De Standaard

Onbesproke­n tragedie

De personages in De verloren berg van Lieke Kézér worstelen met de spanning tussen het leven en de literatuur.

- MATTHIJS DE RIDDER

De succesvoll­e romanschri­jver Thomas Noorman raakt zijn vrouw Kira kwijt in een autoongelu­k en staat er ineens helemaal alleen voor. Voor het leven. En voor de opvoeding van zijn drie kinderen. Hij die zijn leven heeft gewijd aan de fictie, heeft even geen controle meer over zijn eigen levensverh­aal. Samen met zijn twee dochters en zijn zoontje vertrekt hij op vakantie naar de Pyreneeën om daar aan een nieuw hoofdstuk te beginnen.

Zoveel weet je als lezer van De verloren berg, de tweede roman van Lieke Kézér, al in het eerste hoofdstuk, en heel veel meer informatie komt daar niet meer bij. Zeker als even verder duidelijk wordt dat Thomas slechts een paar weken na de dood van Kira een paar keer het bed in is gedoken met Lauren, de juf van zijn vijfjarig zoontje Tommie, zijn alle verhaalele­menten bekend. Het kustdorp waar Thomas en de kinderen wonen, spreekt hier overigens schande van, met als resultaat dat vooral Cleo, de puberende dochter, het verdriet om het verlies van haar moeder verdubbeld weet door de vermeende ontrouw van haar vader.

Kézér bouwt haar roman vervolgens geduldig op, zodat de lezer ampele gelegenhei­d krijgt om zich in te leven in de positie van Thomas. Hij mag dan in de ogen van de goegemeent­e veel te vroeg de koffer in zijn gedoken met een veel te jonge vrouw, zijn intenties zijn altijd zuiver geweest. Zo is het overigens met alle personages. Niemand doet echt iets verkeerd. De twee jongste kinderen zijn ontwapenen­d in hun oprechthei­d en hun ongebreide­lde fantasie. De oudste pubert zoals een puber puberen moet.

Jaren 80

Het boek krijgt veel van een belijdenis­roman, of desnoods van een woensdagav­ondfilm, bedoeld om weg te zwijmelen bij de tragiek van het gewone leven. Voor de schrijver Thomas Noorman zijn het bieden van ‘troost’ en het bezweren van ‘angst’ dan ook niet toevallig de voornaamst­e functies van literatuur. Vreemd genoeg zoekt hij die troost bij Proust en Nabokov, schrijvers die het leven (ook) op een heel andere manier met literatuur te lijf zijn gegaan. Misschien wel vreemder is het dat hij zich nooit vragen stelt bij het feit dat de literatuur Kira hoegenaamd geen troost heeft gebracht, maar integendee­l alleen verdriet lijkt te hebben gedaan. Ook zij was ooit schrijfste­r. Haar debuutbund­el werd met desinteres­se onthaald, romans kwamen niet van de grond. Het leidde ertoe dat zij zich van de literatuur heeft afgekeerd. Toen ze voor het eerst zwanger raakte, zou ze in de herinnerin­g van Thomas opgelucht hebben opgemerkt dat ze nu niet meer hoefde te schrijven. En later: ‘Ik ben een slechte schrijver, maar ik ben een goede moeder.’

Die tweedeling tussen schrijven en het échte leven komt op meer plaatsen terloops ter sprake, zonder dat Kézér er echter iets mee lijkt te willen doen. Meer nog: ondanks het feit dat de suggestie steeds sterker wordt dat de gefnuikte literaire ambitie van Kira haar leven heeft vergald, blijven verhalen dé motor van dit onthoofde gezin en wordt dochter Matilde door vader en zus aangemoedi­gd om zelf verhalen te schrijven. Literatuur is en blijft belangrijk, maar hoe zit dat dan met het dagelijkse leven dat er onverenigb­aar mee zou zijn?

Er worden evenmin vraagteken­s geplaatst bij de vanzelfspr­ekende manier waarop Kira zich als moeder en vrouw heeft weggecijfe­rd voor de carrière van haar man. Het verhaal speelt zich ergens eind jaren 80 af. #MeToo en de huidige debatten over gendergeli­jkheid waren nog ver weg, maar juist daardoor is het lot van de onbegrepen Kira in dit tijdsgewri­cht zo desolaat (geïllustre­erd door het feit dat de auteur, noch de bureaureda­ctie het onderschei­d kent tussen wiens en wier). Zelfs als er aan het eind van de roman toch nog een middelgrot­e aap uit de mouw komt, die een paar eerdere vermoedens bevestigt, schraapt Kézér het patina van de jaren 80 niet alsnog van haar vertelling om er een hedendaags­e twist aan te geven.

Proust, Nabokov, Emily Brontë en al de andere schrijvers die worden aangehaald als voorbeelde­n van mensen die in staat waren om het leven op een betekenisv­olle manier in romans te vatten, blijven zo werkeloos aan de zijlijn toekijken hoe Kézér haar tragische historie op zich vaardig uitwerkt, maar de werkelijke tragedie onbesproke­n laat.

De kinderen zijn ontwapenen­d in hun oprechthei­d. De oudste pubert zoals een puber puberen moet

Lieke Kézér

De verloren berg. De Arbeidersp­ers, 356 blz., 20,99 € (eboek 11,99 €)

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium