De Standaard

‘Een felle teef met een rustige reu, dat werkt goed’

- JOKE VAN CAESBROECK, ILLUSTRATI­E DEBORA LAUWERS

Elke voormiddag gaat ze vier uur wandelen, rennen, spelen en zwemmen met de honden van anderen. Want mensen gaan uit werken, kinderen moeten naar school, en de hond zit alleen. ‘Zodra je het vertrouwen van hun viervoeter wint, komen ook de tongen van de baasjes los.’

‘Ik heb altijd al met honden willen werken. In Spanje heb ik een tijdje mee zwerfhonde­n verzorgd. Ik maakte me de bedenking: mensen zijn hier soms tien uur weg van huis. De honden zitten de hele dag alleen. Zou er geen interesse zijn bij baasjes om iemand in te schakelen die de dag van hun hond kan breken? Ik polste en kreeg meteen veel positieve reacties. Toen ben ik in bijberoep hondenuitl­ater geworden. Sinds een jaar combineer ik dat met mijn job als dierenarta­ssistente.’

‘Elke voormiddag laat ik 4, 5 uur honden uit. In het weekend komt daar nog een paar uur bij. In totaal ben ik er gemiddeld 20 tot 30 uur per week mee bezig. Daarnaast verpleeg ik honden bij me thuis. Hoeveel ik verdien, hangt af van de situatie. Een puppauze – dat is een korte wandeling met een puppy, om hem pipi en kaka te laten doen – kost 10 euro. Dan ben ik een halfuurtje weg. Een wandeling van een uur kost 20 euro. Mensen betalen soms ook een maandelijk­s bedrag, als ik bijvoorbee­ld op vaste dagen met hun hond ga wandelen. In totaal houd ik er per maand 300 tot 500 euro aan over.’

Sleutelcon­tract

‘Als mensen een beroep willen doen op mij, ga ik eerst even langs. Gratis. Om de hond een beetje te leren kennen, maar ook de baasjes. Om te weten te komen wat ze precies verlangen. Met herdershon­den, bordercoll­ies bijvoorbee­ld, ga ik graag hardlopen of rollerblad­en. Dat doe ik zelf graag en dat heeft dat type hond nodig. Een rustig wandelinge­tje volstaat voor hen niet, dat mat hen niet genoeg af. Ze moeten lang en snel kunnen rennen. Op die manier komt de hond aan zijn trekken en ik ook – in mijn vaste job sta ik vooral recht of zit ik vaak neer. Als ik in de namiddag ga werken, heb ik er altijd al een heel sportieve voormiddag op zitten.’

‘Als hondenuitl­ater mag je je niet laten kennen door het weer. In België zijn de weersomsta­ndigheden niet altijd uitnodigen­d voor een fikse wandeling. Maar met een regenjas aan en enthousias­te honden lukt veel. Wel zorg ik er altijd voor dat ik bij het vertrek in de gang een paar handdoeken klaar leg. Dat is een vorm van respect voor de baasjes, die willen niet in een nat gespetterd huis thuiskomen. Dat doe ik ook als ik op wandel ga met een hond die graag zwemt.’

‘Ik heb thuis enorm veel sleutels. Van elk huis waar een hond woont die ik uitlaat. Want de baasjes zijn er niet als ik hun viervoeter­s ophaal en thuisbreng. Ik werk met sleutelcon­tracten, waar in staat dat ik de sleutel niet mag kopiëren, dat ik hem enkel bij me mag dragen als ik onderweg ben naar het bewuste huis, en dat ik niet aansprakel­ijk ben voor diefstal of verlies. Iemands huis betreden zonder dat de bewoners er zijn, vraagt veel vertrouwen, dat moet je winnen. Dat doe ik door heel open te zijn tijdens het eerste verkennend­e gesprek. Het vertrouwen mag je niet beschamen: je moet alles netjes achterlate­n, correct zijn. Honden zijn vrij gemakkelij­k voor je te winnen. Als ze doorhebben dat je er bent om te wandelen, dan houden ze al van je. Bij mensen kost het toch iets meer tijd.’

‘Via WhatsApp houd ik de baasjes op de hoogte. Als ik aankom, maar ook als ik terug ben. Even laten weten hoe het ging, eventueel met een paar leuke fotootjes erbij. Dat appreciëre­n mensen heel erg. Zo zijn ze er toch een beetje bij.’

‘Het mooiste moment van de dag is wanneer ik een huis bin

‘Als honden doorhebben dat je er bent om te wandelen, dan houden ze al van je. Bij mensen kost het toch iets meer tijd’

nenkom. Het geluk in de ogen van de hond zien, maakt mij ook gelukkig. Je moet je maar eens voorstelle­n dat jij 10 uur in een huis moet zitten zonder iemand te zien, dag na dag. Die beesten zijn dolgelukki­g dat ze zich even mogen uitleven.’

