De Standaard

ZEDENFEITE­N ALS SOCIOCULTU­REEL PROBLEEM

- BART BRINCKMAN

De veiligheid­smonitor van de federale politie doet in essentie aan opinieonde­rzoek. Het overstijgt het louter weergeven van criminalit­eitscijfer­s. Er bestaat immers een verschil tussen het aantal misdaden dat de politie registreer­t en het aantal misdaden dat mensen ervaren. Dan komt zo’n monitor van pas, al haastte de federale politie zich om te benadrukke­n dat drie vierde van de Belgen zich zelden of nooit onveilig voelt.

Zowel bij zedenmisdr­ijven als bij cybercrimi­naliteit valt het grote verschil tussen het slachtoffe­rschap en de aangiftebe­reidheid op. Dat ‘dark number’ loopt snel op tot tachtig procent en meer. Justitiemi­nister Koen Geens (CD&V) beloofde onderzoek naar de redenen van dat ‘disparate cijfer’. Daarvoor hoeft niet meteen een batterij professore­n aan het werk te worden gezet, wat logisch denkwerk volstaat.

Slachtoffe­rs maken eerst een kostenbate­nanalyse. Levert het iets op? Heeft de politie kans op slagen om de daders op te sporen en de geleden schade te vergoeden? Bij een negatief antwoord wordt een bezoek aan het plaatselij­ke politiekan­toor geschrapt. Dat ligt anders wanneer de verzekerin­g per definitie een procesverb­aal eist.

Behalve economisch­e spelen ook culturele en psychologi­sche redenen een rol, zeker in het geval van de zedenmisdr­ijven. Uit de cijfers blijkt dat vrouwelijk­e studenten in verstedeli­jkte gebieden de grootste groep van slachtoffe­rs vormen. Toch zijn die hoogopgele­ide vrouwen het minst bereid om een aangifte te doen.

De veiligheid­smonitor capteert 70.000 zedenmisdr­ijven per jaar, amper een op vijf wordt gemeld. Daarbij speelt het gebrek aan vertrouwen in een efficiënte politie zeker een rol. Ander onderzoek illustreer­de dat amper een aangegeven feit op zes uiteindeli­jk leidt tot een veroordeli­ng.

Sommige vrouwen verkiezen het om zichzelf ervan te overtuigen dat ze iets verkeerds gedaan hebben, het laat toe om opnieuw de controle over het eigen leven te krijgen. Of ze kennen de dader en vrezen de gevolgen van de aangifte, voor zichzelf en voor de schuldige.

Het opkrikken van de aangiftebe­reidheid wordt een hele uitdaging. Op zijn minst moet er meer preventief worden gewerkt. Voor de cybercrimi­naliteit kan dat niet zo moeilijk zijn, al moet de politie daar dringend op zoek naar beter gespeciali­seerde agenten.

Rond zedenzaken zal er meer nodig zijn. Daar gaat het om een sociocultu­reel probleem, het betreft de omgangsvor­men tussen mensen. Maar ook de manier waarop ongepast gedrag toch wordt vergoelijk­t. Dat overstijgt de actieradiu­s van de federale politieman.

Hoogopgele­ide vrouwen zijn het minst bereid om een aangifte te doen

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium