Iran bedreigt Britse tankers als represaille
Britse commando’s namen een Iraanse supertanker in beslag in de Straat van Gibraltar, omdat die olie zou willen smokkelen naar Syrië.
LARNACA I Zoals wel vaker in het escalerende conflict in het MiddenOosten bevatten de scènes van donderdagnacht en vrijdagochtend veel elementen van een schaduwpoppenspel. De Grace 1 had officieel olie uit Irak aan boord, tot het schip werd geenterd door Britse marinecommando’s. Weinige uren later werd in de Iraanse hoofdstad Teheran de Britse ambassadeur op het matje geroepen en werd zowel de olie als het schip geclaimd als eigendom van Iran.
De Grace 1 had nochtans een wijds afleidingsmanoeuvre opgezet. In plaats van door het smalle Suezkanaal te varen, was de tanker 20.000 kilometer rond Afrika getrokken om via de Straat van Gibraltar de Middellandse Zee binnen te varen. ‘Wij hebben redenen om te geloven dat de Grace 1 een lading ruwe olie wilde brengen
naar de Baniasraffinaderij in Syrië’, zei de premier van Gibraltar, Fabian Picardo, vrijdagochtend.
Niet het feit dat het ging om Iraanse olie was dus een probleem, liet Picardo verstaan. Wel dat de olie was bestemd voor het regime van de Syrische president Bashar alAssad, weliswaar een Iraanse bondgenoot. ‘De raffinaderij is eigendom van een entiteit die onderworpen is aan sancties van de Europese Unie tegen Syrië’, aldus Picardo.
‘Op verzoek van VS’
Bij de entering vielen geen gewonden. Politiek gezien gaat het duidelijk wel om meer dan een ‘binnenlandse’ aangelegenheid van Gibraltar, sinds 1713 een overzees gebied van het Verenigd Koninkrijk. Zo liet de Spaanse minister van Buitenlandse Zaken, Josep Borrell, zich vrijdagochtend ontvallen dat de inbeslagname van het schip er was gekomen ‘op ver
zoek van de Verenigde Staten’.
De Amerikaanse Nationale Veiligheidsadviseur, John Bolton, had de kwestie op Twitter eerder al omschreven als ‘schitterend nieuws’. In Iran daarentegen spraken regeringsfunctionarissen over ‘piraterij’ en ‘illegale vijandelijkheden’ – er werd weliswaar met geen woord gerept over waarom zowel de herkomst als de bestemming van de olie was verdoezeld.
Onvermijdelijk wordt, na de mededeling van de Spaanse minister Borrell, de entering ook gezien in het kader van de crisis tussen Iran – met lokale bondgenoten in Syrië, Libanon, Irak en Jemen – en een coalitie rond vooral de VS, Israël en SaudiArabië.
Escalatie
In de voorbije weken zijn al twee olietankers aangevallen nabij de Perzische Golf – volgens de VS door Iran – en haalden de Iraniërs een Amerikaanse onbemande drone neer. Een Amerikaanse luchtaanval op Iran werd dan weer in extremis publiekelijk afgeblazen door president Trump, naar eigen zeggen omdat daarbij 150 doden konden vallen.
De Amerikaanse economische sancties verhogen intussen de druk op het islamitische regime in Iran, terwijl de EU vooralsnog probeert om zo veel mogelijk handel te drijven met het land én daarmee ook het internationale nucleaire akkoord uit 2015 te redden. Voor Iran is het belangrijkste voordeel van dat akkoord dat sancties worden opgeheven in ruil voor een beperking van zijn nucleaire programma, onder internationaal toezicht.
Maar ook daar is er sprake van een escalatie. Iran kondigde maandag al aan dat nu meer uranium wordt verrijkt dan is toegelaten in dat akkoord. Vanaf zondag zou ook de kwaliteit van de opwerking verder worden opgedreven. Iran hoopt zo druk te zetten op vooral de EU om tegemoet te komen aan de Iraanse economische eisen.
In de huidige sfeer van escalatie lijken de kansen op succes alleen verder te dalen en is het wachten op het volgende ‘incident’. Een commandant van de Iraanse Revolutionaire Garde stelde, in een reactie op de entering van de Grace 1, alvast dat ‘als GrootBrittannië de Iraanse olietanker niet lost, het de plicht is van onze autoriteiten om een Britse olietanker in beslag te nemen’.
Iran zou vanaf zondag ook kwaliteit van opwerking van uranium verder opdrijven