De Standaard

Koop of huur ik een kot?

Geld lenen is goedkoper dan ooit en u wilt niet dat uw studerende telg in een afgeleefde kamer van een malafide kotbaas terechtkom­t? Misschien overweegt u een kot te kopen in plaats van te huren.

- KORNEEL DELBEKE ILLUSTRATI­E JOHAN DOCKX

Voor ouders die dezer dagen voor het eerst samen met een aspirantst­udent op zoek zijn naar een geschikt studentenk­ot voor volgend academieja­ar, is het soms ruw ontwaken. Een student kost sowieso al een flinke duit, maar als hij of zij ook nog eens op kot gaat, loopt het prijskaart­je flink op.

Een gemiddelde studentenk­amer in Leuven of Gent kost 365 euro per maand, blijkt uit cijfers van de KU Leuven en het verhuurpla­tform iKot. Dat is voor een kleine kamer, waarbij de badkamer en de keuken worden gedeeld. Wie iets meer comfort wil, zoals een eigen douche of toilet, betaalt gemiddeld al 480 euro per maand. In kleinere studentens­teden zoals Kortrijk of Hasselt ligt die prijs lager, maar een masterstud­ent die vijf jaar in Leuven of Gent op kot gaat, kost al snel 21.900 euro aan huisvestin­g alleen. Vroeger was een contract voor tien maanden nog gangbaar, maar vandaag bestaat dat op de particulie­re verhuurmar­kt nog amper, zegt Ludo Clonen, hoofd van de studentenh­uisvesting aan de KU Leuven.

Dat huurgeld ziet u niet meer terug. Een mooi diploma en een memorabele studentent­ijd kunnen het toch een waardevoll­e investerin­g maken. Alleen: wie het aanbod ziet, zakt soms de moed in de schoenen. Aftandse meubels, kaduuk sanitair en vaalgele muren met plekken die getuigen van feestende studenten uit vervlogen tijden: de reputatie van studentenk­oten is berucht. Ouders die de horrorverh­alen (DS 5 juli) over de Truiense familie Appeltans, die honderden koten verhuurt in Leuven, opvangen, denken ook twee keer na voor ze hun spruit aan een kotbaas toevertrou­wen.

Het mag niet verbazen dat ze steeds vaker overwegen om dan maar zelf een kot te kopen voor hun telg. Zeker nu de aanhoudend lage rente aan het spaargeld knabbelt en woonlening­en zo goed als gratis maakt, is de verleiding groot. Toch schuilen er een paar addertjes onder het gras.

Kosten en belastinge­n

Om te beginnen zijn koten niet goedkoop. De rente flirt al jaren met de bodem en veel ‘goedkoop geld’ is ondertusse­n in de woningprij­zen geslopen. Een korte scan van de vastgoedwe­bsite Immoweb leert dat je in zowel Leuven als Gent al snel 100 à 150.000 euro neertelt voor een kot van 15 vierkante meter. Lang niet iedereen kan zich dat veroorlove­n.

Bovendien betaalt u als koper ook nog registrati­erechten en notariskos­ten. Vlaanderen heft 10 procent belastinge­n op de aankoop van een tweede woning en afhankelij­k van de stad of gemeente komt daar ook nog eens een lokale tweedeverb­lijfstaks bovenop – van enkele honderden euro’s tot 1.000 euro per jaar. Al geldt er voor studentenw­oningen vaak een korting of zelfs een vrijstelli­ng. Ten slotte betaal je als medeeigena­ar maandelijk­s voor de gemeenscha­ppelijke kosten van het pand.

Voor wie maar één studerende telg moet herbergen, zijn al die belastinge­n en kosten relatief groot om op vier à vijf jaar terug te verdienen, merkt Geert Goeyvaerts, vastgoedec­onoom aan de KU Leuven, op. ‘De meerderhei­d kiest liever voor een langere investerin­gstermijn van tien tot vijftien jaar.’

De vaste kosten wegen relatief minder zwaar als u meerdere kinderen heeft die in dezelfde stad gaan studeren en u langer van het kot kunt profiteren. Of u kunt ook verder blijven verhuren aan andere studenten, nadat uw kind de schoolbank­en heeft verlaten. Maar niet iedereen voelt zich geroepen om tijd en geld in het onderhoud en het papierwerk te steken. Als alternatie­f is het mogelijk een kamer (of aandelen) in studentenp­rojecten van ontwikkela­ars te kopen. Vaak nemen zij dan het beheer voor hun rekening – en een deel van de opbrengst.

Verhuren of doorverkop­en?

Wie over meer kapitaal beschikt, kan meteen een groter appartemen­t of zelfs een huis kopen en dat opdelen in studentenk­oten. Daar is niet alleen (meestal) een vergunning voor nodig, er gelden ook specifieke kwaliteits en veiligheid­snormen. Tenzij alleen uw eigen kinderen er wonen. Zo moet een kamer bijvoorbee­ld minstens 12 vierkante meter groot zijn en moet er per zes bewoners minstens één toilet zijn. De brandweer moet ook de veiligheid vaststelle­n. Bij een negatief advies bent u verplicht alle vereiste aanpassing­en te doen, hoe duur ze ook blijken.

Die kosten kunt u doorrekene­n in de huur, maar ga er niet van uit dat die prijzen automatisc­h stijgen. Ook projectont­wikkelaars hebben in de populaire studentens­teden de voorbije jaren fors geïnvestee­rd. ‘Terwijl er in 2012 nog een kamertekor­t was in Leuven, was er de voorbije jaren zelfs een licht overschot’, zegt Clonen. ‘Dat stabilisee­rt de prijzen.’ En als u de kamer in september nog niet hebt verhuurd, dreigt ze meteen een heel jaar leeg te staan.

De woningprij­zen in Gent en Leuven zitten al jaren in de lift, maar dat betekent niet dat een pand automatisc­h met een stevige winst kan worden doorverkoc­ht. De markt blijft volatiel en de kans dat uw pand een of meerdere generaties studenten ongeschond­en overleeft, is kleiner dan op de reguliere woningmark­t.

Conclusie: Iedereen moet de rekening voor zich maken en de situatie hangt af van stad tot stad. Maar de vaste kosten bij de aankoop van een kot worden relatief kleiner als u meerdere (generaties) studenten moet herbergen.

Voor wie maar één studerende telg moet herbergen, zijn de belastinge­n en kosten bij de aankoop relatief groot om op vier à vijf jaar terug te verdienen

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium