Trage formaties hinderen strijd tegen cybercrime
Criminaliteit verplaatst zich razendsnel naar het internet. De politie waarschuwt dat het die strijd alleen de baas kan met volwaardige regeringen.
BRUSSEL I Vorig jaar werden in ons land 1.277 aangiftes gedaan van phishing, internetfraude waarbij slachtoffers via valse emails en websites kredietkaartgegevens, paswoorden of andere gevoelige informatie afhandig worden gemaakt. In 2017 ging het nog maar om 475 aangiftes.
In totaal steeg informaticacriminaliteit in een jaar tijd met vijftien procent, blijkt uit de criminaliteitsstatistieken die de federale politie gisteren bekendmaakte. Terwijl de algemene delinquentie afneemt, komt digitale misdaad meer dan dubbel zo vaak voor als tien jaar geleden. De echte cijfers liggen nog veel hoger, aangezien cybercriminaliteit nauwelijks aangegeven wordt.
Dat blijkt ook uit de Veiligheidsmonitor, een grootschalige enquête bij zo’n 170.000 Belgen die de federale politie voor het eerst sinds 2008 opnieuw afnam. De twee meest genoemde misdrijven zijn oplichting via het internet en inbraak in een computer of smartphone. Van beide was acht procent van de respondenten het laatste jaar slachtoffer. Op de zesde plaats volgt intimidatie, belaging en pesten via het internet.
‘Dat betekent dat er nog veel meer prioriteit moet gaan naar de bestrijding van cybercrime’, zegt Marc De Mesmaeker, commissarisgeneraal van de federale politie. ‘Het moet een grote ambitie zijn in het nieuwe nationaal veiligheidsplan.’
Maar het ziet er niet naar uit dat daar snel werk van gemaakt zal kunnen worden. Het is aan de nieuw te vormen federale en deelstatelijke regeringen om een kadernota integrale veiligheid op te stellen, waaruit specifiek voor de politie een nationaal veiligheidsplan moet voortkomen. Terwijl op federaal niveau een oplossing verderaf lijkt dan ooit, ligt ook de Vlaamse formatie voorlopig stil.
Informatici gezocht
Bovendien moet de politie veel meer gespecialiseerde profielen aantrekken, zoals informatici. ‘Dat is met de huidige selectieprocedure niet mogelijk’, zegt Nicholas Paelinck, voorzitter van de Vaste Commissie Lokale Politie. Ook om dat logge rekruteringsproces te moderniseren, is een echte regering vereist. ‘Er komt een tsunami op ons af, terwijl we met onze voeten in het water staan’, zegt Paelinck. ‘Er is dringend nood aan lokale cybercrime units en preventieadviseurs cyberveiligheid.’
Daarbij komt dat er in lopende zaken, met de financiering via voorlopige twaalfden, geen bijkomend geld uitgetrokken kan worden voor de bestrijding van cybercrime. Om haar boodschap kracht bij te zetten, stuurde de federale politie een memorandum naar alle partijen, waarin ze pleit voor een doelgerichte focus op cybercrime, onder meer via ‘fundamentele wijzigingen’ aan het selectieproces. ‘Er moet een informaticaplan komen’, zegt De Mesmaeker. ‘We hebben alle componenten van de beleidsvoering, en dus volwaardige regeringen, nodig.’
‘Er komt een tsunami op ons af, terwijl we met onze voeten in het water staan’ NICHOLAS PAELINCK Voorzitter Lokale Politie
BRUSSEL I De aangegeven criminaliteit in ons land blijft verder dalen, van 879.000 feiten in 2017 naar 869.000 vorig jaar. In tien jaar tijd is er een afname van veertien procent. Dat blijkt uit de nieuwste criminaliteitscijfers en de veiligheidsbarometer van de federale politie.
