Spanje heeft twee gezichten
In Spanje zijn er op 28 april vervroegde parlementsverkiezingen. Door de problemen met de Catalaanse separatisten, lijkt het land in twee gespleten.
BRUSSEL I Voor Pedro Sánchez betekenen de komende parlementsverkiezingen erop of eronder. De aftredende premier wilde deze regeerperiode gebruiken om van de zieltogende PSOE weer een belangrijke politieke kracht in Spanje te maken. Dat is de reden waarom hij in juni 2018 een motie van wantrouwen tegen premier Mariano Rajoy indiende en vervolgens een minderheidsregering in het zadel hees. De jarenlange onzichtbaarheid op de oppositiebanken had de partij in 2016 verschrompeld. Met 85 zetels op de 350 was ze een schim van de reus die ooit bijna twee derde van het halfrond rood kleurde.
Sánchez had waarschijnlijk gehoopt dat hij de legislatuur tot 2020 kon volmaken, maar de Catalaanse separatisten hebben vroegtijdig een einde aan de regering gemaakt door afgelopen woensdag de begroting 2019 niet goed te keuren. Volgens een recente peiling in opdracht van de krant El País zou de PSOE, mochten er nu verkiezingen worden gehouden, met 24,4 procent de grootste partij van het land worden. De PSOE zou logischerwijze in zee kunnen gaan met het linkse Podemos, maar die partij wordt verscheurd door een interne machtsstrijd. Bovendien zouden beide partijen samen maar 146 zetels behalen, onvoldoende om een linkse meerderheidsregering te vormen.
Wat met Vox?
Ter rechterzijde zagen de Partido Popular en Ciudadanos hun aandeel in de peilingen het laatste jaar dalen. Mogelijk valt dit niet aan het goede beleid van Sánchez toe te wijzen, maar aan de opkomst van de extreemrechtse partij Vox. De partij, die pas voor het eerst bij de regionale verkiezingen in Andalusië in december vorig jaar opviel, zou nationaal één op de tien kiezers kunnen bekoren. Zoals vaak bij zulke partijen, valt niet uit te sluiten dat de uitslag bij de verkiezingen van 28 april serieus afwijkt van wat de peilingen voorspellen.
De hamvraag zal zijn of de Partido Popular (PP) en Ciudadanos bereid zullen zijn een coalitie met Vox te vormen of haar gedoogsteun zullen vragen, zoals dat nu bij de Andalusische regering gebeurt. Het is daarnaast opvallend hoe de Partido Popular, on der haar nieuwe voorzitter Pablo Casado, naar rechts is opgeschoven. De partij is nu conservatiever dan pakweg vijf jaar geleden: zo wil ze de oude, veel strengere abortuswetgeving weer van stal halen. Wil ze daarmee kiezers van Vox terughalen? Het is dringen aan de rechterkant, maar dat sluit niet uit dat er misschien een nieuwe rechtse coalitie in de maak is.
Bipartidismo
Analisten dachten tot voor kort dat met de komst van nieuwe partijen, zoals Podemos en Ciudadanos, het bipartidismo in Spanje ten einde liep en dat het land langzaamaan zou evolueren naar een democratie met meerpartijenregeringen. Maar als gevolg van de druk van de Catalaanse separatisten, komen de twee gezichten van Spanje weer aan de oppervlakte.
De groep partijen rechts van het centrum heeft dankzij de dreiging van de Catalaanse afscheuring een unionistische common ground gevonden. Aan de linkerkant bevinden zich de politieke krachten die bereid waren een deal met de Catalanen te sluiten. Het bipartidismo is dan wel niet terug, maar de kloof tussen de twee gezichten lijkt onoverbrugbaar. Dat is op het conto van de separatistische Catalanen te schrijven.
Het is dringen aan de rechterkant, maar dat sluit niet uit dat er misschien een nieuwe rechtse coalitie in de maak is