Niemand wil Hongaren redden
De betogingen in Boedapest tegen de ‘slavenwet’ van Viktor Orban grepen DORA DISERI aan. Ze betreurt dat Europese politici er minder van wakker lijken te liggen.
Als Hongaarse die in Berlijn woont, volgde ik de protesten tegen Viktor Orban vanop afstand. Tot ik zoals bijna al mijn kennissen met Kerstmis naar huis ging. De afgelopen maanden zijn heel bijzonder geweest voor veel mensen in mijn geboorteland. Duizenden hebben gedemonstreerd tegen de regering, de heersende partij Fidesz en haar leider, Viktor Orban. Toen ik te midden van de uitgelaten menigte in Boedapest stond, voelde ik zelf hoe belangrijk de protesten waren.
Het was de eerste demonstratie die ik meemaakte, sinds ik in 2012 uit Hongarije was vertrokken. Ik had ontslag genomen bij de openbare tvomroep omdat me een Duitse onderzoeksbeurs was aangeboden. Ik had die aangevraagd omdat er een jaar eerder een wet was aangenomen die de vrijheid van de media inperkte. De openbare omroep was een van de eerste doelwitten van de regering, die ernaar streefde om controle te krijgen op wat er in het nieuws kwam. Ik vond dat ik nog te jong was om te blijven en dat maar te verdragen. Sindsdien heeft de partij van Orban drie verkiezingen op rij gewonnen. De reden daarvoor was niet zozeer dat Fidesz over het hele land de meeste steun kon verwerven, maar eerder dat de oppositie niet in staat was om zich te verenigen en een echt alternatief te bieden.
Wachten op een redder
Veel Hongaren wachten nog steeds op een soort ‘redder’ van buitenaf, op andere Europese politici of de Europese instellingen die druk uitoefenen op Orban. Maar niemand is ons komen redden. Zelfs Angela Merkel niet, die ooit een van de grootste tegenstanders van zijn vluchtelingenpolitiek binnen de EU was. Ik kan hun laatste gezamenlijke persconferentie van juni 2018 in Berlijn maar niet vergeten. Hoe ze voor de camera’s vochten om het laatste woord te krijgen over wat solidariteit voor Europa betekent. Bij Orban gaat het daarbij om muren bouwen, bij Merkel om asiel verlenen. Toch hadden we het afgelopen decennium nooit zo’n openbaar debat tussen hen gezien. Merkel ging een ontmoeting met de Hongaarse premier uit de weg. Vier jaar lang had ze hem niet uitgenodigd naar Berlijn. Ze besloot om de blik af te wenden en dus toe te staan dat de Hongaarse democratie afkalfde.
Ondanks hun verschillen zitten de leidende partijen van Hongarije en Duitsland (mijn twee vaderlanden) in dezelfde fractie in het Europees Parlement. De Duitse christendemocraten (CDU) hebben de steun van Fidesz nodig op veel verschillende bestuursniveaus, zowel in Brussel als in Duitsland. Er bestaat duidelijk sympathie tussen Fidesz en de CSU, de Beierse zusterpartij van de CDU.
In de aanloop van de federale verkiezingen van 2017 probeerde de CDU elke intern debat te vermijden over de vriendschappelijke relatie tussen Orban en de toenmalige leider van de CSU, Horst Seehofer, die momenteel minister van Binnenlandse Zaken is. De nog steeds fragiele band tussen CDU en CSU zou misschien niet bestand zijn tegen een hardere kritiek op Orban en zijn beleid.
400 overuren per jaar
Maar economische factoren blijken een nog grotere rol te spelen. Duitslands grote autoconstructeurs rekenen op politieke stabiliteit en gunstige bilaterale betrekkingen om winstgevend te zijn in Hongarije. Ze investeren er steeds meer. Naar het voorbeeld van Daimler en Audi heeft BMW onlangs aangekondigd dat het 1 miljard euro zal investeren in een nieuwe productieeenheid in Hongarije. Het is zijn eerste dergelijke fabriek in Europa sinds 2005. Dat gebeurt allemaal tegen de achtergrond van de toenemende handelsspanningen tussen China en de VS.
