‘De gebruiksregels van Facebook gaan niet boven de Duitse wet’
sommige aspecten duidelijk’ zijn.
Facebook staat al jaren onder toenemende druk om sneller en strenger op te treden tegen haatberichten en andere ongewenste inhoud zoals desinformatie. De NetzDGwetgeving loopt op die trend vooruit, maar Frankrijk en GrootBrittannië werken aan gelijkaardige wetgeving. GrootBrittannië denkt aan de oprichting van een speciale regulator die toeziet op de sociale media, en wil niet alleen illegale inhoud weren maar ook inhoud die legaal is maar ‘schadelijk’.
Europa opteerde in 2016 voor een systeem van zelfregulering: de sociale ‘onvoldoende media zouden haatberichten weghalen binnen de 24 uur nadat ze worden gemeld. Dat dit onvoldoende is, werd duidelijk in maart, toen Brenton Tarrant zijn moordende aanslag op een moskee live uitzond via Facebook. Het sociale netwerk reageerde traag en slaagde er niet in die video blijvend van zijn netwerk te verwijderen.
Maar een strenge Europese verordening op de verspreiding van terroristische inhoud geraakte niet goedgekeurd vóór de Europese Verkiezingen. Het ontwerp botste namelijk op heel wat kritiek: het eist dat terroristische inhoud binnen het uur wordt verwijderd, wat volgens critici niet haalbaar is zonder preventieve filtering. ‘Alle pogingen om extremistische inhoud volledig van het internet te weren, dreigen te leiden tot excessieve beperkingen op fundamentele rechten als vrije meningsuiting, vrijheid van vereniging en privacy’, zegt Jan Penfrat van de organisatie European Digital Rights (EDRi).
Paniekmodus?
Al sinds de begindagen van het world wide web in de jaren 90 geldt het principe dat internetbedrijven slechts tussenpersonen zijn, en niet aansprakelijk voor wat gebruikers via hun platform uitspoken. In Europa is dat grondbeginsel verankerd in de ecommercerichtlijn uit 2000. De bedoeling was indertijd om de groei van die internetbedrijven niet te kortwieken, maar intussen zijn een aantal van die bedrijven uitgegroeid tot machtige giganten. ‘Je ziet nu een verschuiving naar het idee dat deze tussenpersonen hun verantwoordelijkheid moeten nemen’, zegt Aleksandra Kuczerawy van de KU Leuven. Dat betekent: illegale berichten snel verwijderen, of zelfs het uploaden ervan verhinderen.
Socioloog Ben Caudron, docent aan de Erasmushogeschool, vindt dat geen goede evolutie. ‘De staat gaat zich nu heel expliciet bezighouden met welke inhoud er mag worden verspreid en welke niet’, zegt hij. Maar daarover is onvoldoende maatschappelijk debat geweest, ‘omdat we in 2016 in paniekmodus zijn geraakt’, aldus Caudron.
CHRISTINE LAMBRECHT Duits minister van Justitie