1. Driekwart voelt zich veilig
Drie vierde van de 168.000 ondervraagde inwoners voelt zich zelden of nooit onveilig. Vijf procent voelt zich altijd of vaak onveilig. Dat is het laagste niveau sinds de eerste veiligheidsmonitor in 1997. In 2008 was dat acht procent, in 2000 nog twaalf. Mannen (4,7 procent) voelen zich minder onveilig dan vrouwen (6,7 procent).
Opvallend: van alle leeftijdsgroepen voelen de jongeren (1524 jaar) zich het meest onveilig, en de ouderen (65+) het minst. ‘Jongeren worden vaker blootgesteld aan criminaliteitsfenomenen als afpersing of internetmisdaad’, zegt minister van Binnenlandse Zaken Pieter De Crem (CD&V). ‘Bijkomende inspanningen zijn wenselijk.’
Ondanks het wijdverspreide veiligheidsgevoel vertonen heel wat inwoners mijdingsgedrag. Zo doet meer dan een op drie de deur niet open voor onbekenden – vooral jongeren en ouderen. Bij vrouwen is dat 42 procent. Vijftien procent vermijdt het om bij duisternis de woning te verlaten, en twaalf procent blijft weg van drukke evenementen. Acht procent vermijdt het openbaar vervoer.
2. Nauwelijks aangifte van zedenfeiten en cybercrime
Slechts veertien procent van de burgers van wie de smartphone of computer werd gehackt, deed daarvan aangifte. Terwijl cybercrime het meest voorkomende criminaliteitsfenomeen is, blijft dat het vaakst ongemeld. In totaal werden vorig jaar naar schatting 200.000 feiten van digitale misdaad niet gerapporteerd bij de politie.
Ook zedenfeiten blijven in meer dan vier vijfde van de gevallen onder de radar. Aangezien vorig jaar 12.000 zedenfeiten wel werden aangegeven, begroot de politie het zogenaamde dark number op liefst 60.000. Twee procent van de respondenten zegt het laatste jaar slachtoffer te zijn geworden van zedenfeiten – bij vrouwen ligt het cijfer bijna drie keer zo hoog als bij mannen.
‘Een van onze belangrijkste taken ligt bij preventie en het laagdrempelig maken van onze diensten, zodat de aangiftebereidheid stijgt’, zegt Marc De Mesmaeker, commissarisgeneraal van de federale politie. Uit de enquête blijkt dat slechts 38 procent van de bevolking tevreden is over de manier waarop misdrijven vastgesteld en aangepakt worden.
‘Wij tasten in het duister als we niet precies weten hoeveel feiten niet worden aangemeld’, zegt minister van Justitie Koen Geens (CD&V). ‘Dat blijkt heel duidelijk het geval te zijn bij zedenmisdrijven. Schaamte speelt daarbij een belangrijke rol. De politie moet misschien nog accueillanter worden. Het kan ook dat men denkt dat het toch niet opgevolgd zal worden en dat aangifte de moeite niet loont. In elk geval is er wetenschappelijk onderzoek nodig. De hoge dark numbers nemen het hoeragevoel over de gedaalde criminaliteit weg.’
3. Verkeer is grootste buurtprobleem
Wat buurtproblemen betreft, liggen inwoners vooral wakker van verkeersmisdrijven. Liefst twee derde van de respondenten zegt last te hebben van onaangepaste snelheid in het verkeer, en bijna de helft van agressief rijgedrag en wildparkeren. Daarnaast is sluikstorten steeds meer een bekommernis. Overlast door woninginbraken nam in tien jaar dan weer sterk af.
‘Dit leert ons dat we onze capaciteit voor de handhaving van het verkeer nog beter en gerichter moeten inzetten’, zegt Nicholas Paelinck, voorzitter van de vaste commissie van de lokale politie. ‘We hopen op extra middelen vanuit de gewesten.’
‘Een van onze belangrijkste taken ligt bij het laagdrempelig maken van onze diensten, opdat de aangiftebereidheid stijgt’
MARC DE MESMAEKER Commissarisgeneraal federale politie