De grootste vraag is wie er in die enorme fabrieken zal werken. Hongarije worstelt net als veel andere landen in MiddenEuropa met een
serieus tekort aan arbeidskrachten doordat de bevolking massaal emigreert. Maar Orbans regering kwam met een ‘oplossing’. Ze vaardigde een wet uit die werkgevers toestaat om van hun personeel te vragen dat het tot wel 400 overuren per jaar maakt. De mensen doopten dit al snel de ‘slavenwet’(DS 20 december 2018). Ze was de aanleiding voor de grote protesten die voor Kerstmis in Hongarije begonnen zijn.
In Berlijn hebben Hongaarse expats bijeenkomsten georganiseerd uit solidariteit met het Hongaarse protest. Het is geen toeval dat de recentste daarvan gehouden werd voor de MercedesBenz Arena in de Duitse hoofdstad. Ik ben erheen gegaan om verslag te doen voor de onlineeditie van een van de laatste onafhankelijke weekbladen in Hongarije. Er waren zelfs Duitsers aanwezig op deze symbolische bijeenkomst. Ze hadden deze slogan op hun borden gezet: ‘Weber, waar ligt je grens?’ Die slogan verwees naar Manfred Weber, de Duitse voorzitter van de Europese Volkspartij (EVP), de fractie in het Europees Parlement.
Afgelopen zomer hadden enkele leden ertoe opgeroepen om Fidesz uit de fractie te zetten als Orban ‘be paalde grenzen’ overschreed. In september heeft het Europees Parlement de artikel 7procedure geactiveerd tegen Hongarije wegens inbreuken op het democratische bestuur en schending van de mensenrechten. Dat maakt sancties mogelijk. Maar Fidesz bleef lid van de EVPfractie. Dit ondanks de repressieve mediawet, de verbanning van de Central European University, de ‘Stop Soros’campagne, de inperking van ngo’s en de ‘slavenwet’. Zolang Orban de EVP extra zetels bezorgt en zolang hij garandeert dat Duitse autobouwers aantrekkelijke voorwaarden krijgen, zullen de ‘grenzen’ behoorlijk flexibel blijven.
Voorbeeld voor populisten
Vorige week debatteerde het Europees Parlement weer over de Hongaarse situatie naar aanleiding van de recente protesten en de overurenwet. Vertegenwoordigers van de Hongaarse regering negeerden de zitting. Niet alleen bleef Orban weg, ook de overgrote meerderheid van de leden van de EVPfractie en zelfs haar voorzitter Weber besloten om niet aanwezig te zijn. Tamas Deutsch, parlementslid voor Fidesz, herhaalde de gebruikelijke officiële frasen over een ‘migratievriendelijke linksliberale meerderheid’ in het Europees Parlement die het gemunt had op de Hongaarse regering. ‘U wilt landen die migratie afwijzen, bedreigen, chanteren en straffen,’ zei hij.
De Hongaarse minister van Buitenlandse Zaken Peter Szijjarto noemde het debat een stunt in de aanloop naar de Europese verkiezingen in mei. Wel, daar had hij gelijk in: er is niets concreets uitgekomen. Het is onderhand wel duidelijk dat alle betrokkenen weten welke industriële en politieke belangen Orban kan inroepen om zichzelf voor serieuze kritiek af te schermen. Het gevolg is dat hij zichzelf ongehinderd kan blijven opwerpen als een lichtend voorbeeld voor populisten over heel het continent. In de aanloop naar de Europese verkiezingen over een paar maanden kan hij zijn zogenaamde illiberale democratie promoten. Mensen zijn wekenlang in de vrieskou op straat gekomen in de hoop dat dat consequenties voor hem zou hebben. Die zijn er tot nu toe niet geweest.
Toen ik te midden van de menigte in Boedapest stond, voelde ik zelf hoe belangrijk de protesten waren