Rosa Rademakers volgt alzheimerexperte Christine Van Broeckhoven op
‘Puur voor het geld was ik beter in de VS gebleven’
De trofeeënkast is goed gevuld. Een hele wand in het kantoor van alzheimeronderzoekster Christine Van Broeckhoven (66) wordt in beslag genomen door wetenschappelijke prijzen die zij in haar lange loopbaan in de wacht heeft gesleept. Die loopbaan zit er bijna op, want aan het hoofd van het Centrum voor Moleculaire Neurologie, onderdeel van het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB), staat vanaf deze week Rosa Rademakers (41) – dochter van de Nederlandse filmregisseur Jef, maar vooral gerenommeerd dementieonderzoekster. Rademakers keert na veertien jaar in de VS terug naar het lab aan de Universiteit Antwerpen waar haar wetenschappelijke carrière begon.
We hebben de voorbije jaren veel bijgeleerd over de ziekte van Alzheimer, maar patiënten zijn daar niets mee opgeschoten. Er is nog steeds geen medicijn. Christine Van Broeckhoven: ‘Klopt. Alle farmabedrijven hebben de handdoek in de ring geworpen, alle kandidaatmedicijnen zijn geflopt. Alzheimermuizen konden ermee worden genezen, mensen niet.’ Die kandidaatmedicijnen hadden zonder uitzondering amyloïd als doelwit, het eiwit dat klonters vormt in de hersenen van alzheimerpatiënten. Hadden we vandaag verder gestaan in de strijd tegen de ziekte als ook alternatieve onderzoekspistes waren bewandeld?
Van Broeckhoven:
‘Men is té lang hardnekkig blijven doorwerken op de amyloïdpiste. De hypothese dat klonters van dit eiwit hersenschade geven en dementie doen ontstaan, en dat voorkomen of weghalen van die klonters het probleem zou verhelpen, bleek niet juist.’
Zo is veel tijd verloren gegaan?
Van Broeckhoven: ‘Er speelden belangenconflicten. Academici die bedrijven hadden opgericht waarin de amyloïdpiste een centrale rol speelde, stonden met hun ene voet in hun bedrijf en met hun andere in de academische wereld, en remden het onderzoek naar andere pistes af.’
Rosa Rademakers: ‘Een academicus die een bedrijf heeft of een bedrijf adviseert: dat is standaard in Amerika. Maar het klopt dat veel wetenschappers in de amyloïdpiste geloofden en bedrijven oprichtten die vervolgens uiteraard op dat thema gingen werken.’
Van Broeckhoven: ‘Die hadden er natuurlijk geen belang bij om die piste te relativeren. Door de amyloïdpiste incontournabel te maken, konden ze meer investeerders aantrekken. Sommige wetenschappers gingen haast maffieus te werk, door onderzoekers die alternatieve pistes naar voren schoven, monddood te maken. Dat is ook ons overkomen: vaktijdschriften weigerden onze manuscripten te publiceren omdat ze niet in de dominante amyloïdhypothese pasten.’ Wat zijn de alternatieve onderzoekspistes?
Van Broeckhoven: ‘Ik denk dat meer zaken spelen dan alleen een
neerslag van eiwitten (behalve amyloïdklonters worden ook kluwens van het eiwit tau in de hersenen van mensen met alzheimerdementie gevonden, red.). Gewone hersenveroudering, levensstijl, vethuishouding, immuunkwesties ... Die complexiteit wordt nu weer in het onderzoek gebracht.’ Dat wordt een holistischere benadering: wil je dementie voorkomen, let dan op je levensstijl.
Van Broeckhoven: ‘Ja, jammer genoeg, maar zo is het nu eenmaal. Jonge mensen horen dat niet graag. Als ik ze tijdens lezingen aanspreek op drugsgebruik en alcohol, vinden ze die boodschap hoogst oninteressant. Terwijl ze toch maar één stel hersenen hebben: een nier kun je afstaan, je kunt een long missen of een stuk van je lever laten weghalen, maar schade aan je hersenen legt een hypotheek op je toekomst.’ Hoe kijkt de afscheidnemende directeur terug op een leven in het alzheimeronderzoek?
Van Broeckhoven: ‘Met trots, blijdschap en frustratie. Trots, omdat mijn groep als eerste een genetisch defect wist te vinden dat de ziekte van Alzheimer veroorzaakt. Blijdschap, vanwege het parcours dat we hebben afgelegd. Ik ben 35 jaar geleden in mijn eentje begonnen, nu doen in het Cen