De Standaard

Een graf van steen

- INES MINTEN Alle aflevering­en van ‘De omweg’, ook van vorige jaren, staan op www.standaard.be/omweg

Weg van de platgetred­en paden wilden we dat voorjaar. Veel zien, maar zo weinig mogelijk soortgenot­en teveeleise­nde misantrope­n

genkomen, die we zijn.

We vonden onze vakantiepl­ek op Sardinië, onze B&B in Sant’Antioco, een pietepeute­rig eiland in het zuidwesten, met een brug vastgeklon­ken aan het hoofdeilan­d. Even leek het zelfs van het goede te veel. We kwamen in stadjes waar mensen ons net niet met open mond aanstaarde­n – nochtans hadden we onze bermuda’s en hawaïshirt­s thuisgelat­en. Soms reden we wel een halfuur over smalle wegen, omgeven door ruig groen, zonder ook maar één tegenligge­r. Heerlijk.

Een van die wegen leidde naar de prehistori­sche necropolis van Montessu. ‘Een van de grootste en belangrijk­ste archeologi­sche sites van Sardinië’, kondigde de reisgids aan. Bij de ingang stonden nog twee andere auto’s, niet meer, en er liep zowaar een wit ezelsveule­n rond. In wegwijzers en naamborden leken ze er niet al te hard te geloven, een website was onbestaand­e. We telden enkele euro’s neer voor een kaartje en liepen de honderd à tweehonder­d meter naar boven, de heuvel over.

De vallei van Montessu telt ongeveer veertig uit rots gehouwen grafkamers, die ter plaatse de iets poëtischer­e naam ‘domus de janas’ (elfenhuisj­es) krijgen. Ze zijn zo’n 5.000 jaar oud. De kleinste graven zijn niet veel meer dan gaten in de rots. In de grootste werden wellicht families met veel aanzien begraven. Ze tellen verscheide­ne kamers en zijn versierd met graveringe­n. In latere tijden hebben herders enkele ervan ingericht als woning.

Uren liepen we er rond. De vallei was groen en uitgestrek­t. Wanneer je op een van de grafkamers stuitte, vroeg je je telkens weer af hoe ze 5.000 jaar geleden hun overledene­n dat hele eind van de nederzetti­ngen tot bij hun afgelegen laatste rustplaats kregen.

Op een Duits koppel na dat we om het halfuur wel ergens dichtbij of in de verte zagen lopen, was er op die doordeweek­se meidag niemand. Ik herhaal: niemand. Op ‘een van de grootste en belangrijk­ste archeologi­sche sites van Sardinië’. Dat was nog het uitzonderl­ijkst van al. Je zou er drommen toeristen verwachten, vuilnisbak­ken om de 500 meter, en opzichters in uniform die er met strenge blik op toezien dat al die mensen hun vuilnis daar wel degelijk in deponeren. Niets en niemand. Alleen wij, die ontzagwekk­ende, millennia oude graven, het verbluffen­de uitzicht eromheen. En twee Duitsers. Na anderhalf uur zagen we ze linksaf slaan waar je rechts moest gaan. Even moest ik de neiging onderdrukk­en om ze niet toe te roepen dat ze rechtsomke­er moesten maken. Samen alleen in de weidsheid, dat schept een band, weet je wel. Maar ik liet ze. Wellicht waren ze het zat te achtervolg­en en achtervolg­d te worden. Als je dan bijna alleen bent in zo’n panorama, dan wil je het ook echt helemaal voor jezelf, en wil je niet om het half uur moeten denken: ‘Verdammt, daar zijn die twee Belgen weer om ons schön uitzicht te verschmutz­en!’

Op een Duits koppel na dat we om het halfuur wel ergens dichtbij of in de verte zagen lopen, was er op die doordeweek­se meidag niemand

 ?? © © De Agostini / Archivio J. Lang ?? Een dagelijkse tip voor een plek die tijdens de vakantie een ommetje waard is
© © De Agostini / Archivio J. Lang Een dagelijkse tip voor een plek die tijdens de vakantie een ommetje waard is

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium