Hoe de bij het nieuwe zeehondje werd
Bijentattoos, bijenpakjes, bijen om in je haar te steken en bijen om op je jas te spelden: de petitie waarvoor de afgelopen twee weken in Beieren actie werd gevoerd, ging over duurzame landbouw, maar heette ‘Red de bijen!’ en bracht ongezien veel geel en zwart op straat. Het succes was navenant: ruim achttien procent van de stemgerechtigde bevolking ging naar zijn gemeentehuis om zijn naam te zetten onder het eisenpakket, dat meer bloemrijk land vraagt, meer ecologische landbouw en een strenger mest en pesticidenbeleid. Omdat de opkomst zo groot is, is de deelstaatregering nu verplicht om werk te maken van het probleem dat insecten dramatisch in aantallen slinken – in Beieren, maar ook el
ders.
Alarmerend
Van de duizenden insectensoorten die onder druk staan, is de bij veruit de populairste en dat is in Beieren slim uitgespeeld. ‘Tot voor kort gingen natuurbehoudsverhalen vooral over grote dieren zoals panda’s of zeehondjes’, zegt Hans Van Dyck, hoogleraar gedragsecologie en natuurbehoud aan de Universiteit van LouvainlaNeuve. ‘Dat zijn dieren die een grote intrinsieke waarde én hoge aaibaarheidsfactor hebben: we houden ervan omdat ze nu eenmaal mooi, grappig of schattig zijn. Maar qua ecologische functie is de snelle achteruitgang van talloze insectensoorten veel alarmerender: onze natuur en landbouw hebben daar grote aantallen van nodig, voor cruciale processen zoals bestuiving en natuurlijke recyclage. Overleving van een enkele soort is niet genoeg. Alleen is het wat lastiger om mensen van insecten te laten houden. De bij is een uitzondering, en dus een handig uithangbord. Ze is niet alleen populair, maar maakt het probleem ook
Mensen in hun hart raken met een verhaal over duurzame landbouw? Dat lukt als je de actie ‘Red de bijen!’ noemt. ‘De bij is een prima uithangbord voor ons biodiversiteitsprobleem. Zolang je weet dat een bijenhotel het niet zal oplossen.’
aanschouwelijk: we kennen haar rol als bestuiver, haar cruciale functie in de natuur.’
Er waren geen spindoctors nodig om de bij tot mascotte te promoveren. ‘Onze band met bijen is eeuwenoud. Er zijn aanwijzingen dat we al minstens zevenduizend jaar aan imkerij doen’, zegt Van Dyck. ‘Bijen zijn een rol gaan spelen in onze cultuur, onze verhalen en onze taal. Uitdrukkingen als “bloemetjes en bijtjes” of “bezige bij” getuigen van een diepgewortelde sympathie.’
Bijenhotel
Als we voor bijen in de bres springen, denken we vaak vooral aan de honingbij, want die kennen we het best, maar die ís niet met uitsterven bedreigd, want ze is al eeuwenlang gedomesticeerd. ‘Ook honingbijen hebben het weliswaar moeilijker gekregen, door ziekten, inteelt en pesticiden’, zegt Hans Van Dyck. ‘Maar vele wilde bijensoorten zijn er veel erger aan toe. Bovendien wordt de rol van de honingbij wat overschat: slechts voor veertien procent van de cultuurgewassen wereldwijd verhoogt ze de vruchtzetting. Voor sommige heel grote teelten zoals koffie spelen wilde bijen een belangrijkere rol. Die wilde soorten zijn helaas ook kwetsbaarder, omdat ze specifiekere noden hebben voor hun voedsel en nestplaats. Met al die noden moeten we rekening houden.’
Het enthousiasme om dat te doen, is er al: de vele bijenhotels die de afgelopen jaren geïnstalleerd werden in tuinen en op schoolpleinen, zijn precies voor die wilde bijensoorten bedoeld. ‘Ze hebben een educatieve functie, maar voor de bijen zijn ze niet altijd een geschenk: zo’n hotel doet hen dichter bij elkaar huizen dan ze in de natuur zouden doen en dan worden ze een makkelijke prooi voor parasieten.’
Ook als het hotel van parasieten gespaard blijft, is het maar de helft van de oplossing. ‘Wilde bijen zijn geen alleseters; elke soort heeft zo zijn specifieke planten nodig om aan nectar of pollen te raken. Een bijenhotel blijft een bescheiden lapmiddel voor enkele soorten. Zolang we geen ruimte maken voor meer diversiteit aan wilde bloemen en opnieuw meer variatie in het landschap, maken ze geen kans op herstel.’
‘Bijen spelen een rol in onze verhalen en taal. Uitdrukkingen als “bloemetjes en bijtjes” of “bezige bij” getuigen van een diepgewortelde sympathie’
HANS VAN DYCK hoogleraar gedragsecologie en natuurbehoud (Universiteit van LouvainlaNeuve)