Het momentum van Koen Vanmechelen
Koen Vanmechelen strijkt neer op het 24 hectare grote domein van de oude Zwartbergse zoo: Labiomista. Hij verzamelde er onder meer kippen, fruitvliegjes, lama’s, loopvogels, kamelen … en zijn kunst natuurlijk.
Het is een park met kunst en dieren, waar het gras niet gemaaid wordt, en de natuur haar gang mag gaan. Je kunt er het werk van Vanmechelen bestuderen, of gewoon een zondagse wandeling maken, en daarna ergens in de schaduw gaan liggen. Welkom in Labiomista, het domein dat morgen de poorten opent voor het publiek. Vanmechelen zelf ziet al die hectaren en wat erop staat, rondloopt en groeit als een evoluerend kunstwerk.
We lopen door de poorten van The Ark, het onthaalgebouw dat Mario Botta ontwierp als een sleepboot die de rest van het domein lijkt voort te trekken. ‘Kijk’, grapt Vanmechelen. ‘Je bent al drie
installaties gepasseerd zonder dat je goed beseft dat je vertrokken bent.’ Geïntegreerd in een raam zit zijn werk Under pressure: een verzameling transparante glazen eieren. Binnen aan de muur hangt een werk met stierenhoorns en rode neonletters: ‘Dat is Tadelle, een Ethiopische stier’, zegt Vanmechelen. ‘Vier jaar geleden ben ik stieren beginnen te schenken aan verscheidene Afrikaanse gemeenschappen.’ Hij start ter plekke dan kruisingsprojecten waar de veestapel sterker en vruchtbaarder van wordt. Sterft zo’n dier, dan doet hij iets met het vel. ‘Ik geloof in gemeenschappen. Daar ligt de toekomst.’
Verhalen
Kippenkunstenaar. Het etiket blijft aan Vanmechelen plakken. ‘Noemt iemand Wim Delvoye varkenskunstenaar? Of Fabre keverkunstenaar?’ Hij haalt de schouders op. De kip heeft een bijzondere status onder de vogels. Geen hoge. ‘De kip is de nar.’ Een dwaas, misschien, maar wel de enige die het zich kon permitteren de status van koning en gezag te relativeren.
We lopen naar de oude woning van de mijndirecteur. Er staan verschillende installaties en je verneemt er wat over het mijn en zooverleden van de site, en over alle stichtingen die Vanmechelen wereldwijd rond zijn kunstprojecten opricht: voor kinder en mensenrechten, tegen honger, rond vruchtbaarheid, noem maar op. ‘Mijn werk moet je ontleden.’ Het gaat hem om de verhalen erachter. En
om wat kunst teweeg kan brengen.
De kunst, de plek
Met zijn kruisingsprojecten, waarvan dat met kippen het bekendst is, klopt Vanmechelen al dertig jaar op de nagel van de diversiteit. Dat punt zijn we voorbij, vindt hij. ‘Diversiteit is niet genoeg, het is een gegeven. We moeten het hebben over diversiteit in combinatie met productiviteit en mensenrechten.’ Om het verhaal van Labiomista te laten kloppen, moet de buurt betrokken zijn. Daarom wou hij geen horeca op het domein. ‘Ik wil niet dat de bezoekers allemaal dezelfde frieten uit plastic bakjes eten. Laat ze de lokale horeca verkennen. We creëren een tekort, de buurt mag het opvullen.’
Een risico van 9 miljoen
Daar, op de doorsnede van kunst en gemeenschap, vonden kunstenaar en stadsbestuur elkaar. Genk is een ultradiverse stad, die enkele rake economische klappen incasseerde. De site zelf is bij uitstek een gewonde plaats, vindt Vanmechelen. ‘Ze is al twee keer haar geschiedenis kwijtgespeeld. Eerst was het een mijnsite, dan een dierentuin, dan heel lang niets. Wij wilden de feniks laten herrijzen.’
‘We hebben er geen grote projectontwikkelaar op losgelaten’, zegt burgemeester Wim Dries, wiens bestuur negen miljoen euro veil had voor de site. ‘Als je met je stad nieuwe paden wil bewandelen, moet je zo’n wild gen als een kunstenaar durven binnen te halen. Het is een risico, maar dit project kan de regio de dynamiek bezorgen die hij nodig heeft.’
Vanmechelen legde zelf ook negen miljoen in de pot. ‘Die had ik niet liggen, hé’, verduidelijkt hij. ‘We hebben een momentum gevonden: veel partners geloofden meteen dat het project iets teweeg kan brengen.’
Aan de imposante Battery, de studio van Vanmechelen, prijkt
langs elke kant een enorme glazen vogelkooi. In de ene huizen fruitetende vogels uit alle hoeken van de wereld. In de andere twee met uitsterven bedreigde zeearenden, deel van een kweekproject. ‘Maar zet je de kooien open, dan is het voor de brave fruiteters zo voorbij. Middenin dat conflict leeft de mens. We denken dat wij predatoren zijn, maar op termijn kunnen we evengoed prooi worden.’
Achter de Battery kronkelt een breed, betonnen wandelpad als een slang door het domein. Geen boom werd ervoor gekapt: het past
zich aan de natuur aan. In de verte ligt Nomadland, een picknickplaats tussen de volkstuintjes, waar het kunstdomein en de buurt elkaar raken. En er is nog plaats voor uitbreiding. In Protected Paradise mag de natuur haar gang gaan. Misschien blijft dat lang zo, misschien gaat de kunst ook daar een symbiose aan. Dat is voor later. Je maakt een evoluerend kunstwerk of je maakt er geen.
‘Ik wil niet dat de bezoekers allemaal dezelfde frieten uit plastic bakjes eten. Laat ze de lokale horeca verkennen. We creëren een tekort, de buurt mag het opvullen’
Labiomista, Marcel Habetslaan 50, Genk. Open vanaf 6 juli.