Kent Bart De Wever zijn stad?
Excuses aan Congo, maar door wie en hoe? Het thema is dit weekend op de agenda geplaatst door alle politieke partijen. En zoals altijd voerde Bart De Wever (NVA) het hoge woord. Niet België, maar koning Filip moet zich excuseren, want Leopold II was de grote schuldige. Volgens de burgemeester zijn er alvast in Antwerpen geen straat of plaatsnamen die naar de koloniale tijd verwijzen en een problematisch karakter hebben. ‘We hebben wel een beeld van Leopold II in Ekeren, maar daar heb ik al een paneel laten aanbrengen met historische duiding’ (DS 17 februari).
Kent De Wever zijn stad en de geschiedenis ervan? Als goede jogger komt hij af en toe vast eens in een park. Neem nu het Albertpark. Daar staat een beeld van Camille Coquilhat, die voor Leopold II in 1886 de Force Publique oprichtte, het koloniale leger dat Congo moest veroveren en dat met veel geweld deed. Leopold II was dus niet alleen. In tegenstelling tot de reus Antigoon hakte hij niet zelf handen af, maar liet hij dat over aan de Force Publique. Coquilhat werd een van de belangrijkste notabelen van Antwerpen. In 1891 werd een straat naar hem genoemd en in 1895 kreeg hij het standbeeld in het Albertpark. Staat daar al een paneel met uitleg?
Lees Rood rubber van Daniel Vangroenweghe er maar op na, of zijn Colonial Violence in the Congo Independent State and the ‘Société Anversoise du Commerce du Congo’. De twee rubbermaatschappijen die het meest berucht zijn geworden door de politiek van afge Het menu van het historische banket in 1898. hakte handen waren Abir en Anversoise, beide uit Antwerpen.
509.573 ton ivoor
Dan is er de Congozuil in het Stadspark. Die herdenkt ‘de naasting van Kongo door België’ en werd gefinancierd door de Kamer van Koophandel. De zuil draagt aan de voorzijde het gekroonde portretmedaillon van Leopold II. Het idee voor een Antwerps monument ter ere van Leopold II en ‘zijn werk in Kongo’, werd in 1898 geopperd tijdens een banket ter ere van Leopold in Antwerpen. De koning was dat jaar naar Antwerpen gekomen om de beheerders van alle maatschappijen die in zijn Kongo Vrijstaat actief waren te eren.
Op het menu van dat historische diner stonden niet alleen gerechten. De namen van al wie toen grof geld verdiende in Kongo Vrijstaat, prijkten er ook op. Ik overloop er enkele in alfabetische volgorde. De eerste in de rij, Eduard Bunge, was toen misschien de belangrijkste genodigde en dankzij Congo ook de rijkste. Antwerpenaren kennen wellicht het Instituut Bunge, nu onderdeel van de UAntwerpen, en de domeinen Oude Gracht en De Uitlegger (in Kapellen en Brasschaat), vroeger privédomeinen van de familie Bunge. Eduard Bunge commercialiseerde al het ivoor dat uit Congo arriveerde. Tussen 1888 en 1893 ging het om 509.573 ton (vraag me niet hoeveel olifanten dat zijn). Het leverde Bunge meer dan één miljoen euro op. Verder was Bunge betrokken bij de twee grote rubbermaatschappijen Abir en Anversoise. Leopold II noemde Bunge ‘mon grand ami anversois’. Over Antwerpen zelf zei hij: ‘Anvers peut être, et mon désir est qu’Anvers soit la plus grande ville commerciale du continent.’ Misschien een tekst om bij de Congozuil te plaatsen?
Ook aanwezig op het banket was Alexis De Browne de Tiège, medestichter van de rubbercom Niemand lijkt zich te storen aan de Congozuil in het Stadspark.
pagnie Abir en voorzitter van de Anversoise. Die maatschappijen maakten ongelooflijk veel winst, in sommige jaren vijfmaal het eigen kapitaal. Waar Abir actief was, slonk de bevolking met de helft, en dat kwam niet alleen door afgehakte handen. De Browne de Tiège was een stroman van Leopold II en hielp hem in 1895 om de Belgische staat geld af te troggelen via een zogezegde lening. Hij zat ook in Bell Company, de Antwerpse maatschappij die de eerste telefoonlijnen in Congo aanlegde voor de koloniale bedrijven. Zijn kapitaal is opgegaan in de bank Dexia.
Nieuwe panelen
Ook Emile en Ernest Grisart zetelden in Bell en waren aandeelhouders in de twee rubbermaatschappijen. Dan is er Alexis Mol,
een goede vriend van Leopold II met belangen in Abir en Bell en in de koffie en cacaoimport uit Congo. De bankier Alfred Osterrieth beheerde Les Produits du Congo. Verder zat hij in Abir en importeerde hij Congolese cacao. Ook zijn kapitaal is opgegaan in Dexia. Misschien kan Dexia ook zijn excuses aanbieden aan Congo en niet alleen aan zijn gedupeerden?
Tot slot is er Arthur Van den Nest, voorzitter van de rubbermaatschappij Abir en actief bij Bell Telephone. Hij opperde tijdens het banket in 1898 als eerste het idee om met de Kamer van Koophandel een monument te bouwen ter ere van de Congolese handel. Hij werd gesteund door burgemeester Jan van Ryswyck. Dat werd dus, met enige jaren vertraging, de Congozuil in het Stads park. Het was oorspronkelijk de bedoeling dat het monument het standbeeld van de schilder David Teniers zou vervangen, maar dat riep te veel verzet op. Vandaar het uitstel.
Het werk is dus nog niet gedaan. Voor wanneer zijn al die nieuwe panelen met excuses, en waar komen ze? Aan het Osterrieth Huis? Aan de zuil in het Stadspark? Of aan het monument van Coquilhat?
Misschien kan Dexia ook zijn excuses aanbieden aan Congo en niet alleen aan zijn gedupeerden?
LUCAS CATHERINE Auteur van enkele boeken over Congo, waaronder ‘Wandelen naar Kongo’ over het koloniale erfgoed in België.