carol Krumhansl, van de Cornell University in New York, zelfs al dat de muziek van de sixties, die als de broedplek van de naoorlogse popcultuur beschouwd wordt, gewoon ‘beter’ is.
Krumhansl onderzocht in 2013 een groepje millennials op hun herkenning van songs tussen 1955 en 2009. Zij ontdekte dat de deelnemers de recentste songs beter herkenden, omdat ze er een ‘warmere’ emotionele connectie mee hebben. Dat strookt met de theorie dat we onze ‘reminiscentiehobbel’ ergens rond ons 22ste vastleggen.
Maar ook Krumhansl ontdekte dat millennials opvallend veel songs herkenden uit de vroege jaren 80. Daar was een verklaring voor: het is de muziek van toen hun ouders ongeveer 22 waren, en die ze wellicht in hun kindertijd vaak te horen kre gen. Er was nog een hobbel voor de muziek van de jaren 60, dus voor de muziek van toen hun grootouders ongeveer 22 waren.
Kortom, millennials slaan in hun geheugen niet enkel de muziekjes op die deel uitmaken van hun adolescentie, maar ze doen dat heel hun jeugd lang ook in een meer familiale context. Dat is veel muziek. Misschien maakt het geheugen een selectie?
Het is goed nieuws natuurlijk. De mentale tijdlijn van millennials is muzikaal rijk en generatieoverspannend, wat verklaart waarom ze zich soms nostalgisch uitspreken over muziek die ontstond toen ze nog niet eens geboren waren.
Nog veel vragen
Maar er blijven veel vragen. Wat is de invloed van streaming en sociale media, die muziek schier oneindig en op alle momenten van de dag beschikbaar maken? Heeft de technologische invloed muziek meer tot eenheidsworst gemaakt, en slaat het geheugen de pop van de jongste vijftien jaar daarom minder goed op? Of speelt hier gewoon het demografische overwicht van de babyboomers, dat de airplay en marketing voorlopig nog sterk domineert, en zo ook het collectieve geheugen van millennials?
Of zou het kunnen dat het demografische overwicht van de babyboomers het collectieve geheugen van de millennials domineert?