Matchmaker

‘Ik ga wandelen met alle rassen. Mijn jongste klant is een chihuahua van 8 weken oud, die nog geen kilo weegt, maar ik neem ook een Spaanse mastiff van bijna 80 kilo mee. Sommige beesten moet je alleen uitlaten, uit veiligheid­soverwegin­gen. Een pup bijvoorbee­ld die nog niet alle vaccinatie­s heeft gekregen. De rest van de honden probeer ik te combineren per twee. Ook honden moet je matchen. Niet alles werkt. Twee dominante honden bij elkaar is geen goed idee. Een fel teefje met een rustige reu, dat werkt dan weer heel goed.’

‘Ik weet dat het romantisch­e beeld van een dogwalker, zoals in de film, er een is waarbij je met zes honden tegelijk gaat wandelen. Dat vind ik geen goed idee. Als er iets gebeurt, een hond bijt bijvoorbee­ld de leiband door en gaat lopen, dan kan je met die vijf andere honden nog aan je vast niks ondernemen. Los daarvan vind ik het ook belangrijk om de honden veel aandacht te kunnen geven. Met twee lukt dat, met zes niet.’

‘Mijn eigen hond gaat ook altijd mee wandelen, maar die loopt los naast me. Iets wat ik met andere honden niet durf, dat is een kwestie van veiligheid en vertrouwen. Soms zie je tussen de honden onderling iets heel moois ontstaan. Zo heeft mijn eigen hond de gewoonte om een stok op te rapen en die de hele wandeling in zijn bek te houden. Een exstraatho­ndje waar ik vaak mee ga wandelen, zag dat en doet dat nu ook. Alleen: hij wil dezelfde stok in zijn bek als mijn hond. En dus lopen ze naast elkaar, met elk diezelfde stok in hun bek. Heel grappig. Je ziet voorbijgan­gers vaak gniffelen.’

‘Veel mensen denken dat een hondenuitl­ater niets anders doet dan wandelen en stront opkuisen. Dat laatste valt echt heel goed mee. De meeste honden doen hun behoefte thuis in de tuin. Af en toe ook op straat, maar ik hoef niet om de zoveel meter te stoppen en een zakje boven te halen.’

Onwetende baasjes

‘Net zoals dat gaat bij mensen, bouw je ook met sommige honden een specialere band op. In die mate dat ik sommige dieren verschrikk­elijk zou missen als ik niet meer met ze zou kunnen wandelen. Met een heel oude golden retriever heb ik een nauwe band, al weet ik niet waarom. Zijn baasjes zijn op reis en ze vertelden me: als ons vliegtuig neerstort, willen we dat jij hem in huis neemt. Dat vond ik zo mooi.’

‘Ik heb ook veel energie geïnvestee­rd in een voormalige straathond. Een beestje dat enorm bang was, heel schuchter ook. Als hij andere honden zag, gingen zijn haren rechtop staan. Met hem ben ik heel vaak gaan wandelen, ik aaide hem, speelde met hem. Intussen is hij een veel socialere hond. Daar haal ik veel voldoening uit. Daar wíl ik ook in investeren. Het is prachtig dat je impact kan hebben op het geluk van zo’n hond. Al zitten er ook kadee

kes tussen. Een hond die enorm veel weegt, gaat telkens als we het speelplein moeten verlaten ostentatie­f op zijn rug liggen. Omdat hij wéét dat ik hem niet kan opheffen of in beweging krijgen.’

‘Sommige baasjes kennen hun eigen dier niet. Dan zeggen ze: pas op, hij is heel dominant tegenover andere honden. Als ik er dan mee ga wandelen, merk ik dat die hond helemaal niet dominant is, maar dat hij blaft uit angst. Of ze zeggen dat hun dier bang is van water. Een half uur later zie ik de hond in een vijver springen om te zwemmen. Dan denk ik: mensen moeten meer uitprobere­n met hun dier, écht ontdekken wat de hond leuk vindt. Ik houd me ook niet in om die feedback aan de baasjes te geven. Je moet een beetje subtiel zijn natuurlijk, zulke dingen kunnen gevoelig liggen, maar eigenlijk wordt dat altijd geapprecie­erd.’

‘De tongen van mensen komen ook los als ze zien dat je het goed doet met hun hond. Dat schept vertrouwen, een soort onuitgespr­oken band. En dan durven mensen persoonlij­ker worden. Vertellen ze dat ze een financiële tegenslag hebben gehad, of dat het rapport van hun dochter niet goed was, of dat ze een heel stressvoll­e week op het werk achter de rug hebben.’

‘Het mooiste aan mijn job is dat ik sommige honden zie openbloeie­n. Dat ik zie hoe ook zij iets aan hun dag hebben. Maar ook voor mezelf is het iets goeds. Mensen hebben de neiging om heel veel te denken, over rekeningen die nog betaald moeten worden, over een probleem of een ruzie, of de strijk die nog gedaan moet worden. Een hond leeft in het moment. In dat opzicht zijn die wandelinge­n voor mij een soort meditatie, ze leggen mijn gedachten even stil, ik ben niet bezig met mijn telefoon. Dat zijn dingen die een mens je niet kan leren. Een hond denkt niet na over de toekomst, die is gewoon blij dat hij met zijn poten in de modder staat.’

‘In de film gaat een dogwalker met zes honden tegelijk wandelen. Dat vind ik geen goed idee’

 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium