Teresa en An, écht vrijwillig afgestaan?
Acht Vlamingen die in de jaren 80 via de vzw Hacer Puente uit Guatemala geadopteerd werden, bereiden een klacht wegens ontvoering voor tegen onbekenden.
BRUSSEL I Samen met zes andere Vlamingen willen An Gillis en Teresa De Beleyr (zie hiernaast) een klacht indienen tegen onbekenden wegens ontvoering. Ze willen een antwoord op de vraag of ze in de jaren 80 al dan niet tegen de wil van hun ouders zijn weggehaald uit Guatemala. Ook in Brussel en Wallonië bereidt een groep geadopteerden een klacht voor.
De zaak rond frauduleuze adopties uit het CentraalAmerikaanse land begon met een klacht van Sandra S. uit Vilvoorde. In augustus 2014 las de jonge vrouw in
Het Nieuwsblad het verhaal van Dolores P., die in 1985 door een Belgisch koppel werd geadopteerd. De Brusselse kinderverzorgster was in 2011 naar Guatemala gereisd om in het vulkaandorpje Santa Maria de Jesus haar biologische moeder Rosario Colop terug te vinden, de naam die ze in haar adoptiedossier vond. Na een lange zoektocht vond ze haar huis, maar Colop bleek er niet meer te wonen. De huidige bewoner kon zich bovendien niet herinneren dat zij een kind had afgestaan.
Een andere dorpeling vertelde Dolores dat er in de jaren 80 een meisje was verdwenen uit het dorp. Dat was geen dochter van Colop, wel van een ander koppel. DNAanalyse bracht de bevestiging: zij waren de biologische ouders van Dolores. Rosario Colop werd volgens Het Nieuwsblad later gearresteerd, omdat ze verschillende frauduleuze adopties zou hebben geregeld.
Massagraf
Sandra S., zelf een Guatemalteeks adoptiekind, staarde in de krant naar de afgedrukte adoptiedocumenten van Dolores P. Die vertoonden opvallend veel gelijkenissen met haar eigen documenten. S. stapte naar de lokale politie met vermoedens over gesjoemel.
Ook in Wallonië stelden jonge geadopteerden zich vragen. Coline Fanon ontdekte in 2017 dat haar dossier vol onregelmatigheden stond. Ze werd geadopteerd als weeskind, maar ontdekte dat haar biologische ouders in leven zijn. In Guatemala vond ze haar biologische moeder terug die in november 1987 in een ziekenhuis te horen had gekregen dat haar dochtertje gestorven was en in een massagraf begraven, zonder dat ze afscheid had kunnen nemen. In werkelijkheid was Fanon ontvoerd en ter adoptie aangeboden.
Het zette haar ertoe aan om samen met haar vriendin Sophie Villers een organisatie op te richten, Racines Perdues, die op zoek gaat naar de verloren roots van adoptiekinderen uit Guatemala. Haast alle dossiers draaien rond een in Doornik gevestigde adoptieorganisatie, de vzw Hacer Puente, die inmiddels werd opgedoekt. ‘Zelf kennen we 300 namen’, zegt Fanon. De helft kwam in Frankrijk terecht, de andere helft in België. Van die 150 dossiers gekend bij Racines Perdues zijn ongeveer een derde Vlamingen.
Exacte kopieën
In hoeveel dossiers er onregelmatigheden zijn gebeurd, is onduidelijk. Sommige dossiers zijn bijna exacte kopieën van elkaar. Het valt ook op dat een aantal namen steeds terugkomt. De advocaat in het ene dossier blijkt bijvoorbeeld dokter in een ander dossier en papa in nog een ander.
Het federaal parket voert sinds enkele maanden een onderzoek naar onregelmatigheden bij de adoptie van kinderen uit Guatemala. Daaruit zal ook moeten blijken of de vzw Hacer Puente op de hoogte was van mogelijke fraude en in hoeverre ze daar actief heeft aan meegewerkt.
Momenteel worden vijftien dossiers onderzocht, ongeveer een derde uit Vlaanderen. Dat lijkt nog maar het topje van de ijsberg. Vorige maand verzamelden in Brussel enkele jonge adoptanten uit Guatemala met Coline Fanon en Sophie Villers.
Parket voert al enkele maanden onderzoek naar onregelmatigheden bij adopties uit Centraal-Amerikaans land
Haast alle dossiers draaien rond een in Doornik gevestigde adoptieorganisatie die inmiddels werd opgedoekt