Overleven op flesjes water, soep en fruitsap
Philippe Vandenberghe kampt sinds de aanslagen met een posttraumatisch stresssyndroom. Hij klaagt de gebrekkige medische opvolging aan bij de slachtoffers van de aanslagen op 22/3. ‘De slachtoffers, politieagenten en collega’s herkennen mijn situatie.’
BRUSSEL I Ietwat vooroverge bogen en zichtbaar vermoeid zit Philippe Vandenberghe (49) op zijn tablet een paar mails te lezen. Naast het smalle veldbed, zijn bottines, een kleine trolley met wat kleren en een groene rugzak vol officiële formulieren en boeken. Vlakbij is een stopcontact waar de tablet kan opladen. Nergens is er eten te bespeuren. Vandenberghe drinkt dezer dagen alleen fruit sap, soep en water uit een plastic flesje. Af en toe loopt hij naar het toilet om het bij te vullen. Rond zijn nek hangt een lint met daar aan zijn leesbril, werknemersbad ge van Brussels Airport en een pin met daarop alleen de Belgische vlag in de vorm van een hart en een datum. 22/3/2016.
Sinds woensdagochtend, 5 uur, is Vandenberghe in hongersta king. Hij verblijft dag en nacht in de vertrekhal op Brussels Airport. Meer bepaald vlak naast checkin nummer elf, de plek waar de eer ste zelfmoordterrorist zichzelf op blies op 22 maart 2016. Vandenberghe is al 25 jaar informaticus op de luchthaven en was op de dag van de aanslagen in de luchthaven als een van de eersten ter plaatse. ‘Ik stond net op het punt het ge bouw hiernaast binnen te stap pen, toen de eerste bom ontplofte. Toen ik ook de tweede bom hoor de, wist ik dat het om een aanslag ging. Ik ben onmiddellijk terug naar hier gekomen om hulp te bie den. Eerst op straat en toen men sen me vertelden dat er nog over levenden binnen waren, ook hier. Er waren vijf overlevenden.’ Van denberghe wijst de bewuste plek aan, maar enkele meters naast zijn veldbed.
Medische dienst
Rond de middag bezoekt Vandenberghe zijn dokter en hoewel hij helemaal in shock was, gaat hij op 23 maart opnieuw werken. Het is pas een jaar later dat hij tijdens de herdenking van de aanslagen in een depressie belandt. ‘Ik slaap slecht en ik herinner me elke dag het moment, de oorlogsscène. Ik kamp met een posttraumatische stressstoornis (PTSS) en daardoor ook neurologische effecten.’
Vandenberghe besloot in hongerstaking te gaan omdat de officiële medische dienst in ons land, de GGD (Gerechtelijk Geneeskundige Dienst), waarnaar de slachtoffers zijn doorverwezen, te wen sen overlaat. Die dienst bepaalt de validiteitsgraad bij de slachtoffers. Dat is een percentage dat hen bepaalde rechten gunt of ontzegt.
‘Maar de dokters hebben er geen kennis van PTSS en ze vra gen geen advies van andere speci alisten. Ze categoriseren onze angst in niveau twee of drie – niets meer. Er is geen psychologische evaluatie. Bovendien is het por taal waarop ze hun diagnose kun nen aanvechten nog niet actief. Ik heb hiervoor een klacht ingediend bij de Orde van Geneesheren en bij minister van Volksgezondheid, Maggie De Block (Open VLD), maar tot op vandaag ontving ik al leen de reactie dat ze mijn dossier ging bekijken.’ Daarnaast vraagt Vandenberghe ook nog steun bij het ACW, zijn vakbond.
Steun van slachtoffers en nabestaanden
‘24/7’ van de Belgische band Absynthe Minded klinkt door de boxen. Alsof ze weten wat het opzet is van Vandenberghe. Of om hem te ondersteunen. Zoals gisteren enkele leden van de slachtoffervereniging VEurope dat deden door hem een bezoek te brengen. En zoals de politieagent die Vandenberghe tijdens zijn dagelijkse patrouille woensdagnacht nog herkende van de uren na de aanslag. ‘De slachtoffers, politieagenten en collega’s. Ze herkennen de situatie allemaal’, klinkt het bij Vandenberghe.
Rond 18 uur komt ook de voorzitter van VEurope, Philippe Vansteenkiste, hem een hart onder de riem steken. Hij kent Vandenberghe bijna drie jaar. ‘Philippe is zeker niet de enige. De kennis van dit type PTSS, van oorlogssituaties dus, is niet gekend in België. De slachtoffers worden bijgevolg niet correct opgevolgd door de psychologen.’ Omdat de zaken allemaal zo lang aanslepen, blijven de slachtoffers noodgedwongen in een slachtofferpositie. ‘Sommigen proberen de bladzijde gewoon om te draaien.’ Maar zo ‘werkt’ het niet bij PTSS. ‘Het is een blad dat is toegevoegd aan je boek en waar je mee moet leren leven. Sommigen verliezen alle moed, maar Philippe neemt zijn moed in handen om opnieuw rechtvaardigheid naar boven te brengen.’
‘De dokters van de medische dienst hebben geen kennis van posttraumatische stressstoornissen’