Van de Seefhoek naar Schilde
Een breuklijn doorklieft Vlaanderen. Stad en dorp, twee democratieën? ‘De heropstanding van VB zit eerder in Schilde dan in Antwerpen.’
Het diende zich eerder al aan in Oostenrijk, Duitsland, Frankrijk en Nederland, maar ook in Vlaanderen worden de contouren van een verdeeld land almaar scherper. De stad stemt, kort gezegd, open en progressief, het platteland gesloten en conservatief.
Laat Groen in kanton Antwerpen Vlaams Belang achter zich, zo ver loopt Vlaams Belang (21,4 procent) in bijvoorbeeld Arendonk op de groenen (6,7 procent) vooruit. In Schilde (kanton Zandhoven) verliest de NVA 4,3 procent, maar springt Vlaams Belang van 6,4 naar 18 procent. Groen kruipt in Schilde 0,3 procent vooruit.
Dezelfde oefening laat zich maken voor Gent en a fortiori voor Brussel. In de hoofdstad slaat Vlaams Belang met een winst van 1,7 procent in vergelijking met het Vlaamse gemiddelde amper een deuk in een pak boter, Groen daarentegen wordt met 22,5 procent de grootste Vlaamse partij in het Brussels Gewest.
De stad, zo kun je die resultaten lezen, is meer à l’aise met diversiteit en de transformatie die samenhangt met de klimaatverandering. Het eerste bleek eerder dit jaar onder andere toen de Stadsmonitor liet zien dat Antwerpen meer inwoners met migratieachtergrond dan autochtonen telde. Drie op de vier kinderen tot tien jaar zijn van allochtone afkomst. Vlaams Belang trachtte daar garen van te spinnen, maar die motor sloeg niet aan.
Het is, ironisch genoeg, buiten de steden waar de verkleuring amper zichtbaar is, dat Vlaams Belang deze keer piekt. Was het in 1991 nog in de Antwerpse Seefhoek dat de vrees voor verlies van job, bezit en identiteit het grootst was, en de foertstem navenant het luidst, dan is het twintig jaar later als een olievlek uitgedijd tot in de verste uithoek van de Westhoek.
‘In de jaren negentig was het Vlaams
Blok duidelijk een stedelijk fenomeen’, zegt VUBstadssocioloog Eric Corijn. ‘Het was de arbeidersklasse, die de crisis en de achteruitgang voelde, die naar het Vlaams Blok trok. Vandaag is het Vlaams Belang veel territorialer, voorstedelijker. Het verspreidt zich over de suburbane gebieden. De heropstanding van Vlaams Belang situeert zich vandaag eerder in Schilde dan in Antwerpen.’
Sirenenzang
Blijkbaar heeft de uiterst tot extreemrechtse sirenenzang van de NVA en Vlaams Belang over de bedreigingen van
het Avondland – wat de Nederlander Thierry Baudet het ‘boreale’ Westen noemde – zijn effect niet gemist. En dan met name op plekken waar de realiteit de verbeelding niet tegenspreekt. Diksmuide of HeistopdenBerg kennen maar weinig verkleuring of samenlevingsproblemen, maar men vreest wel dat het ook hun kant opkomt. En wat geldt in de psychologie geldt ook in de politiek: hoe minder realitycheck, hoe groter en zwarter de demonen.
Concreter: hoe verder van de stad, hoe groter de vrees voor potentieel verlies. Zoals het zaterdag in DS Weekblad (DS 25
mei) werd opgetekend: ‘Wat u hoort, is angst. Angst dat we alles gaan verliezen wat we hebben.’ Buiten de stadskernen is men bevreesd voor het verlies van koopkracht, van – in Vlaanderen vooral – grond en woningbezit en verdere verkleuring. De uiterst rechtse claim dat ook het diepe Vlaanderen afstevent op een tsunami van (roodgroene) belastingen en migranten heeft vooral buiten de steden zijn effect niet gemist.
‘De sociologie in de steden is geëvolueerd’, stelt VUBpoliticoloog Dave Sinardet. ‘Steden zijn almaar diverser geworden en er zijn ook meer progressieve kiezers gaan wonen. Daardoor staat Vlaams Belang er minder sterk. In de buitengebie
Wat geldt in de psychologie geldt ook in de politiek: hoe minder realitycheck, hoe groter en zwarter de demonen
den daarentegen zie je vandaag een klassieker Vlaams profiel van kiezer. Er is minder diversiteit en, belangrijker, er zijn minder mensen die die diversiteit zijn gaan zien als iets dat erbij hoort.’
Ook Corijn signaleert die verschuiving, van Vlaams Belang in de stad naar het ommeland. ‘De identitaire kwestie en de defensieve houding tegenover mondialisering en kosmopolitisme is veel voelbaarder aanwezig in het voorstedelijke gebied.’
Stemmen vallen volgens Corijn niet langer volgens de klassieke lijnen van de meer of minder gecorrigeerde markteconomie – het model van wat hij de ‘fordistische partijen uit de vorige eeuw’ noemt. In stad en ommeland lijkt zich een nieuw patroon af te tekenen: ‘Op het platteland krijg je de NVA met Vlaams Belang als zweep’, besluit Corijn. ‘In de steden krijg je Groen met de PVDA als zweep.’