De historische oorzaak van ongelijkheid? Migranten!
Je kunt alles worden, als je maar je huiswerk maakt, wist zanger Stef Bos drie decennia geleden al. Hij bedoelde het ironisch, maar verwoordde exact de American dream: iedereen kan alles worden, als hij of zij maar hard genoeg werkt.
Maar precies in de VS gaat die droom niet op. Uit onderzoek blijkt dat haast nergens anders de status van je ouders zo bepalend is voor wat je later wordt. Zijn je ouders arm, dan is de kans er groter dan elders dat je zelf ook arm blijft. Hebben je ouders gestudeerd, dan is de kans in de VS groter dat je zelf ook een universiteitsdiploma haalt. Met een dure term heet dat: de intergenerationele mobiliteit is erg laag.
Het VK en Italië zitten in hetzelfde schuitje als de VS. Helemaal aan de andere kant staan de Scandinavische landen, zoals Denemarken en Noorwegen. Wat je ouders doen, is daar ook wel bepalend voor wat je zelf later gaat doen, maar minder. Tussenin zitten Duitsland en Frankrijk.
Toch is er in de VS een mogelijkheid om je kansen gevoelig op te krikken: in de juiste regio gaan wonen. Of je kans maakt om op de maatschappelijke ladder op te schuiven, hangt in de VS sterk af van je woonplaats.
Een recent onderzoek, verschenen in Proceedings of the National Academy of Sciences, schuift een opmerkelijke verklaring naar voren voor die regionale verschillen: het ligt aan de immigranten. Niet die van vandaag, maar die van vóór de Eerste Wereldoorlog. Meer dan dertig miljoen Europeanen staken tussen 1850 en 1914 de oceaan over om hun geluk in de VS te beproeven. Migranten uit een bepaald land gingen vaak in elkaars buurt wonen.
Dat werkt meer dan een eeuw later nog altijd door, blijkt uit het onderzoek. De gebieden waar veel Scandinavische migranten naartoe trokken, hebben ook vandaag nog een hogere intergenerationele mobiliteit. In de gebieden waar veel Italianen of Britten zich settelden, is het veel moeilijker om de maatschappelijke ladder op te klimmen of af te dalen.
Dat de afkomst zo lang doorwerkt, is opmerkelijk, zeker omdat de band met het land van afkomst sterk afgezwakt is. Maar volgens de onderzoekers zijn het niet zozeer de mensen die de ongelijkheid van generatie tot generatie doorgeven. Zwarten, die niet uit Europa kwamen, hebben in pakweg de ‘Scandinavische regio’s’ in de VS ook een grotere kans om hogerop te komen. De reden, denken de onderzoekers, waarom de migratiegolf nog altijd blijft doorwerken, is omdat de migranten toekwamen in gebieden waar nauwelijks instellingen waren. Ze moesten dus zelf de scholen, bijstand en gezondheidszorg (mee) organiseren. In de ‘Scandinavische regio’s’ is er ook vandaag nog een grotere progressiviteit in de belastingen, en is er een bredere toegang tot het hoger onderwijs.
Wie arm is en in een gebied met een lage mobiliteit woont, heeft dus dubbel pech. Niet alleen is de kans om hogerop te komen kleiner, de kans dat die historische erfenis snel uitgewist wordt, is ook klein.
Wie arm is en in een gebied met een lage mobiliteit woont, heeft dubbel pech