Wallonië bestaat niet
De Walen. Wie zijn ze, wat doen ze? Met die geleende vragen trok PETER DE LOBEL de taalgrens over. Zijn gesprekken met tien invloedrijke Walen uit de culturele, academische en economische wereld leiden hem naar een opmerkelijke conclusie.
We kennen Wallonië niet. Dat was het vertrekpunt voor het correspondentschap ‘Walen binnen’. Onzin natuurlijk. Want weten we niet al heel veel over Wallonië? Dat het daar economisch slecht gaat, dat ze leven van Vlaamse transfers en allemaal stemmen op de PS, of erger nog, de PTB! Ja toch?
Het zijn clichés die mijn generatie al vroeg ingelepeld kreeg, door Urbanus nog wel. Hoe zei hij dat ook weer, toen hij in de jaren 80 in Nederland ging uitleggen wat de taalgrens was? ‘DAAR WONEN DE WALENKOPPEN! En van deze kant wonen de goeien.’
Die (flauwe) is meer dan dertig jaar oud, maar nog altijd komen veel Vlamingen niet verder dan een handvol clichés als het gaat over Wallonië. Ook in de media. Als ik sommige reportages zie die collega’s maakten over de verkiezingen in Wallonië, lijkt het nog altijd alsof je maar beter malariapillen inneemt en een tropenhelm opzet als je naar La Louvière of Charleroi gaat.
Ook bij De Standaard was het lang knokken om verhalen over Wallonië in de krant te krijgen. Op een paar grote namen na kennen we de Waalse politici immers niet, we kunnen er ook niet voor stemmen en we koesteren nu eenmaal onze clichébeelden.
Maar goed, door te wijzen op de belangrijke weerslag van de Franstalige politiek op Vlaanderen, lukte het enkele jaren geleden toch om de interesse voor Wallonië op de redactie aan te wakkeren. Dat alibi is trouwens meer dan ooit actueel, door de berichtgeving over de lastige federale formatie.
Politieke berichtgeving is dus verworven. Maar voor alles wat niet politiek is, blijft er nog enorm veel te ontdekken. Dat is dan ook wat deze reeks moest doen, met een gezonde Jambershouding naar het zuiden trekken. De Walen, wie zijn ze, wat doen ze? Tientallen potentiële namen hebben we tegen het licht gehouden, gewikt en gewogen. Tien hebben we er uiteindelijk uitgepikt. De voorbije maanden leerden zij me dat Wallonië niet bestaat.
Grond spreekt geen Vlaams
In Vlaamsnationale kringen, maar ook steeds meer daarbuiten, is het bon ton om het land neer te zetten als de optelsom van twee democratieën, Vlaanderen en Wallonië. De laatste verkiezingsuitslag heeft dat beeld alleen maar versterkt en ik durf niet met zekerheid te zeggen dat ik het vroeger niet zelf heb geschreven of gebruikt. Wat ik wel zeker weet, is dat ik het niet meer vind kloppen, dat van die twee democratieën. Dat besef drong pas door toen ik vaker de taalgrens overstak.
Als u me even een kleine zijsprong toestaat: die taalgrens, die doet me denken aan een prachtige quote van Naji Habra, de rector van de Universiteit van Namen. Hij zit in een unieke positie. Habra is volbloed Namurois, maar dankzij zijn Syrische roots kan hij als Belgische en Waalse insider toch een blik van buitenaf bewaren. ‘Zodra Belgen in het buitenland zijn, zijn het allemaal Belgen’, zei hij tijdens ons gesprek. ‘Ze eten hetzelfde, ze lachen met hetzelfde … Het onbegrip is erg aangewakkerd door de politiek. Ik zie de taalgrens ook niet zo duidelijk als de politiek haar ziet. Ik zie de bomen niet veranderen als ik in Vlaanderen kom en de grond waarover ik loop, spreekt er geen Vlaams. Maar de mensen wel, en dat moet je respecteren.’
