Brugge heeft nieuwe historische attractie
Gruuthuse na vijf jaar heropend
Met een stevige makeover blaast het Gruuthuse het stof weg. Onder het motto ‘Plus est en vous’ spit het nieuwe museumparcours verhalen uit het Brugse verleden boven. De stad heeft er daarmee weer een historische attractie bij.
Als een stoffige Wunderkammer, propvol wandtapijten, sculpturen, glasramen en kant: zo stond het Gruuthuse bekend. Of zoals TillHolger Borchert, directeur van de Brugse musea, het gisteren omschreef: als een rustplaats voor toegepaste kunst, ‘een museum dat zelf museaal was geworden’. Een vijf jaar durende restauratie, die zopas werd afgerond, zette directrice Aleid Hemeryck en haar team aan het denken: hoe een meer eigentijdse beleving oproepen van de Brugse geschiedenis?
Er kwam een grondige herschikking uit de bus. De uitgepuurde collectie is de sterkhouder. Ze werd verrijkt met bruiklenen en scherper in haar context gesitueerd. Voortaan dienen de objecten meer als puzzelstukjes en voorzet voor verhalen. Met als leidraad ‘Plus est en vous’, de wapenspreuk van Lodewijk van Gruuthuse, brengen ze vijf eeuwen stadsgeschiedenis in beeld.
Soms zijn de voorbeelden treffend. Zo bots je in de zaal over de ‘verkloostering’ na de Beeldenstorm op een merkwaardig stuk: een deurnaald uit de voormalige SintDonaaskathedraal. Een SintPetrus met weggevaagd gezicht laat vermoeden welke ravage de beeldenstormers er aanrichtten.
Lodewijk van Gruuthuse, zakenman, ridder en heer van stand, was een van de machtige figuren van het vijftiendeeeuwse Brugge, de glorieperiode van de handelsstad. Van liefst drie Bourgondische hertogen was hij de topadviseur. Zijn naam ontleende hij aan zijn privilegie: het alleenrecht om gruut te verkopen – een kruidenmengsel voor bier –
Pas op voor de eenhoorn. en belastingen te heffen op bierverkoop. De gecultiveerde man was ook een verzamelaar van kostbare verluchte handschriften.
In de Brugse binnenstad liet Van Gruuthuse een imposant stadspaleis optrekken, dat in de negentiende eeuw een drastische neogotische toets meekreeg. Daarna zou het ingericht worden als museum.
Het gebouw komt in het gestripte parcours beter tot zijn recht. Zeker, de krakende oude vloeren en steile wenteltrappen zijn gebleven. Maar het accent ligt meer op de architectuur zelf. Dat blijkt al uit de vrijgemaakte inkomhal, met gesculpteerd plafond, een wandtapijt over de zeven vrije kunsten en een neogotische baksteenimitatie. De waardevolle bidkapel, die een doorkijk biedt op de OnzeLieveVrouwekerk, werd gerestaureerd. De zolder, voorheen depot, is leeggemaakt en in het parcours opgenomen. Ook de belvedère in het museumtorentje is weer toegankelijk voor het publiek.
Maar een van de opvallendste ingrepen is het opengooien van de blinden voor de ramen, die nu een uvfilter meekregen. Zo valt er meer licht binnen en krijg je vanuit het Gruuthuse ook een stukje Brugge te zien.
Hang naar luxe
Het nieuwe traject zoomt in op drie tijdvakken: de laatBourgondische periode, de 17de18de eeuw en de ‘herontdekking’ van Brugge door Louis Delacenserie. Deze 19deeeuwse architect zou het middeleeuwse karakter van de stad drastisch heropladen en haar huidige uitzicht vastleggen.
De erezaal begint met de bouwgeschiedenis van het Gruuthusestadspaleis. Wat verder kijken we binnen bij de Bourgondische ‘spektakelstand’. Uit wandtapijten, huisraad en een zaaltje met manuscripten valt hun opvallende hang naar luxe af te leiden. Prachtig is ook de deelcollectie met laatmiddeleeuwse kleinsculpturen. Een onlangs verworven beeld van Filips de Schone als SintJoris die de draak verslaat, kreeg een prominente plaats.
Ook als Brugge definitief zijn rol als handelsmetropool kwijtspeelt, blijft het fan van grote sier. In de ‘luxezaal’ klinkt muziek, er hangen stillevens aan de muur en de tafel is rijkelijk gedekt. Wat niet mocht ontbreken: het kantwerk, voor het eerst bij volle licht gepresenteerd.
Een toevoeging is het strakke onthaalpaviljoen van architectenteam Noa en Madoc. Op termijn moet het de ticketverkoop van alle Brugse musea kanaliseren. Het heeft de schaal van het gebouwtje dat vroeger de binnenkoer afbakende. De invulling kwam er ook om veiligheidsredenen: ze maakt het mogelijk om de site ’s avonds af te sluiten.
Bewakers van het Brugse erfgoed tekenden al protest aan tegen de nieuwbouw. Burgemeester Dirk De fauw (CD&V) is niet onder de indruk. Hij vindt het ontwerp juist vernuftig. ‘Als een klanknabootsing van de omliggende historische monumenten’, voegde hij er in een poëtische bui aan toe. De ramen kregen een uvfilter, om de kunst te beschermen tegen het zonlicht. Het onthaalpaviljoen is een nieuwbouw, wat in Brugge uiteraard tot protest leidde.
Wat niet mocht ontbreken: het kantwerk, voor het eerst bij volle licht gepresenteerd