Afrikanen vinden het moeilijkst een job
Actiris ziet discriminatie, taalvereisten en erkenning van diploma’s als oorzaken van grote verschillen inzake jobkansen.
BRUSSEL I Van de Belgische Brusselaars op actieve leeftijd is 67,5 procent aan het werk. Bij de Brusselaars van nietEuropese origine is dat slechts 38,9 procent. Dat blijkt uit een studie van view.brussels, het Brussels observatorium voor werk en opleiding, die is uitgevoerd op vraag van Brussels minister van Werk Didier Gosuin (Défi).
Het verschil is het grootst bij mensen met roots in subSahara Afrika. De werkloosheidsgraad van mensen uit Congo, Rwanda of Burundi ligt op 39,3 procent, bij afkomst uit andere Afrikaanse landen ligt die op 41,3 procent. Bij de jongeren is dat zelfs meer dan de helft.
Ook bij mensen uit de Maghreblanden is de werkloosheidsgraad met 34 procent torenhoog. Omdat die groep groter is dan die van de subSaharaAfrikanen, maken zij ook een groter deel van de werkzoekenden uit. Dertig procent van de Brusselse werkzoekenden heeft een Maghrebijnse achtergrond.
De kloof tussen Belgen en allochtonen van buiten de EU in Brussel is vergelijkbaar met die in andere steden. In Antwerpen is de kloof nog iets groter, in Gent en Luik iets kleiner. Maar het probleem is prangender voor Brussel, omdat het aandeel van mensen van buitenlandse origine daar veel groter is.
Vrouw met hoofddoek
Dat veel Brusselaars laaggeschoold zijn en veel Brusselse vacatures een hoge scholing vragen, kan de kloof niet volledig verklaren, zegt Khadija Senhadji, die het onderzoek leidde. ‘Want ook buitenlanders met een hoog diploma raken moeilijker aan werk dan Belgen met datzelfde diploma. Veel Afrikanen zijn bijvoorbeeld hooggeschoold.’
View.brussels heeft het over ‘impliciete uitsluiting van een gedeelte van de plaatselijke arbeidskrachten, en openlijk discriminerende praktijken’. Als voorbeelden geeft het observatorium het belang dat Vlaamse rekruteerders hechten aan de kennis van het Nederlands, werkgevers die geen vrouwen met een hoofddoek willen rekruteren, en de moeilijke erkenning van buitenlandse diploma’s. Van de Afrikanen, bijvoorbeeld, volgde driekwart studies die niet in België worden erkend.
Mensen met een buitenlandse herkomst zijn ook vaker alleenstaande ouders, wat de zoektocht naar werk niet vergemakkelijkt.
Grégor Chapelle, topman van arbeidsbemiddelaar Actiris, vindt dat bedrijven alleen nog subsidies mogen krijgen als ze een diversiteitsplan hebben. ‘Wie steun van de belastingbetalers wil, moet tenminste de intentie hebben een afspiegeling van die belastingbetalers tewerk te stellen.’ Dat komt de bedrijven ook ten goede, denkt hij. ‘Discriminatie is niet alleen een persoonlijk onrecht, het is ook een vertragende factor in de economie.’
Chapelle wil ook bindende quota voor mensen met een buitenlandse origine in de overheidsbedrijven, en de erkenning van buitenlandse diploma’s moet makkelijker worden.
Kanttekening: de cijfers hebben betrekking op het laatste kwartaal van 2015, sindsdien is de werkloosheid in alle gewesten, ook Brussel, flink gedaald. Hoe groot de kloof vandaag is, berekende view.brussels niet.
In Vlaanderen blijft er ook na die daling van de algemene werkloosheid in elk geval een groot verschil tussen autochtone en allochtone werkzoekenden. Daar publiceert de VDAB maandelijks statistieken waarin ze ook de origine van werkzoekenden meeneemt. In Brussel is het bijhouden van origine niet gebruikelijk, het is de eerste keer dat zo’n onderzoek gebeurt.
‘Discriminatie is niet alleen een persoonlijk onrecht, het is ook een vertragende factor in de economie’
GRÉGOR CHAPELLE
Topman Actiris