Waarom raakt muziek me meer wanneer ze luid staat?
‘Als muziek zacht wordt afgespeeld, doet ze mij weinig’, mailt lezeres Ann Leysen. ‘Maar draai ik het volume omhoog, dan raakt het mij tot in het diepste van mijn ziel. En dan heb ik het over exact hetzelfde nummer. Hoe komt dat toch?’
Mevrouw Leysen is duidelijk niet alleen: u hoeft maar de bezoekersaantallen van de zomerfestivals na te gaan om vast te stellen dat mensen zich aangetrokken voelen tot luide muziek. Muziekpsycholoog Mark Reybrouck (KU Leuven) publiceerde er onlangs een onderzoek over in het tijdschrift Frontiers in Neuroscience (‘Music and noise: same or diffe
rent?’). Hij weet vanwaar die voorliefde komt – en waarom we ervoor moeten opletten.
‘Er zijn verschillende redenen die er samen voor zorgen dat mensen zich aangetrokken voelen tot luide muziek’, legt Reybrouck uit. ‘Om te beginnen bestaat een klank zoals die van een aangeslagen gitaarsnaar uit een heel spectrum aan trillingen die we boventonen noemen. Als je de muziek niet voldoende hard zet, ga je die verschillende boventonen nooit genoeg horen. Maar dat effect gaat niet tot in het oneindige: als je muziek té hard zet, krijg je oversturing en klinkt de klank net slechter.’
‘Daarnaast is er een fysiek aspect. In het oor zitten twee zintuigen: het vestibulaire orgaan dat voor het evenwicht zorgt, en het slakkenhuis, dat gehoorsensaties registreert. Die twee zijn gekoppeld: bij heel luide geluiden wordt ook je evenwichtszintuig geprikkeld. Dat is bij uitstek zo bij muziek, waarin veel laagfrequent geluid zit, zoals bassen. Die frequenties hebben een groot penetrerend vermogen en trillen over lange afstanden zonder verlies van energie. In die zin raakt muziek je dus ook fysiek – je wordt er niet alleen figuurlijk, maar ook letterlijk door bewogen. Bij onderzoek bleek dat de prikkeling van het evenwichtszintuig door luide muziek dezelfde sensatie geeft als in een schom melstoel zitten of gewiegd worden in de baarmoeder: je lichaam wordt bewogen door een externe factor, en dat vinden mensen aangenaam.’
Dat eerste effect kan al plaatsvinden tussen 60 en 70 decibel, het twee de situeert zich rond de rock’nrolldrempel van 96 db. In koptelefoons, op festivals en in nachtclubs gaat het echter vaak hard richting 100 db. En dat terwijl 85db al schadelijk is voor het menselijk gehoor. ‘Dat mensen ook een dergelijke luidheid opzoeken valt enkel cultureel te verklaren’, zegt Reybrouck. ‘Dat is wat we bass culture noemen. Daarvoor hebben onderzoekers David Welch en Guy Fremaux het CAALMmodel ontwikkeld. De C staat daarin voor conditionering: we zijn gewend om luide muziek te koppelen aan leuke dingen, zoals feesten en dansen. Adaptatie houdt in dat mensen bereid zijn zich over dat aanvankelijke discomfort van dat luide geluid te zetten. Dat is dan weer een gevolg van acculturatie, wat betekent dat niet alleen individuen, maar ook grote groepen die luide muziek aanvaarden als standaardnorm. Kortom: mensen worden verkeerd geconditioneerd, en gaan daarom in overdreven mate schadelijke prikkels opzoeken.’
Reybrouck vergelijkt een voorliefde voor luide muziek onomwonden met roken. ‘We weten allemaal dat het schadelijk is, maar het genot is ogenblikkelijk en de nadelen niet, dus doen mensen het toch.’ In oplossingen als op maat gemaakte oordopjes ziet de muziekpsycholoog geen heil. ‘Dat is medische decadentie waar we binnen tien jaar eens goed mee zullen lachen. We maken onszelf wijs dat we houden van iets waar ons lichaam eigenlijk niet van houdt. Want die laagfrequente, luide geluiden activeren de fightandflightreflex, die energie vrijmaakt om maximaal kracht en snelheid te leveren in een toestand van gevaar. In staat zijn om dat te onderdrukken en door te feesten geeft kortstondig een boost, maar kan op lange termijn wel een effect hebben op onze hormoonhuishouding, ons hart en vaatsysteem en zelfs op ons immuunsysteem.’
Rest de vraag: hoe onderscheiden we onderbewust luid geluid (waarvan we wél weglopen) van luide muziek (waartoe mensen aangetrokken worden)? ‘Geluid dat als storend ervaren wordt, zoals industrieel lawaai, is meestal breedbandgeluid waar we geen controle over hebben. Bij muziek hebben we die controle wel – in principe kunnen we buiten gaan uit een club – en ze zit in een beperktere zone van het gehoorspectrum. Die is zo specifiek herkenbaar als muziek, dat we denken: dit moet wel leuk zijn.’ Vragen voor de cultuurwinkel zijn welkom op cultuurwinkel@standaard.be,
onder vermelding van naam en woonplaats.
‘Op maat gemaakte oordopjes? Dat is medische decadentie waar we binnen tien jaar eens goed mee zullen lachen’
MARK REYBROUCK
Muziekpsycholoog