En nu we toch aan het afdwalen zijn, volgt u me nog snel even naar het allereerste interview van de reeks, met acteur en regisseur Bouli Lanners? Daarna kom ik terug op die democratieënkwestie, beloofd.
Eerlijk is eerlijk, ik kende Lanners niet voor ik aan deze reeks begon. Ik lees liever dan dat ik films of tv kijk, maar voor ‘Bouli’ maak ik vanaf nu wel een uitzondering. Een vriendin die samen is met een Waal raadde me hem aan en zoals wel vaker had ze overschot van gelijk. Ze zette me trouwens ook op weg naar Chimay, en het donkere interview met Philippe Dumont. Daar heb ik trouwens nog een heerlijke anekdote aan overgehouden die begint met ‘Ik was onlangs in een karaokebar in Chimay …’ Maar da’s weer een heel ander verhaal. (Dat de krant niet haalde, maar het zeer goed zal doen op zomerse barbecues.)
Tattoo van Permeke
Lanners dus. Ik vroeg hem of hij zich Waal voelde, en waarin dat dan wel zat. ‘Ik voel me extreem hard Waal’, antwoordde hij direct. ‘Dat merk ik zodra ik in Frankrijk kom. Ik voel dat ik daar niet thuis ben. Ik voel me beter thuis in Vlaanderen.’ Dat zei dus een acteur die in Frankrijk tien keer groter is dan in zijn België, die de hoofdrollen in Franse kaskrakers kaapt en daarmee ginds de sterren en de awards bijeenharkt alsof het niks is.
Het zit ’m in de kleine dingen, ging hij verder. En bij elk voorbeeld dat hij gaf, herkende en zag ik het plots zelf ook. ‘Ik zou echt niet in Frankrijk kunnen wonen. Onmogelijk! Het zit in de manier waarop mensen goedendag zeggen. De manier waarop men je wisselgeld geeft als je op café een pint bestelt, hoe men naar je kijkt als je de bus opstapt … Daaraan voel je dat je van ergens anders komt. In Vlaanderen heb ik dat niet. Het is mijn taal niet, maar als ik naar Gent, Hasselt of SintTruiden ga, dan ben ik chez moi. De mensen reageren daar zoals ik wéét dat ze zullen reageren. Dat is wat volgens mij een land maakt. Désolé, mais la Flandre, même si je suis Wallon, elle fait partie de moi. Daarom doet het zo’n pijn dat sommigen dat deel van mij willen afscheuren.’ Dat van die ‘fait par
tie de moi’, is ook letterlijk te nemen. Lanners is van opleiding kunstschilder en draagt zijn favoriet, Permeke, altijd bij zich, met een grote tattoo op zijn borst.
Het Waalse kruis
Maar om terug te komen op die twee democratieën … Ik denk dat Lanners gelijk heeft als hij zegt dat er dingen zijn die ons allemaal Belg maken. Ingebakken dingen, gedragingen waar je niet omheen kunt, zelfs al gebiedt je politieke overtuiging om dat wel te doen. Toch is dat niet de reden waarom ik vind dat het twee democratieëndiscours nergens op slaat. De sleutel is, zoals ik net al schreef, dat Wallonië niet bestaat. Toch niet als één homogeen te nemen of te verguizen blok.
Op de kaart bekeken is Wallonië bijna een kruis. Met horizontaal de oude industriële bekkens, van Bergen over Charleroi tot Luik. Zakenbrein Thomas Dermine legde me in de marge van ons interview uit hoe daar het besef van de aftakeling veel te traag is doorgedrongen. In combinatie met de heftigheid ervan had dat rampzalige economische en sociale gevolgen. Dermine kan het weten. Hij is slim – Harvardslim – én Carolo. Hij wees me op de ‘Waalse noordzuidas, die zo rijk is of rijker dan Vlaanderen’. ‘In WaalsBrabant profiteren ze nog mee van de metropool Brussel, in het zuiden van Wallonië van Luxemburg. Zo zie je dus meteen dat het discours van mensen als Tom Van Grieken (Vlaams Belang) over Wallonië fout is. Als het de Walen zouden zijn die “slecht” zijn, dan zou het overal in Wallonië slecht moeten gaan.’
