Analoge hype in digitale tijden
Hypes in muziekland komen en gaan, maar bij Black Midi lijkt er meer aan de hand. Terwijl labels en artiesten tegenwoordig zo veel mogelijk muziek online gooien in een poging de aandacht te grijpen, kiest de Londense undergroundband ervoor om die online aanwezigheid zo beperkt mogelijk te houden. Lange tijd was de enige muziek die je van hen terugvond een livesessie op Youtube, en op Facebook vond je enkel hun concertplanning. Die breidde gestaag uit naarmate meer magazines, blogs en influencers op de hypetrein sprongen. In hun thuisland speelden ze het voorprogramma van die andere (terecht) opgehemelde gitaarband Shame, en ondertussen tekenden ze een platencontract bij het toonaangevende Rough Trade (The Strokes, The Libertines, Parquet Courts). Aan de merchtafel vond je enkel de Speedwayep op vinyl, verpakt in niet meer dan een volledig zwarte binnenhoes. Niet Shazam of Spotifybaar, we hebben het getest.
Halsstarrig voorkomen dat er informatie of muziek van je uitlekt is een atypische manier van marke ting voeren in dit digitale informa tietijdperk. Vijftien jaar geleden probeerden de toen piepjonge Arctic Monkeys net hun muziek bij zo veel mogelijk fans te krijgen. Ze deelden zelfgebrande cd’tjes uit die al snel gretig gedeeld werden via filesharingplatformen. Acht van de achttien nummers van die Beneath the boardwalkdemo zouden uiteindelijk op het debuutalbum verschijnen, en net doordat iedereen de nummers kende toen dat album uitkwam schoot het meteen naar de top van de Britse hitlijsten. Nu de digitale leefwereld zo ontploft is, probeert Black Midi net het omgekeerde te doen.
South Park
De groep speelde in november zijn eerste Belgische show op Sonic City festival in Kortrijk. Toen had de band het verrassingseffect nog aan hun zijde. In Het Bos kregen ze te maken met het gevaarlijkste ding ter wereld na kernwapens: verwachtingen. Het optreden werd nagenoeg overal getipt als niet te missen, en zelfs in primetimezend tijd van Studio Brussel werd dinsdag rond halfvijf ’s avonds een flard mathrock door de ether gejaagd. We durven niet na te gaan hoe lang dat geleden is.
Geen hippe hiphop of vernieuwende electronica bij Black Midi, wel berekende hyperkinetische gitaren die doen denken aan The Mars Volta, Primus of de beginjaren van Foals. De bandnaam ver wijst naar een in Japan gestart muziekgenre waarbij zo veel mogelijk noten tegelijkertijd gespeeld worden, wat de visuele weergave van het geluidsfragment gitzwart maakt. Die chaos schuilt ook in de muziek van deze jonge kerels, terwijl frontman Geordie Greep onverstaanbaar nasaal gewauwel uitbrengt met het accent van de Canadezen uit South Park. Geen bindteksten, praatjes of bisronde bij Black Midi: gewoon hard spelen. Enkel een ongeplande valpartij van de iets te beweeglijke gitarist Matt Kelvin kon het sérieux doorbreken.
Bijna drie kwartier beukten de jonkies zich overweldigend een weg doorheen hun nummers. Geen titels of setlist, gewoon een continue stroom van dwarse ritmes die door elkaar geklutst werden door Morgan Simpson, de bezwete drummer. Meer ervaring dan concert: ook dat gebeurt tegenwoordig niet vaak meer.