Goicea en het gendermoeras
S chrijven over de Koningin Elisabethwedstrijd is geweldig. Meestal toch. Vijf minuten voor de deadline en ik zoek nog snel een titel voor mijn verslag van de finaleavond met Okamoto en Goicea. Over Okamoto’s typering hoef ik niet lang na te denken: ‘de poëet’. Maar wat met Goicea? ‘Powerbitch’ denk ik meteen. Allitereert ook leuk: de poëet en de powerbitch. Maar dan slaat de twijfel toe. Nog vier minuten en ik zit plots tot aan mijn knieën in het moeras van de genderidentiteit. Want hoe verhouden die twee termen – ‘power’ en ‘bitch’ – zich tot elkaar? Is een krachtige vrouw per definitie een bitch? Of omgekeerd: stralen vrouwen die weigeren om het kwetsbare elfje uit te hangen juist daarom zoveel kracht uit? Is ‘bitch’ een scheldwoord of een geuzennaam? Nog drie minuten. Ik zoek naar alternatieven, maar vind er tot mijn verbijstering geen. ‘Straffe madam’ streep ik al snel weer door. Want dan lijkt het alsof Goicea zo ‘straf’ is, ondanks het feit dat ze ook een ‘madam’ is. Nog twee minuten. Damnit. Hoe komt het dat we zo weinig mooie woorden hebben voor vrouwen met een onconventionele dosis lef? Nog een minuut. Ik geef het op.
De ochtend erna ga ik snuisteren op het net. ‘Drama queen’ kopt Le Soir. ‘Powergirl’ klinkt het bij de RTBF. ‘Een stevige tante’ staat er op Klassiek Centraal te lezen. Het panel van de VRT bejubelt eensgezind Goicea’s kracht. En toch. Shirly Laub mist kwetsbaarheid in haar spel. Hanne Decoutere vat het nog duidelijker samen: Goicea is de baas. En dat is een probleem. Want Goicea weet wat ze wil en heeft geen zin om te buigen voor een weerbarstige dirigent. Hoezo? Plots sijpelt het begin van een gedachte mijn hoofd binnen. Welke typering zou ik hebben gebruikt als Goicea geen vrouw, maar een man was? ‘Macho’? Nee. Zelfs geen ‘krachtpatser’. Het antwoord stemt me ietwat droef: ‘rebel’. Of: ‘groot artiest’.
Is ‘bitch’ een scheldwoord of een geuzennaam?