Quod non. Er zijn gebieden waar nog enorm veel werk is, met een hoge werkloosheid en al de daarvan afgeleide problemen. Maar tegelijk piekt de Waalse export, daalt de werkloosheid, worden er nieuwe banen gecreëerd en steden schoongemaakt. In plaats van één Wallonië krijg je zo een hele resem verschillende Walloniës. In Vlaanderen is dat trouwens niet anders. Sinds 26 mei breken bijna alle partijvoorzitters zich het hoofd over hoe ze de verbinding met het Vlaanderen van het platteland en de kleine gemeenten verloren en hoe ze daar zo snel mogelijk verandering in kunnen brengen.
Van hun luie achterste
Volgens sommige Vlaamse politici brengen Walen hun hele leven door in een hangmat, wachtend op de maandelijkse geldtransfer vanuit Vlaanderen. Ook dat durf ik te betwisten. HangmatWalen zullen er wel zijn, maar aangezien er niet één Wallonië is, bestaat ook dé Waal niet. Neem JeanJacques Cloquet, ‘Ondernemer van het jaar’, de man die Charleroi Airport deed boomen en die nu mee Pairi Daiza leidt. Op alle denkbare manieren heeft die aan de rand van de afgrond gestaan. Het is maar door keihard te werken dat hij zich bij de haren uit het eigen moeras kon trekken.
Voor al de Walen die zelf niet sterk genoeg staan om dat te doen, is er Christine Mahy, de voorzitter van het Réseau Wallon de lutte contre la pauvreté. Haar pleidooi
Ik vind het niet meer kloppen, dat van die twee democratieën. Dat besef drong pas door toen ik vaker de taalgrens overstak
is even simpel als radicaal. Armoede moet niet bestreden worden, maar uitgeroeid. ‘We beseffen dat zoiets niet in een vingerknip kan. Maar als je wilt dat mensen inspanningen leveren, dan moet je als maatschappij ook de mindset hebben dat dit echt niet meer kan. Hoe vaak kun je aan dezelfde mensen vragen om de buikriem aan te halen?’
Nog een Wallonië? Dat kan. Want het verschil tussen Mahy en pakweg Arabelle Meirlaen is hemelsbreed. De sterrenchef botst in haar restaurant in de buurt van Hoei dagelijks op de rompslomp en de kosten die gepaard gaan met personeel aanwerven en zegt: ‘Het zou veel beter zijn als iedereen zelfstandige was. Dan moest iedereen wel van zijn luie achterste komen en gaan werken. Er zou geen werkloosheid meer zijn. Voor mensen die een werkloosheidsvergoeding of OCMWsteun krijgen, is toch elke motivatie zoek?’
Van sommige Vlaamse partijen zou ze voor zulke boude uitspraken applaus krijgen. Maar Meirlaens vader was dan wel een Vlaming, zij is op en top Waalse. Wat je bij haar eet, komt uit haar tuin, uit de Waalse grond. Maar net zoals Mahy, Lanners en al de anderen, is zij maar één facet van dat onbekende Wallonië. Pardon,
Walloniës bedoel ik.
Een overzicht van alle stukken van het correspondentschap ‘Walen binnen’ vindt u via standaard.be/walenbinnen. Voor een overzicht van de volledige reeks surft u naar standaard.be/correspondenten Morgen: Valerie Droeven en Simon Grymonprez over hun correspondentschap ‘Generatie Z’
HangmatWalen zullen er wel zijn, maar aangezien er niet één Wallonië is, bestaat ook dé Waal niet